Kom naar de Pig Business bijeenkomst Bigoverleving in Heeten op 13 juni
'Droog de minder vitale biggen na het werpen af'
„De grootste uitdaging in de kraamstal is het stijgend aantal levend geboren biggen, maar ook het aantal lichte biggen stijgt”, vertelt Lisette Tuenter, adviseur varkenszorg op de Pig Business thema-avond ‘Simpele stappen naar een verhoogde Bigoverleving’. Tuenter heeft haar eigen adviesbedrijf opgericht om varkenshouders vooral praktisch te begeleiden en te adviseren. „Om de sterfte in de hand te houden, vraagt om goed biestmanagement. Dit levert een hogere groei, minder uitval en lager antibioticagebruik op.”
Volgende week dinsdag 13 juni is er in Heeten wederom een Pig Business thema-avond over bigoverleving. Dit keer met varkenshouder Jarno Brummelhuis en zijn vrijloopkraamhokken. Hoe verhoogt hij de bigoverleving op zijn bedrijf. Mis deze bijeenkomst niet, meld je hier aan.
Energievoorraad
De big heeft weinig energievoorraad en het beetje energie dat de big heeft in de vorm van glycogeen wordt in de lever omgezet in energie. Royal GD heeft hier onderzoek naar de glycogeenvoorraad in de lever van biggen gedaan om te kunnen vaststellen wanneer men kan spreken van een vitale big. „Een snelle biestopname is dus van levensbelang. De biest is ook een rugzakje vol antistoffen. Dat heeft de big nodig, want het wordt geboren zonder afweer. De hoeveelheid biest is ongeveer 3,5 tot 4 kilogram per zeug en de tweede tot vierde worpzeugen produceren de beste biest. Een big heeft 250 gram biest nodig. De kwaliteit van de biest loopt echter snel terug. 6 uur na het werpen is de kwaliteit al met de helft verminderd. Als de worp erg lang duurt dan moet de laatste big veel meer biest drinken dan de eerste big. Daarnaast kan de darmwand van de big alleen de eerste 24 tot 36 uur de antistoffen doorlaten en afgeven aan het bloed.” Biest blijkt volgens Tuenter ook opiaatachtige stofjes te bevatten. „Dat is grappig, want de biggen raken verslaafd aan biest. Ze worden er slaperig van.”
Zeugen melken
Sommige pasgeboren biggen doen niets en liggen in het hok. Tijd voor actie. „Probeer ze eens op te pakken en duw een vinger in het mondhoekje. Pak de speen even en geef een spraytje in de mond. De big weet niet precies wat hij zoekt, maar op het moment dat hij biest proeft, zie je dat hij ‘wakker’ wordt en gelijk op zoek gaat naar de speen en blijft zoeken.” Wat weinig zeugenhouders weten, is dat de big de biest kan ruiken, want de zeug heeft geurklieren aan de voorkant van de voorpoten. Rond het werpen zie je dan drie gaatjes met natte kringen eromheen. Geboortegewicht en de snelheid van de eerste biestopname zijn belangrijke factoren voor biggen overleving. Tuenter: „De lichtere biggen gaan heel snel in hun overleving naar beneden. Dat vereist meer actie dan bij de andere biggen. Lichtere biggen hebben namelijk een groter lichaamsoppervlak en minder energie, waardoor ze sneller afkoelen. Droog de minder vitale biggen na het werpen af. Daar help je ze echt mee. Je kunt de zeug ook melken en ze op die manier biest geven. Dat klinkt alsof het heel veel werk is, maar dit is een handigheidje. Ik melk een flesje van 250 milliliter in vijf minuten vol.”
Onbeperkt biest
Hoe meer biest er in 24 uur wordt opgenomen, hoe lager de sterfte. „Sommigen beweren dat de zeug 24 uur onbeperkt biest heeft voor de big. Dat is niet waar. Als je veel in de praktijk werkt dan zie je dat als de nageboorte er af is, dat het zogenaamde onbeperkte al is verdwenen. De laatste biggen hebben het dus hartstikke moeilijk.” Volgens Tuenter is het heel goed mogelijk dat onder het aantal doodliggers biggen zitten die te weinig biest op hebben genomen en daardoor niet snel genoeg kunnen reageren.
Split suckling, het verdelen van de biggen in twee groepen, is een goede manier om de lichtere biggen voldoende biest te laten opnemen. Niet langer dan twee tot drie uur opsluiten, is het advies van Tuenter. „Kijk bij de eerst geboren biggen naar de buikvulling of de naveldroogte voordat je deze opsluit.”
Een big moet na 24 uur 6 tot 8 procent zijn aangekomen of 110 gram. „Laat een stagiaire je biggen eens meten; zijn ze verdubbeld in geboortegewicht na een week dan zit je met de biest- en melkopname goed.”
Lees het hele artikel in de nieuwe editie van Pig Business