Met SPF-status naar excellente resultaten
Een deel van de bestaande gebouwen uit 2002 is opnieuw in gebruik genomen, veel oude gebouwen zijn gesloopt. „Ons bedrijf in Zutphen viel in een varkensvrije zone, daar konden we niet verder”, zo verklaart Harry Harenberg de nieuwe start in Holten. Het echtpaar moest dus op zoek naar iets anders. „De verplaatsingsregeling intensieve veehouderij viel financieel tegen.”
„Gelukkig konden we gebruikmaken van de ‘rood-voor-rood’ regeling, anders word je van verplaatsing niet veel wijzer”, concluderen de ondernemers, zie zich oriënteerden op vrijgekomen varkensbedrijven in Drenthe, Gelderland en Overijssel. Negen van de tien bedrijven hadden een te kleine kavel voor toekomstige uitbreiding. De bedrijfsgebouwen voldeden vaak niet aan de eisen van 2013 en aanpassing ervan kostte veel geld.
Van tafel geveegd
Na enige tijd waren er vergevorderde plannen om te starten met 7.500 vleesvarkens in een landbouwontwikkelingsgebied in Halle-Heide. „Onze plannen waren zelfs al goedgekeurd door de gemeente Bronkhorst, maar werden uiteindelijk onder druk van publieke weerstand van tafel geveegd. Daarin zijn we teleurgesteld. Als ondernemers kun je daar niks mee”, vinden Harry en Willy.
Daarna kwam de locatie in Holten in beeld, die voldeed aan de eisen. Er was voldoende oppervlakte en een aantal relatief nieuwe stallen kon worden omgebouwd naar een traditionele houderij. De onzekerheid over de politieke besluitvorming in Bronkhorst hebben ze niet afgewacht. In september 2008 werden de stallen in Holten bevolkt met de eerste SPF-gelten, afkomstig van Van Beek SPF Varkens BV in Lelystad.
Harenberg kwam via Topigs in contact met Van Beek. „We konden de kans om opnieuw te starten met SPF-gelten niet aan ons voorbij laten gaan. Een goede gezondheid is ten slotte de basis voor goede technische en financiële resultaten. Dat blijkt in de praktijk ook”, ziet Harry. In één van de stallen zijn nu nog 150 caravans gestald. „We hebben een milieuvergunning voor 3.000 vleesvarkens. De caravanstalling levert behoorlijke neveninkomsten op. Financieel gezien is het de vraag of we er straks vleesvarkens in moeten houden, maar het kan in elk geval wel.”
Nog steeds SPF-status
Uit halfjaarlijks bloedonderzoek blijken de zeugen nog steeds vrij te zijn van APP, PRRS en Mycoplasma. „Naast standaard vaccinaties tegen parvo, vlekziekte en griep, enten we de zeugen ook tegen het PRRS-virus. In Zutphen hebben we problemen gehad vanwege een PRRS-besmetting. Dat willen we nu voorkomen”, zegt Harry.
Daarnaast is de aandacht sterk gericht op maatregelen om ziekte-insleep van buiten het bedrijf te voorkomen. Transportwagens komen uitsluitend aan één kant van het bedrijf, de zogenoemde vuile weg. „ForFarmers heeft bulkwagens die uitsluitend op SPF-bedrijven komen”, vertelt Willy. De bedrijfsgebouwen staan ongeveer65 metervan de openbare weg. Door deze afstand levert varkenstransport over de weg minder risico’s op.”
„Hetzelfde geldt voor de kadaverton aan de weg. Alleen als het strikt noodzakelijk is, komen mensen in de stallen. Zij moeten 48 uur daarvoor niet op een ander varkensbedrijf zijn geweest, verplicht douchen en bedrijfskleding aantrekken. „Jullie fotograaf laten we dus ook niet in de stal, want we willen geen enkel risico lopen met ziekte-insleep”, zegt Willy.
Alles door de uv-bak
Er komt zo min mogelijk gereedschap van buiten het bedrijf in de stal. Als het toch nodig is, gaat het eerst door de uv-bak of wordt gesteriliseerd met een desinfectiemiddel. De biggen worden met schone naalden en castreermesjes per toom behandeld. Tanden slijpen gebeurt niet. De biggen krijgen wel antibiotica om infecties via de castratiewond te voorkomen en worden op verzoek van Vion geënt tegen circo. Een speciale laarzenwasser reinigt en ontsmet de laarzen.
Ongediertebestrijding in de stallen doet Harry zelf, het verversen van gif in de bakjes gebeurt gemiddeld elke maand. Opvallend is dat rondom het bedrijf, op circa50 meterafstand van de stallen, ook gifbakjes staan. „Zeker in het najaar is dat belangrijk, bij kouder weer willen muizen weer naar binnen. In de stal zien we nooit muizen, dus deze bestrijding is effectief.”
„Om de SPF-status te behouden, is het buiten de deur houden van ziektes het allerbelangrijkst. Versleping van ziektes binnen het bedrijf is nauwelijks mogelijk als dieren gezond zijn”, stelt Harry, die scherp stuurt op het management. Onder andere door drie keer per jaar een overleg te plannen met zijn dierenarts en adviseurs van Topigs, Vion en For Farmers. Ze bespreken knelpunten en verbeterpunten.
Op basis van alle adviezen pakken de zeugenhouders zaken aan die ze nuttig en nodig vinden. Er wordt gewerkt met een weeksysteem, per week worden 300 biggen afgeleverd. De biggen zijn dan 55 tot 60 dagen oud en wegen tussen 20 en24 kg. Ze gaan via Vion naar een aantal vleesvarkenshouders. Op termijn kan dat één vaste mester worden, het gaat om een bedrijf dat uitbreidt van 1.500 naar 4.000 vleesvarkens.
Goede prestaties
De hogere gezondheidstatus van zeugen en biggen levert bovengemiddelde technische en financiële resultaten op (zie tabel). Bij het verlaten van het kraamhok wordt de spekdikte gemeten om de zeugen in de dekstal naar conditie te voeren. Ook krijgen ze flushvoer. De vruchtbaarheidsresultaten zijn goed: het afbigpercentage is 95 procent, het interval spenen-dekken is 4,4 dagen en het percentage herdekkingen is 2,0 procent.
De zeugen staan vier tot vijf weken in de dekafdeling. Ze worden pas verplaatst als ze drachtig zijn gescand. Dat geeft veel rust en minder stress en goede bevruchtingsresultaten. De zeugen biggen gemakkelijk af, er is zelden hulp bij nodig. Het aantal levend geboren is 13,4 biggen per worp. De uitval in het kraamhok is slechts 6,2 procent.
Na het spenen is dat 0,5 procent. Harenberg speent 31,4 biggen per zeug per jaar. De afnemers van de biggen, geven aan dat hun vleesvarkens een groei van 975 tot1.020 gramper dag halen. De uitval op de vleesvarkensbedrijven is met 0,4 procent ook extreem laag.
Laag medicijngebruik
De gezondere biggen gaan efficiënter met voer om. Ze zijn minder energie kwijt aan bestrijding van ziektekiemen. De biggen van Harenberg vreten in totaal2 kgspeenkorrel per big, normaliter is dat5 kgper big. Ook het verbruik van biggenkorrel door de gespeende biggen is lager. De voerkosten zijn 8,0 euro per afgeleverde big. „Dat is 1,5 euro lager ten opzichte van het Agrovision-gemiddelde.”
„We leveren jaarlijks meer dan 15.000 biggen af, dus dat bespaart al 22.500 euro per jaar. Een erg luxe voer is niet nodig, dat scheelt ook in de prijs per kg voer”, aldus Harry. De gezondheidskosten zijn met 30 euro per zeug laag. Behandelingen van zieke dieren komen weinig voor, waardoor het medicijngebruik laag is. „We werken preventief met aangezuurd drinkwater en voeren de jonge biggen Bambig tot 14 dagen na de geboorte.”
„Daarna krijgen ze speenkorrel tot 5 dagen na spenen. De zuren, probiotica, koper, enzymen en druivensuiker in Bambig versterken de darmgezondheid en vertering. Er zijn weinig problemen met speendiarree.” In totaal zijn er 110 kraamhokken. „We zitten niet te ruim in de kraamhokken. Om de vijf maanden switchen we de speendag, van maandag naar vrijdag. De speenleeftijd is 22 of 23 dagen. Het hoge afbigpercentage van 95 procent dwingt ons daartoe. Over 2010 is dat zelfs 98 procent.”
Bedrijfsprofiel
Harry en zijn vrouw Willy runnen samen een zeugenbedrijf in Holten. In september 2008 zijn ze gestart met een SPF-houderij, momenteel zijn er 480 Topigs 20-zeugen. De zeugen worden geïnsemineerd met sperma van SPF-beren (Talent), geleverd door Varkens KINederlandin Heerde. Vion neemt alle SPF-biggen af. Vanwege de hoge gezondheidstatus en de betere prestaties van de biggen op vleesvarkensbedrijven, geldt een prijstoeslag.
De zeugenvervanging vindt plaats door aanvoer van SPF-fokgelten, afkomstig vanVan Beek SPF Varkens BVin Lelystad. Harry verricht het meeste werk op het zeugenbedrijf. Willy helpt bij de behandeling van biggen en bij het spenen, daarnaast doet zij de administratie van het bedrijf. Sinds één maand wordt op maandag via de agrarische bedrijfsverzorging extra hulp ingeschakeld.
Harry en Willy hebben drie dochters in de leeftijd van 11, 13 en 23 jaar oud. Naast de zeugenhouderij halen ze inkomen uit de stalling van circa 150 caravans in één van de varkensstallen die zijn overgenomen op deze locatie.
Tekst: Janet Beekman
Beeld: Ingrid Zieverink