Brandveiligheid stallen in geding
Geen enkele varkenshouder zit te wachten op brand in de stal. Toch lees je met de regelmaat van de klok in de krant en op internet nieuwsberichten over varkensstallen die door brand zijn verwoest. Vaak komen daarbij varkens om het leven. En omdat bedrijven en stallen steeds groter worden, nemen de aantallen omgekomen varkens toe.
Dergelijke berichten doen het imago van de varkenshouderij geen goed. Dierenwelzijnsorganisaties hameren er al jaren op dat de brandveiligheid van veestallen moet verbeteren. „Voor stallen gelden geen andere eisen dan die voor lichte industrie gelden”, zegt Hanneke van Ormondt, woordvoerder van Wakker Dier. „Een loods met 30.000 rollen wc-papier moet aan dezelfde normen voldoen als een vleesvarkensstal met 2.000 varkens. Dat is zuur.”
Aanpassing Bouwbesluit
De afgelopen jaren leken er voor stallen striktere regels te gaan gelden door publicatie van de VROM-richtlijn ‘Beheersbaarheid van brand’ uit 2007 en een aanpassing van de Woningwet. De VROM-richtlijn gaat over de zogenoemde compartimentering. Volgens de richtlijn mag een (afdeling van een) stal niet groter zijn dan2.500 vierkante meter. In de aangepaste Woningwet staat dat de bouwer van een stal ook rekening moet houden met dierenwelzijn.
Een recente uitspraak van de rechtbank in Den Bosch, in een zaak aangespannen door Wakker Dier, maakte duidelijk dat gemeenten niet zijn gehouden aan de VROM-richtlijn en de aanpassing van de Woningwet bij de vergunningverlening. Volgens de rechter had de overheid ook het Bouwbesluit 2003 moeten aanpassen om gemeenten te verplichten om rekening te houden met de VROM-richtlijn en de aangepaste Woningwet.
„We betreuren dat. Los van het feit dat dieren een betere bescherming verdienen dan wc-rollen, zijn de risico’s op het ontstaan van brand in stallen veel groter dan in een industriële opslagloods”, zegt Van Ormondt. „Stof en vocht zijn in stallen volop aanwezig, waardoor de kans op brand toeneemt.” De brandveiligheid van stallen staat volop in de politieke schijnwerpers. Naar aanleiding van de rechtszaak in Den Bosch heeft GroenLinks de publiciteit gezocht met een pleidooi voor een speciale brandregelgeving voor dieren.
Verschillend beleid
Dat gemeenten zeer verschillend omgaan met het stellen van eisen aan brandveiligheid van stallen, blijkt uit een kleine inventarisatie van bouwbesluiten. Per gemeente zijn de verschillen groot. En ook de toepassing van het beleid blijkt in de praktijk sterk uiteen te lopen. „De ene gemeente is daarbij veel strikter dan de andere”, constateert Arjan Ikink, projectleider bouw bij LTO Vastgoed in Deventer.
Ikink merkt in zijn werk bijvoorbeeld dat sommige gemeenten varkenshouders menen te moeten verplichten om nieuwe stallen op te delen in brandcompartimenten, terwijl andere gemeenten dat niet nodig achten. Wel gelden dan soms aanvullende eisen aan de brandbaarheid van de gebruikte bouwmaterialen.
Het ontbreken van gedegen landelijk beleid en de sterk uiteenlopende benadering van gemeenten, zorgt voor veel onduidelijkheid bij organisaties en bedrijven die bij de bouw van nieuwe varkensstallen zijn betrokken. „En dat is jammer. Uiteindelijk hebben alle betrokkenen vrijwel dezelfde belangen als het om brandveiligheid gaat. Maar doordat de regels in bijna iedere gemeente anders worden toegepast, gaan er ook onnodig dingen mis”, meldt Mark Ruessink, projectleider bij DLV Bouw, Milieu en Techniek.
Eenduidige regelgeving
Volgens Ruessink heeft iedereen baat bij heldere regels op het gebied van brandveiligheid. „Natuurlijk is er een spanningsveld tussen de noodzaak om brandveilig te bouwen en de wens om zo min mogelijk kosten te maken bij de bouw van een nieuwe stal. Eenduidiger regels kunnen helpen om brandveiligheid bij de bouw van stallen zo efficiënt mogelijk in te passen.”
Ook verzekeraars zouden graag zien dat er meer eenduidige regelgeving komt. „Iedere brand is een stuk kapitaalsvernietiging waarbij uiteindelijk niemand belang heeft”, zegt John de Hoon, sectormanager veehouderij bij verzekeraar Achmea Agro. „Door de verschillende benadering van overheden weten stallenbouwers niet altijd precies waar ze aan toe zijn. En dat gaat soms ten koste van de brandveiligheid. Zo zien we soms verschillende interpretaties van de brandveiligheid van bouwmaterialen.”
Zowel bouwbegeleider Ruessink als verzekeraar De Hoon stelt vast dat ook de handhaving van gestelde eisen nogal eens te wensen overlaat. „De bouwtekening is geduldig. Maar we constateren soms dat bouwers tijdens de bouw andere keuzes maken dan het bestek aangeeft”, aldus De Hoon. Ruessink vult aan: „Bijvoorbeeld door te kiezen voor een iets goedkopere maar brandgevaarlijker plafondisolatie. En zo kan het gebeuren dat een nieuwe stal soms minder brandveilig is dan een varkenshouder zelf beseft.”
Netwerk wil risico inperken
Sinds dit jaar is het ‘Netwerk brandveiligheid in de varkenshouderij’ actief. „Ons doel is om op een betaalbare en praktisch toepasbare wijze de risico’s op branden in varkensstallen en de gevolgen daarvan te minimaliseren”, zegt netwerkbegeleider Tonnie Hilderink, in het dagelijks leven werkzaam bij DLV Intensief Advies.
Het netwerk heeft deelnemers met uiteenlopende achtergronden. Naast varkenshouders, doen brandweerlieden mee, vertegenwoordigers van bouwmaterialenleveranciers, ambtenaren, experts van verzekeraars en bouwkundigen. Hilderink stelt vast dat de huidige onduidelijke regelgeving de brandveiligheid in de weg staat.
„De belangen van betrokkenen lopen niet ver uiteen. Wel is er te weinig onderling begrip. Een klein voorbeeldje: bouwmaterialen zijn heel vaak niet herkenbaar als ‘brandwerend’. Dat zouden ze wel moeten zijn door nummers die er op staan. Maar soms zijn die nummers zodanig aangebracht dat ze na de montage niet meer zichtbaar zijn. Dit soort kleinigheden remt de vooruitgang op het gebied van brandveiligheid.”
Hilderink hoopt dat het netwerk de komende anderhalf jaarkanbijdragen aan een helder beleid op het gebied van brandveiligheid van varkensstallen. „We willen geen stortvloed aan regels, maar wel stallen die veilig zijn.”
Minimumeisen van verzekering
Verzekeraar Achmea Agro (Interpolis en Avero) hanteert minimumeisen waaraan een varkensstal moet voldoen om verzekerbaar te zijn.
De belangrijkste:
-compartimenten niet groter dan 5.000 vleesvarkens of 1.000 zeugen;
-technische ruimte (met onder andere voerinstallatie en klimaatapparatuur) bouwen als afzonderlijk brandcompartiment met een brandwerendheid van één uur. De technische ruimte bij voorkeur voorzien van een brandmeldinstallatie;
-afdoende bluswatervoorziening;
-opleveringsinspectie van de elektrische installatie volgens NEN 1010 laten uitvoeren na nieuwbouw;
-ventilatiekanalen uitvoeren met sandwichpanelen in plaats van met (brandbare) isolatieplaten.
Tekst: Berrie Klein Swormink
Beeld: Hans Swaep