Betere resultaten als PIA onder controle is
De darmziekte PIA, veroorzaakt door de bacterie Lawsonia intracellularis, kent drie uitingsvormen: Acute PIA, chronische PIA en subklinische PIA. Bij acute PIA zijn de symptomen duidelijk: zware varkens vallen plotseling uit, vaak met bloederige of zwarte mest.
Ook bij de tweede vorm, chronische PIA is in de stal meestal wel duidelijk dat er iets aan de hand is. 'De varkens groeien uit elkaar en vaak zijn er enkele bleke varkens en slijters met lang haar in de koppel. De uniformiteit is dan doorgaans slecht.'
Bij de laatste vorm, subklinische PIA, is aan de varkens zelf niets te zien. Wel is de voerconversie hoger en de dagelijkse groei van de varkens lager dan zonder die subklinische PIA-infectie. Het probleem is dat je niet weet of dit het geval is, als je dit niet meet.
Pas als onderliggende ziektes, zoals PIA, onder controle zijn kun je de genetische aanleg van de varkens benutten.
De hogere voerconversie en achterblijvende groei bij een subklinische infectie komen doordat de PIA-bacterie in de cellen van de darmwand gaat zitten. Die cellen maken dan veel minder verteringsenzymen aan dan normaal en de darmwand verdikt waardoor de opname van voedingsstoffen minder is. Deze laatste vorm geeft misschien wel de grootste schade in de varkenshouderij. De chronische en acute vorm vallen namelijk op. Daar kan direct actie op ondernomen worden om de schade te beperken. De subklinische vorm valt niet op waardoor het niet nodig lijkt om wel in actie te komen.
Subklinische PIA komt echter wel vaak voor. Een onderzoek in Denemarken waar bijna 80 bedrijven werden onderzocht op het vóórkomen van darmziekten, bleek PIA op 93% van die bedrijven voor te komen, ook al waren er op die bedrijven geen verschijnselen van de ziekte.
Veel varkenshouders hebben wellicht al wel een vermoeden dat PIA aanwezig is en steeds meer varkenshouders beginnen hierdoor met vaccineren. Al is het nog steeds zo dat dat het hier vaak om bedrijven gaat met de acute of chronische vorm van PIA.
Prestatieverlies
Voeraanpassing kan bijvoorbeeld met een lager eiwitgehalte in het voer of door extra vezels of zuren toe te voegen. Maar daarmee halen de varkens geen maximale prestaties. Bovendien pak je met aangepast voer de PIA-bacterie niet aan.
Als je je afvraagt of PIA op je bedrijf nu wel of niet een probleem is kun je bijvoorbeeld bloedonderzoek doen. Of beter nog: aan de slachtlijn van tien willekeurige varkens een stuk darm af knippen en dit in het laboratorium laten onderzoeken. Dan krijg je de meeste zekerheid.
Een andere mogelijkheid is ‘om en om’ proefvaccinaties uit te voeren. Dan moet je wel de resultaten goed bijhouden van de gevaccineerde en niet-gevaccineerde koppels om het voordeel te kunnen zien. Aan de hand van de verbetering van groei, voerconversie en uitval kun je het voordeel uitrekenen. Een orale vaccinatie kan eenvoudig, effectief en met weinig arbeid worden uitgevoerd. Zeker met de gratis vaccinatiepomp wordt vaccineren een fluitje van een cent.
De schade door PIA is onlangs duidelijk aangetoond door de resultaten van meer dan dertig wetenschappelijke studies bij elkaar te voegen. De studies zijn allemaal uitgevoerd op commerciële varkensbedrijven. Gemiddeld stijgt de groei met 37 gram, verbetert de voerconversie met 0,1 en de uitval daalt met 0,8 procent.'
Vaccin ruim terugverdiend
Een break-evenberekening laat zien dat de kosten van een PIA-vaccinatie al met een geringe verbetering van de resultaten zijn terugverdiend. De resultaten van ruim dertig praktijkproeven laten zien dat de netto-opbrengst van een orale PIA vaccinatie met Enterisol® Ileitis 14,70 euro per vleesvarkensplaats per jaar is. Daarnaast past het uitstekend in een duurzame veehouderij vanwege de efficiëntere voerbenutting.