Megaonderneming met burger als eigenaar
„Je kunt ze vergelijken met mijn kinderen. Ze hebben allemaal hun eigen levensverhaal, naam, stijl, bouwjaar en geschiedenis.” Malcolm de Kryger doet zijn verhaal vanuit de bureaustoel met op de achtergrond aan de wand luchtfoto’s van de vijf gesloten varkensbedrijfslocaties waar in totaal 11.500 zeugen, 27.000 speenbiggen en 65.000 vleesvarkens zijn gehuisvest.
Vicepresident De Kryger vormt samen met president Tim Belstra en zijn naasten Jon Hoek, Ed Korniak en Brock Peterson de directie van Belstra Group, een coöperatie waar in totaal 80 mensen werken. Zoals de achternamen al doen vermoeden van De Kryger en zijn collega’s Belstra en Hoek hebben ze alle drie Nederlandse roots. „Mijn grootouders komen uit Nederland. Van oorsprong zijn veel mensen hier in de agrarische sector afkomstig uit Nederland. Jullie varkenshouderij staat hoog in aanzien en wordt geroemd om zijn kennis”, aldus De Kryger.
Buurtbewoners hebben aandelen
De Amerikaanse megaonderneming begon oorspronkelijk in 1954 als een kleinschalige veevoerfabriek. In 1988 werd de varkenstak opgezet met de oprichting van het eerste varkensbedrijf. De laatste en vijfde locatie is in 2002 opgezet. Het hoofdkantoor en de voerfabriek liggen in Demotte, een klein gehucht met bijna 6.000 inwoners in de staat Indiana onder de rook van de miljoenenstad Chicago.
„Voornamelijk inwoners in en rond Demotte zijn eigenaar van de Belstra Group”, legt De Kryger uit. „We werken met aandelen. Ongeveer 150 mensen zijn eigenaar van de onderneming. Buurtbewoners, maar ook investeerders verspreid over het land hebben aandelen. Maken we winst, dan keren we het jaarlijks als dividend aan de aandeelhouders uit. Ik ben slechts voor een paar procent eigenaar.”
In tegenstelling tot de melkveesector zijn varkensbedrijven die volledig toebehoren aan één familie zeldzaam in de VS. Het is het gevolg van de vrije markt met een volledige kostprijsgefocuste productie die grotendeels afhankelijk is van de export. Waar de melkveesector nog directe inkomenssteun krijgt, moet de varkenshouderij het hebben van het ondernemerschap.
Twee jaar met verlies gedraaid
Een grote coöperatie als Belstra Group is zonder het geld van de aandeelhouders niet denkbaar. „De aandeelhouders zijn onze buren en vrienden. Voor ons zijn ze heel belangrijk. Ze hebben geld en daarmee hun pensioen aan ons toevertrouwd. We organiseren jaarlijks een aandeelhoudersvergadering en iedereen krijgt de kwartaalcijfers toegestuurd.”
„Het merendeel van de aandeelhouders zien we geregeld in de winkel, kerk of op het golfterrein. Alleen wanneer we belangrijke issues hebben, bijvoorbeeld over het inkrimpen van de productie of grote financiële uitgaven, organiseren we een bijeenkomst om het in de groep te bespreken.”
Aandelen in de varkenshouderij is een geldbelegging die de laatste jaren geen succes heeft opgeleverd. De economische crisis en de Mexicaanse griep die in verband werd gebracht met varkens, waardoor de export naar Azië stil kwam te liggen, gelden als belangrijkste oorzaken voor een reeks slechte jaren. „We hebben afgelopen twee jaar verlies gedraaid, vooral in 2009. Het gaat nu langzaam beter. Dat was ook wel nodig om het grote gat op te vullen dat is ontstaan.”
Very high health
Naast varkens heeft de Belstra Group meer bedrijfstakken. De Belstra Milling Company produceert 111.000 ton veevoer per jaar voor voornamelijk de eigen en andere varkens- en melkveebedrijven in de buurt. In een winkel aan de fabriek verkopen ze agrarische benodigdheden, bedrijfskleding en tuinspullen.
De onderneming werkt met een organisatiestructuur met onder directeur Tim Belstra vier afdelingen waar ieder zijn specialisatie heeft: boekhouding, productie, reparatie en onderhoud en marketing en risicomanagement. In de varkenstak werken 75 van de 80 medewerkers.
Elke varkenslocatie heeft een bedrijfsleider die verantwoordelijk is voor de locatie en die direct communiceert met het managementteam. In een omtrek van65 kilometerom Demotte liggen de locaties verspreid. In een omtrek van minimaal3 kilometerliggen geen andere varkensbedrijven. Vier van de vijf varkenslocaties zijn gesloten en beschikken over een ‘very high health status’.
Een status vergelijkbaar met SPF, vrij van de ziektekiemen: mycoplasma, APP en PRRS. Eén locatie is alleen vrij van APP en PRRS. Alle locaties maken gebruik van eigen subopfok met PIC fokmateriaal. De fokkerijorganisatie, in Nederland een kleine speler op de markt, is in de VS marktleider met een geschat marktaandeel van 45 procent.
Goedkoper meelvoer
De gehele varkensproductie is afgestemd op een zo laag mogelijke kostprijs. De buitenkant van de stallen is volledig bedekt met witte damwand muren en daken. Aan de stalinrichting ontbreekt elke vorm van luxe. Alles oogt simpel en degelijk. De varkens krijgen het voer in meelvorm verstrekt om de simpele reden dat brokken duurder zijn. Bij de dragende zeugen en vleesvarkens wordt gebruik gemaakt van natuurlijke ventilatie. De kraamzeugen en gespeende biggen hebben de beschikking over een luchtconditioner die voor een constante temperatuur moet zorgen.
Een verhoging van de kostprijs als gevolg van de aanvullende milieu- en dierenwelzijnseisen die vanaf2013 inNederland gelden, is voorlopig nog niet aan de orde in Amerika. Bovendien kampt de sector niet met hoge mestafzetkosten. „We betalen alleen de kosten voor het mest uitrijden. Ik schat dat we ruim²50 hectarein eigendom hebben. Onze zakenpartners bezitten ongeveer1.200 hectaregrond waar we maïs telen.”
„Daarnaast werken we op contractbasis met verschillende grondeigenaren in de buurt”, aldus De Kryger. Hij wil zich niet uitlaten over de kostprijs van Belstra Group. Kijkend naar de gemiddelde Amerikaanse kostprijs komt deze net boven de euro per kg varkensvlees uit. Ter vergelijking: de Nederlandse kostprijs bedraagt gemiddeld 1,40 euro per kg vlees.
Diergevoel Mexicanen
De technische resultaten zijn voor Nederlandse begrippen ruim bovengemiddeld. De inmiddels aangeschoven Jon Hoek, hoofdverantwoordelijk voor de technische resultaten bij de varkens, schrijft het resultaat volledig toe aan het personeel. „Mede door het personeelsverloop is training een continu proces.”
„We laten medewerkers regelmatig op andere bedrijven werken en ze krijgen scholing in technologie en diergezondheid. Zo geeft onze dierenarts maandelijks cursussen over dierziektes en gezondheidsbehandelingen.” Bij de Belstra Group werken ze veelal met Mexicaanse arbeiders. In de VS heerst de nodige scepsis over hen. Hoek ziet ze als ideale varkenshouderijmedewerker.
„Het gros van de Mexicanen heeft enige Afrikaanse roots waardoor ze meer gevoel hebben bij dieren. Daar komt bij dat ze naar Amerika zijn gekomen om iets op te bouwen en over een uitstekende werkmentaliteit beschikken. We bieden ze de mogelijkheid om door te groeien in het bedrijf. Sommige hebben zich opgewerkt tot bedrijfsleider en werken al zeven jaar bij ons. Bedrijfsleiders krijgen aandelen in het bedrijf plus een bonus die afhankelijk is van het resultaat.”
Schenking aan voedselbank
De bedrijvenlocaties bevinden zich aan de rand van het epicentrum van de Amerikaanse varkenshouderij. De noordelijke middenstrook van het land is volgens De Kryger vanwege een aantal factoren ideaal voor het houden van varkens. „Als eerste ligt er goede en vlakke grond om maïs op te verbouwen. Het landklimaat zorgt voor warme zomers en met behulp van waterirrigatie groeit de maïs als kool. Tenslotte is er veel ruimte beschikbaar en wonen er weinig mensen.”
Zijn laatste reden houdt verband met de maatschappelijke discussie over de grootschalige intensieve veehouderij die ook in de VS al jaren gaande is. In Washington zijn tal van lobbygroepen dagelijks druk bezig om veehouders het leven zuur te maken. Om voldoende draagvlak in de gemeenschap te behouden, probeert de megaonderneming Belstra Group zich van zijn beste kant te laten zien. „Wij schenken vier geslachte varkens per week aan de voedselbank.”
„We willen burgers daarnaast informeren over hoe ons eten wordt geproduceerd. Op ruim een uur rijden hier vandaan in Chicago heb je het museum voor wetenschap en industrie. Het landbouwgedeelte is één van de best bezochte onderdelen. Voor het inrichten van de hal hebben wij een bijdrage geleverd. We hebben de landbouw naar de stad gebracht. Jaarlijks trekt het museum miljoenen bezoekers.”
Attractiepark als hit
Naast de voedselbank- en museumbijdrage organiseert de coöperatie eens per maand een tour op één van de vijf bedrijfslocaties die hier speciaal voor is ingericht. Bezoekers kunnen alleen op afspraak langskomen. In groepen van maximaal 70 mensen krijgen de bezoekers met trekker en aanhangwangen een rondrit over het erf en mogen ze vanaf de buitenkant de varkens in de stallen bekijken. De afdelingen zelf zijn vanwege ziekte-insleep verboden gebied.
Onderweg krijgen ze voorlichting over het productieproces van zaadje tot karbonaadje en wat er allemaal bij komt kijken. Het tourconcept is deels afgekeken van het nabijgelegen Fair Oaks Adventure centre. Een initiatief van negen melkveehouders die dagelijks bedrijfsbezoeken organiseren in combinatie met een pretpark waar de koe als attractie centraal staat. Het doel is om vermaak en educatie met elkaar te verbinden en met name kinderen te informeren over het proces van gras tot melkglas.
Het concept blijkt de laatste jaren een regelrechte hit. Afgelopen jaar verwelkomde het attractiepark 137.000 gasten. Het evenaren van dergelijke bezoekersaantallen is voor de Belstra Group volgens Malcolm De Kryger geen ambitie en onrealistisch. „Fair Oaks Farms is grotendeels met subsidie opgezet, dat maakt het voor ons al niet realistisch. Bovendien is het rondleiden van mensen niet onze business. We moeten ons geld verdienen met varkens en dat is al moeilijk zat.”
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Belstra Group