Marktgerichtheid tuinbouw als voorbeeld
Eigenlijk kennen ze elkaars sector helemaal niet zo goed; varkenshouder Henk Veltkamp uit Markelo, melkveehouder Jeanet Brandsma uit Giethoorn en glastuinder André Kaashoek uit IJsselmuiden. Kaashoek bezoekt nog wel eens een open dag van een veehouder in de buurt, maar Brandsma en Veltkamp geven eerlijk toe dat ze al vele jaren niet bij een glastuinbouwbedrijf op bezoek zijn geweest.
Terwijl beiden meteen toegeven dat zij wat kunnen leren van de tuinbouw. ‘Geen sector is zo innovatief, vernieuwend, marktgericht en ondernemend.’
Het drietal heeft wel een aardig goed beeld van de sterke en zwakke punten van de verschillende agrarische sectoren.
Gratis komkommers uitdelen
Wat ze vooral opvallend vinden, is dat lage melkprijzen vooral vorig jaar veel meer aandacht en publiciteit hebben gekregen dan de lage prijzen in de varkenshouderij en tuinbouw. „Ach, wij hebben nu eenmaal geen vakbonden in de tuinbouw zoals de DDB en NMV. En gratis uitdelen van komkommers maakt minder indruk dan melk met een giertank over het land uitrijden”, zo oppert Kaashoek met een brede glimlach.
Om serieus verder te gaan met een verklaring voor het gebrek aan aandacht voor zijn sector: „Wij zagen in de tuinbouw ook wel dat met name melkveehouders vorig jaar uitgebreid aan de bel trokken en ook nog wat voor elkaar kregen. Alleen, zij zijn nog steeds erg afhankelijk van Brussel. Als tuinbouw zijn we al veel langer gewend aan een open en internationale markt.”
„Wij zijn gewoon flink wat stappen verder. De coöperatieve gedachte bestaat bij ons nauwelijks meer, eigenlijk is het ieder voor zich. Zelfs in een heel slecht jaar zoals vorig jaar. Samenwerken kan alleen als iedereen er meteen beter van wordt. Toch is bundeling noodzakelijk voor een eerlijke prijs.”
Met de rug naar elkaar
Varkenshouder Henk Veltkamp gunt elke sector het beste, maar ‘we staan wel te vaak met de rug naar elkaar’. Wat bedoelt hij daarmee? „Dat we als boeren en tuinders allemaal steeds meer te maken hebben met de maatschappij. We zullen die hoge hekken rond onze bedrijven moeten afbreken. Ik krijg regelmatig schoolkinderen op bezoek. Zet die op strobalen en vertel over je bedrijf. Dat is mooi werk. Zo’n jongetje vroeg me een keer of jonge dieren met zo’n oormerk werd geboren.”
Veltkamp plaatst de varkenshouderij ergens tussen de tuinbouw en de melkveehouderij in. „Wat marktgerichtheid betreft zitten we
dichter bij de tuinbouw. De coöperatieve gedachte is ook bij ons vrijwel verdwenen, VION is een gewoon commercieel bedrijf geworden.”
„Een bewuste keuze, omdat er zoveel miljoeneninvesteringen nodig waren die de leden echt niet konden opbrengen, zo weet ik als oud-voorzitter van Dumeco nog wel. Als het om het platteland gaat, zitten we weer wat dichter bij de melkveehouderij. Dan is de tuinbouw toch meer industrie zeg maar.”
Energieleverende bedrijfstak
Brandsma kan zich helemaal vinden in de oproep van Veltkamp om als agrarische sector eenheid uit te stralen. „We moeten nooit met drie verschillende verhalen richting de politiek gaan. We hebben en krijgen dezelfde problemen. Voor de tuinbouw bijvoorbeeld is het al langer moeilijk om geschikte nieuwe locaties te vinden. Dat zie je nu ook gebeuren in de varkenshouderij, terwijl dat ook zeker voor de melkveehouderij gaat gelden.”
Veltkamp is altijd onder de indruk geweest van de vele studieclubs in de tuinbouw. „Die kennen wij ook wel in de veehouderij, maar lang niet in die mate. Zo wissel je heel snel informatie uit. De tuinbouw is ook zo snel met het aanpakken van problemen. Ze waren energievreters en bouwen dat dan om tot een energieleverende bedrijfstak.”
„Heel knap, daar kunnen we wat van leren bij zaken als de aanpak van stikstof. Tuinders zijn ook heel scherp prijs- en kostenbewust, meer dan wij. Kaashoek kent wel de andere zijde van verdienen met energieopwekking. Daardoor is er natuurlijk een enorme areaaluitbreiding geweest. Mede dankzij de banken die op basis van die extra energie-inkomsten wilden financieren.”
Bedrijven vallen om
Het drietal is het er wel over eens dat de mate waarin een bedrijf met geld van de bank wordt gefinancierd uiteenloopt, van heel hoog in de tuinbouw tot (veel) lager in de varkens- en melkveehouderij. „In de tuinbouw praat je al snel over 90 procent financiering. Na zo’n slecht jaar wordt dat 100 procent of meer, dan vallen bedrijven snel om als ook nog de grondprijzen gaan dalen”, weet Kaashoek.
Maar als tuinbouwbedrijven omvallen, dan zal de productie toch vanzelf dalen? „Nee, in de tuinbouw is het kasareaal paprika dit jaar groter dan ooit. Waarbij banken bij een financiering nu meer willen weten hoe de afzet is geregeld. Dat was in het verleden wat minder belangrijk”, vertelt Kaashoek.
Moeilijke jaren in het verschiet
Het drietal krijgt vervolgens de vraag voorgelegd welke sector het in hun visie de komende jaren het zwaarst gaat krijgen. Dat levert veelzeggende antwoorden op. Varkenshouder Veltkamp zet zijn eigen sector op de eerste plaats als het om moeilijke jaren gaat die in het verschiet liggen. „Wij krijgen geen ruimte om te ondernemen. Vernieuwing en verbetering worden gefrustreerd.”
„Er is altijd wel weer een actiegroep die dat weet tegen te houden op basis van vooral emotie. Dan kun je de eerlijkste verhalen vertellen, maar ze blijven gewoon overal tegen. Op de tweede plaats zet ik de rundveehouderij, die krijgt het komende jaren ook voor de kiezen. De bedrijfsontwikkeling stokt door de stikstofemissie.”
„De tuinbouw zet ik op drie. Dat zijn gedreven ondernemers, heel gespecialiseerd, die snel grote stappen kunnen zetten. Dat hebben ze in het verleden al vaak bewezen.” Melkveehouder Brandsma zet de tuinbouw en de varkenshouderij op een gedeelde eerste plaats. „De tuinbouw omdat die zo zwaar is gefinancierd en de varkenshouderij door de hele maatschappelijke discussie en tegenstand over megastallen.”
Gemakkelijker keuzes maken
„Het minst moeilijk krijgt de melkveehouderij het. Iedereen moppert wel in onze sector, maar we hebben genoeg kansen. Als melkveehouder kun je makkelijker een keuze maken voor: extensiever, biologisch, inpassen van natuurbeheer, eenmansbedrijf, familiebedrijf of familie-plusbedrijf.”
En dan de tuinbouw zelf. Kaashoek schat in dat zijn sector het moeilijk krijgt en zet die dus op één. „Er gaan er zeker aan de onderkant nog heel wat afvallen. De hoge mate van financiering is een gevaarlijk zwaard. Op twee zet ik de varkenshouderij, ik denk dat die het net wat makkelijker volhouden. Ze leveren een goed en uniform product, daar kunnen wij als tuinbouw nog wel wat van leren.”
„Op drie zet ik de melkveehouderij. Daarvoor zie ik toch veel mogelijkheden. Melk is een hoogwaardig exportproduct waarmee je alle kanten op kunt.” Maar het moet niet alleen gaan over bedreigingen, maar vooral ook over kansen, zo vindt het drietal. „Aan FC Twente kun je zien dat je maar een klein gaatje nodig hebt om te kunnen scoren en kampioen te worden”, zegt de Twent Veltkamp.
„Het zal niet gemakkelijk zijn, maar kansen zijn er altijd. In de gemeente Hof van Twente zijn we nu weer bezig met een groot co-vergistingsproject. Dan zie je toch ook veel solidariteit bij agrarische ondernemers. Al is het tegenwoordig vooral belangrijk dat ze er wat aan overhouden of in ieder geval hun kosten kunnen verlagen.”
Henk Veltkamp
woont in Markelo en heeft in maatschap samen met echtgenote Annie en oudste zoon Peter een varkens- en rundveebedrijf. Op twee locaties heeft hij zeugen en vleesvarkens. Veltkamp is VVD-Statenlid in Overijssel. Bestuurlijk is en was hij actief bij onder meer de KI, coöperaties, agrarische voorlichting en onderwijs, diverse project- en werkgroepen. Op dit moment is hij lid van LTO vakgroep varkenshouderij, voorzitter LTO varkenssector Overijssel en voorzitter van VVD klankbordgroep landbouw.
André Kaashoek
is glastuinder in IJsselmuiden en heeft zeven hectare paprika’s (rood) en zo’n twaalf vaste medewerkers. In het oogstseizoen groeit dat aantal met uitzendkrachten. Voordat hij zes jaar geleden naar tuinbouwgebied de Koekoek kwam, was hij tuinder in Moerkapelle-Waddinxveen. Hij is sectievoorzitter van Friesland, N.O.P., West-Overijssel van LTO Noord Glaskracht.
Jeanet Brandsma
is melkveehouder in Giethoorn. Zij is Overijssels voorzitter van de vakgroep Melkveehouderij van LTO Noord.
Roelof Steenbeek
is sinds een half jaar voorzitter van LTO Noord in Overijssel. Daarvoor was hij vijf jaar voorzitter van de LTO-afdeling West- Overijssel (Zwolle, Kampen en Zwartewaterland). Hij heeft een melkveebedrijf (pacht) op het Kampereiland.
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Susan Rexwinkel