PRRS-bestrijding maakt varkenshouderij gezond
PRRS veroorzaakt vruchtbaarheidsstoornissen bij zeugen en luchtwegproblemen bij jongere varkens. „Vooral als je er op je bedrijf voor het eerst mee wordt geconfronteerd, kan de ziekte heftig verlopen”, zegt Tom Duinhof, dierenarts varkensgezondheidszorg bij de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) in Deventer. „Je kunt dan te maken krijgen met schade als gevolg van vroeggeboortes, slappe biggen en extra uitval van zogende en gespeende biggen.”
„De meeste schade als gevolg van PRRS ontstaat in samenhang met andere ziekteverwekkers, met name streptokokken, mycoplasma en circo. PRRS is als het ware een wegbereider voor andere ziektekiemen. Dit zorgt er voor dat PRRS een een belangrijke rol speelt bij het antibioticagebruik op veel bedrijven”, stelt Duinhof.
Effect van vaccineren
Het is mogelijk om varkens met hulp van vaccinaties te beschermen tegen PRRS. Maar hier zitten wel haken en ogen aan. Duinhof: „De beschikbare vaccins bieden geen honderd procent bescherming en voorkomen ook virusuitscheiding niet geheel. En daar komt bij dat het PRRS-virus voortdurend een beetje van gedaante verandert. De huidige vaccins werken in de praktijk goed.”
„Maar de vraag is hoe lang nog. Immunologen weten niet goed welk stukje van het virus ze moeten pakken om een vaccin te ontwikkelen dat bestand is tegen de mutaties van het virus en dat een nog meer effect van de vaccinatie oplevert.” Op basis van het aantal verkochte vaccins schat Intervet dat ongeveer tweederde van de Nederlandse zeugen tegen PRRS geënt wordt.”
„Overigens mogen varkenshouders in West-Europa hun handen nog dichtknijpen als het om PRRS gaat. In de Verenigde Staten en ook in China en Oost-Europa zijn stammen van het PRRS-virus in omloop die ernstiger ziekteverschijnselen veroorzaken dan de West-Europese stam. „Het is zeker niet uitgesloten dat we ook hier met PRRS-virusstammen te maken krijgen die grotere problemen kunnen veroorzaken.”
Virus is wijdverbreid
Het PRRS-virus is wijdverbreid in de Nederlandse varkenshouderij. Slechts een handvol SPF-bedrijven en enkele KI-stations zijn officieel vrij van PRRS. Omdat PRRS veel directe schade en indirecte schade veroorzaakt, gaan er al enkele jaren stemmen op voor een georganiseerde collectieve aanpak van de ziekte. Uit schattingen van het Productschap Vee en Vlees (PVV) komt naar voren dat PRRS de Nederlandse varkenshouderij meer dan 100 miljoen euro per jaar kost. De GD werkt momenteel aan het nauwkeuriger in beeld brengen van de PRRS-schade. Amerikaanse cijfers gaan uit van een schadepost van 7 dollar per vleesvarken.
„PRRS zorgt niet alleen voor schade door zieke dieren op varkenshouderijbedrijven; de ziekte heeft ook negatieve gevolgen voor de concurrentiepositie van de Nederlandse varkenshouderij”, zegt Alfred van Lenthe, coördinator Cluster Diergezondheid en -welzijn bij de Productschappen Vlees en Eieren (PVE). „Op de internationale biggenmarkt hebben Deense aanbieders nu nog een beter gezondheidsimago dan de Nederlanders.”
Ook de goede kansen die PRRS-bestrijding lijkt te bieden om het antibioticagebruik te verminderen, was voor de bestuurders van de commissie varkenshouderij van het PVV een belangrijk motief om tot een collectieve aanpak van PRRS te besluiten. Het is de bedoeling om over de uitwerking de komende maanden nadere besluiten te nemen. In het voorjaar van 2011 kunnen dan de eerste stappen worden gezet richting het terugdringen van PRRS, en uiteindelijk uitroeiing ervan.
Zaak van lange adem
Uitroeien van PRRS is een complexe zaak. „We hebben er in Nederland een jaar of tien over gedaan om de Ziekte van Aujeszky kwijt te raken. De aanpak van PRRS moet je in soortgelijke verhoudingen zien”, zegt Van Lenthe. Volgens de voorstellen die nu op tafel liggen, is de eerste actie het in beeld brengen van de ziektesituatie door van vermeerderingsbedrijven regelmatig bloedmonsters op PRRS te onderzoeken.
Dat is een goed idee, vindt GD-dierenarts Duinhof. „Een collectieve aanpak moet beginnen met bewustwording van het probleem. Monitoring op alle bedrijven helpt daar goed bij.” Het uitroeien van PRRS binnen een bedrijf vergt een strikte interne bedrijfshygiëne. Daarbij is het zaak om zo veel mogelijk te voorkomen dat de kiem van besmette dieren bij andere dieren terecht kan komen.
Dat betekent onder meer: het zo min mogelijk mengen van tomen; bij behandelingen bij iedere toom handen wassen en schone materialen gebruiken; het strikt gescheiden houden van diercategorieën. „Zelfs bij nieuwbouw houden varkenshouders vaak nog onvoldoende rekening met deze essentiële voorwaarden om de diergezondheid op een hoger plan te brengen. Bij nieuwbouw moet het toch mogelijk zijn om bijvoorbeeld de kraamafdelingen en afdelingen voor gespeende biggen in aparte stallen onder te brengen?”
Een strikte interne en externe bedrijfshygiëne zal niet alleen de verspreiding van het PRRS-virus remmen. Ook andere ziektekiemen krijgen minder kansen. „Varkenshouders die zo werken, zien koppelproblemen geheel verdwijnen van hun bedrijven. En daardoor gaat het antibioticagebruik drastisch omlaag”, stelt Duinhof.
Proef in Groningen en Friesland
Net als bij de bestrijding van de Ziekte van Aujeszky is het ook bij de georganiseerde bestrijding van PRRS de bedoeling om ervaring op te doen in een proefgebied. Het idee is om dat te doen in de varkensarme provincies Groningen en Friesland. „We willen proberen of we daar via gerichte begeleiding van varkenshouders in combinatie met vrijwillige vaccinaties bedrijven vrij van PRRS kunnen maken”, zegt Van Lenthe. Een bestrijdingsprogramma tegen PRRS waar alle varkenshouders verplicht aan deelnemen, zal nog wel enkele jaren op zich laten wachten.
Filter op de stal houdt PRRS buiten
In Amerika hebben varkenshouders en onderzoekers goede ervaringen opgedaan met het uitrusten van stallen met filters waarmee ze stofdeeltjes in binnenkomende lucht tegenhouden. Volgens Tom Duinhof, dierenarts varkensgezondheidszorg bij de GD in Deventer, zijn de filters zeer effectief.
„Onderzoek heeft opgeleverd dat het PRRS-virus zich kilometers door de lucht kan verplaatsen. Met filtratie kun je voorkomen dat PRRS via de lucht je stal binnenkomt. Investeren in filters heeft echter pas zin nadat je alle andere insleepmogelijkheden hebt aangepakt. Dus eerst zorgen dat het virus via bezoekers, dieren en materialen niet kan binnenkomen. Ook de interne bedrijfshygiëne moet optimaal zijn.”
Duinhof volgt de ontwikkelingen in de Verenigde Staten op de voet en meldt dat zijn Amerikaanse collega’s ervan overtuigd zijn dat luchtfiltratie noodzakelijk is als je het PRRS-virus echt buiten de deur wilt houden. „Daar zeggen ze: Als je geen luchtfiltratie toepast, krijg je de gezondheidsstatus van je buurman.” Dierenarts Duinhof heeft contacten met Nederlandse varkenshouders die overwegen om in filters te investeren.
Benodigde investering
Een mogelijke leverancier van de benodigde filtertechniek is Camfil Farr in Ede. De agrarische sector is een nieuwe markt voor dit internationale bedrijf. Bij de Nederlandse vestiging is recent een accountmanager aangetrokken die zich op de varkenshouderij gaat richten.
Globale richtlijnen voor de benodigde investering zijn: 50 euro per zeug en 16 euro per vleesvarken. De jaarlijkse onderhoudskosten zijn 3,25 euro per zeug en 1 euro per vleesvarken. „Als je door deze investering de gezondheidskosten per vleesvarken met enkele euro’s kunt verlagen, is het goed terug te verdienen.”
Truck cooking
Transport van dieren lijkt een belangrijke bijdrage te leveren aan verspreiding van het PRRS-virus. Volgens dierenarts Duinhof van de GDkanhet zinvol zijn om met strikte maatregelen de risico’s te verkleinen. Te denken is aan het rigoureus gescheiden houden van auto’s voor vervoer van biggen en auto’s voor vervoer van vleesvarkens.
Ook het verbeteren van de reiniging en ontsmetting na een transport kan helpen. Schoonspuiten, ontsmetten en weer dieren laden in een wagen die nog niet helemaal droog is, is risicovol. Dit kan beter door de introductie van ‘truck cooking’, iets wat in de Verenigde Staten al veel wordt toegepast. Truck cooking komt neer op het droog en kiemvrij stoken van een vrachtauto door er met een heteluchtkanon lucht van 70 graden Celsius in te blazen.
Tekst: Berrie Klein Swormink
Beeld: Ellen Meinen