Reconstructie komt niet van de grond
Er zijn weliswaar LOG’s waar zich nieuwe bedrijven hebben gevestigd en waar bestaande bedrijven zijn uitgebreid, maar eenzelfde ontwikkeling vond ook plaats in de omliggende verwevingsgebieden. Het eindoordeel van Rijksadviseur Yttje Feddes liegt er niet om. De reconstructie is mislukt op het gebied van ruimtelijke ordening, schrijft zij in het LOG-boek, waarin ze alle 136 LOG’s in de vijf reconstructieprovincies beschreef.
Gerbrand van ’t Klooster, secretaris van de commissie ruimtelijke ordening van LTO Noord, kent het onderzoek niet, maar vindt de conclusie van de Rijksadviseur voor het Landschap begrijpelijk. „Intensieve bedrijven ondervinden in de LOG’s meer weerstand van de maatschappij. Daarom is het wel te verklaren waarom de meeste bedrijven zich in het verwevingsgebied ontwikkelen.”
„Daar speelt ook mee dat sommige LOG’s niet op meest logische plekken zijn gesitueerd. Soms zitten milieu- en natuurregels, zoals Natura 2000, die na de invoering van de reconstructie van kracht werden, de ontwikkeling van een LOG in de weg.”
Afspraken nakomen
Om de verplaatsingen van bedrijven naar LOG’s weer in beweging te krijgen, vindt Van ’t Klooster dat de overheid er voor moet zorgen dat afspraken van de reconstructie worden nagekomen. „In verschillende reconstructiegebieden geeft de overheid geen gevolg aan de afspraken zoals gemaakt in de Reconstructiewet. Het is haar opgave om ruimte te scheppen voor bedrijfsontwikkeling.”
Omdat de overheid afspraken naast zich neerlegt, kunnen bedrijven die op een verkeerde plek zitten, dicht bij bebouwing of bij natuur, niet verder ontwikkelen, volgens Van ’t Klooster. „Dan is het logisch dat bedrijven die verder willen, worden verplaatst naar LOG’s die daarvoor zijn aangewezen.”
Een probleem is dat verplaatsers vaak op een muur van verzet stuiten bij onwonenden wanneer plannen voor de nieuwe vestiging van een intensief bedrijf in een LOG bekend worden. Van ’t Klooster pleit voor zoveel mogelijk openheid van de plannen. „Licht je plannen toe. Ga in gesprek met de omgeving. Zij zullen dan niet de handen in de lucht steken, maar je kweekt wel goodwill. De omgeving is soms best welwillend.”
Twee scenario’s
Om de beoogde concentratie van intensieve bedrijven in de daarvoor aangewezen gebieden weer in gang te zetten, schetst Feddes in haar onderzoek twee scenario’s. In het eerste pleit ze voor ‘de realisering van een beperkt aantal strategische LOG’s die met een hoge ambitie voor de landschappelijke kwaliteit en duurzaamheid worden ingericht’.
Met dit voorstel pleit de Rijksadviseur voor het Landschap voor het afschaffen van een aantal landbouwontwikkelingsgebieden die voor dat doel niet geschikt zijn. Afgelopen voorjaar gaf de provincie Noord-Brabant al aan dat zij het aantal concentratiegebieden voor intensieve bedrijven gaat verminderen.
In de tweede variant stelt zij het opheffen van de LOG’s voor met beperkte ontwikkelingsmogelijkheden voor uitbreidende bedrijven. Deze gebieden worden verwevingsgebied. Hierin zouden aan uitbreidingen vervolgens hoge eisen moeten worden gesteld op het gebied van milieu en dierenwelzijn en er zou verplicht compensatiegrond moeten worden ingebracht in een landschapsplan.
Ruimte scheppen
LTO-er Van ’t Klooster is voorstander van ‘gebiedsbenadering op enige afstand’. „Je moet kijken naar de ontwikkelingsmogelijkheden van bedrijven en de spreiding in en buiten de LOG’s. Het is de rol van de overheid om ruimte te scheppen voor bedrijfsontwikkeling van die paar bedrijven die willen verplaatsen.” Of dat nu in of buiten een LOG is, doet er wat hem betreft niet zoveel toe. „Het is toch al buitengewoon lastig voor verplaatsers om een geschikte locatie te vinden”, aldus Van ’t Klooster.
‘Provincie vergroot onzekerheid’
Piet van Thiel, varkenshouder en CDA-gemeenteraadslid in Velp (N.-Br.): „Ik vrees dat bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten komend voorjaar het onderwerp megastallen opnieuw in het middelpunt van de belangstelling komt te staan en tot inzet van de verkiezingen wordt gemaakt. Dat gebeurde bij de laatstgehouden gemeenteraadsverkiezingen immers ook.”
„Toen heeft mijn partij het CDA veel verloren aan dorpspartijen. De onzekerheid en de onduidelijkheid voor ondernemers zal blijven voortduren. Je kunt merken dat beslissingen worden uitgesteld. Bovendien wordt er gewacht op de rapportage over mogelijke verbanden tussen volksgezondheid en intensieve veehouderij. Of landbouwontwikkelinsgebieden zoals LOG Graspeel, waar ik zelf naar toe wil verplaatsen, er nog komen durf ik niet te voorspellen.”
„Er kan ontheffing worden aangevraagd bij de provincie op de afgekondigde bouwstop voor lopende vergunningaanvragen. Bij mij in de buurt heeft een bedrijf dat ook gekregen. Of mijn aanvraag ook wordt gehonoreerd durf ik niet te zeggen, maar het is natuurlijk logisch dat nieuwbouw tot vernieuwing en verbetering leidt op het gebied van dierenwelzijn en milieu. Dat is het frustrerende aan de huidige situatie.”
„Stilstand is achteruitgang. Mijn twee bedrijfslocaties in de extensiveringszone zijn gekocht door de provincie Noord-Brabant. Per 1 januari 2010 word ik gekort op de vergoeding die de provincie betaalt. Ik moest per 1 januari 2010 zijn verplaatst, dat was een voorwaarde van de regeling. De korting bedraagt de jaarlijkse afschrijving op de gebouwen.”
„Ze zeggen dat Europese regels hen verplichten dat te doen. Maar dezelfde provincie maakt het onmogelijk dat ik verplaats! Nu verkeert mijn bedrijf in een impasse, ik kan niet vernieuwen. Onlangs heeft de Raad van State bezwaarmakers tegen het LOG Graspeel in het ongelijk gesteld, onder andere omdat de beweging van de extensiveringszone naar de landbouwontwikkelingsgebieden moet doorgaan. Maar wat die uitspraak waard is? Dat zeggen ze al tien jaar, toen de Reconstructie werd gestart. Ik vind de voortdurende onzekerheid fnuikend.”
Reactie van de provincie:
„De materie is weerbarstig en er zijn meer gevallen zoals de zaak van Van Thiel. Maar er is nieuw beleid gestapeld op het bestaande beleid van de Verplaatsingsregeling Intensieve Veehouderij (VIV). Dit nieuwe beleid moet worden uitgevoerd door de provincie. Er kan ontheffing worden aangevraagd maar de procedure neemt tijd in beslag. Dat is onvermijdelijk.”
Vriezenveen verandert LOG in verwevingsgebied
In Vriezenveen (Ov.) deed het CDA water bij de wijn. Nadat het de verkiezingen verloor van de Gemeentebelangen Twenterand (GBT), met het LOG Fortwijk als inzet van de verkiezingsstrijd, vormden beide partijen een coalitie en bestaat het college van B en W nu uit bestuurders van beide partijen. Het college besloot in het LOG Fortwijk geen ruimte meer te bieden aan bedrijven die een bouwblok groter dan1,5 hectarewillen. Dat komt neer op dezelfde maximale oppervlakte als in verwevingsgebieden.
Fractievoorzitter Couzijn Bos van het CDA, werkzaam bij de Gezondheidsdienst voor Dieren, trad mede vanwege de discussie over de megastallen terug als fractievoorzitter. Hij is nog wel raadslid voor het CDA in de gemeente Twenterand. CDA-raadslid Johannes Schipper uit Westerhaar, werkzaam in de agrarische sector, licht de recente ontwikkelingen toe: „De grote meerderheid van de fractie is het eens met de genomen besluiten en Couzijn Bos is niet alleen vanwege de besluitvorming over het LOG Fortwijk teruggetreden.”
„Op een oppervlakte van1,5 hectarekunnen gezinsbedrijven echt nog wel uit de voeten en bovendien hebben we bedongen dat er wel ruimte voor nieuwvestiging van melkveebedrijven mogelijk moet blijven. Het is een lastige materie en Gemeentebelangen levert nu de verantwoordelijke wethouder. Nu zijn zij aan zet. Of het besluit van de gemeente Twenterand strandt bij de Raad van State moeten we afwachten. Ook zijn onze provinciale partijgenoten het niet met ons eens. Maar onze raadsfractie geeft in grote meerderheid de voorkeur aan duidelijkheid.”
Tekst: Erik Colenbrander
Ervaren freelance vakjournalist (52), opgeleid als ingenieur melkveehouderij en van jongs af aan gefascineerd door de boerenwereld en in het bijzonder de melkveehouderij en het weer. Met veel plezier richt ik me de laatste jaren ook op de akkerbouw, in het kader van een 'leven lang leren'.
Tekst: Stefan Buning
Geboren en getogen op een melkveebedrijf in de Achterhoek. Sinds 1998 werkzaam als redacteur bij Agrio. Als chef Melkvee is hij samen met zijn team verantwoordelijk voor het kritisch volgen van alles wat er in en om de melkveehouderij in Nederland gebeurt.
Beeld: Ingrid Zieverink