‘Wij willen trots zijn, ons niet verstoppen’
In een tijd waarin iedereen in de varkenshouderij praat over slechte prijzen, hoge kosten en strenge regels en varkenshouders één voor één moeten stoppen en bedrijfsovername te duur is, lijkt het alsof er niks meer mogelijk is in de sector. Dat er geen mogelijkheden zijn voor jonge ondernemers de sector in te stappen. De negatieve houding, die toch een beetje over de sector valt, deelt de 26-jarige Wouter Uwland totaal niet.
Al twee jaar heeft hij zonder kapitaal, ondersteuning van de bank of familie een goed lopende varkenshouderij met tweeduizend vleesvarkens. Zijn houding kun je typeren als positief eigenwijs. Na zijn opleiding ging Wouter werken bij een varkenshouder in Kraggenburg. Aan het eind van 2007, toen de biggenprijzen laag waren en de economie bijna op zijn gat lag, wilde zijn werkgever de biggen voor dergelijke lage prijzen niet van de hand doen. Dat was het moment voor Wouter om zijn jaarlange ambitie en droom van een eigen bedrijf te verwezenlijken.
Meerdere stallen te huur
„Ik dacht: Waarom koop ik die biggen niet”, vertelt Wouter, die op dat moment nog geen stal voor de dieren had. „In de Flevopost heb ik toen een advertentie gezet voor een varkensstal.” „Ik kreeg een reactie voor een stal in Tollenbeek en ik februari 2008 ben ik begonnen. De stal lag nog niet vol of Agrifirm belde op dat ze een andere stal hadden en of wij die stal niet wilden overnemen.
In juni 2008 hadden wij een tweede stal in Bant, maar die stal was twee jaar niet schoongemaakt en moest dus grondig worden schoongemaakt. In het najaar van 2008 konden we een derde stal in Espel huren, maar dat vonden we te snel gaan. Uiteindelijk hebben we in maart 2009 de stal toch gehuurd. Binnen één jaar hadden we drie stallen met tweeduizend vleesvarkenplaatsen in de periode waar alleen de zomer een kleine opleving kende.”
Geen startkapitaal
Voor Wouter en zijn vrouw Caroliene was dit de enige mogelijkheid om varkens te houden. In Winterswijk hadden zijn ouders wel een bedrijf, maar met 20 koeien, 80 zeugen en tien hectare. Geen bedrijf met perspectief om over te nemen. Een boerderij kopen of pachten was voor hen ook onmogelijk. „Daar heb je familie of de bank voor nodig”, zegt Caroliene.
„Voor een eigen bedrijf moet je een startkapitaal hebben. De banken hebben mooie reclameboodschappen, maar ze wilden ons nog minder lenen dan dat de eerste vijfhonderd biggen waard waren.” Wouter: „Uiteindelijk heeft Agrifirm ons geholpen. De resultaten van het bedrijf in Kraggenburg waar ik verantwoordelijk voor was, waren goed.”
„Gebaseerd op die resultaten en de manier waarop ik het bedrijf bestuurde, wilde Agrifirm ons ondersteunen. Ik heb daar laten zien dat ik vakbekwaam ben.” En hoe kwam hij aan de productierechten? „De varkensrechten lease ik gewoon elk jaar. Het is een slechte investering om in deze tijd de rechten te kopen.”
Nauwelijks verschil
Het eerste jaar was voor Wouter een zoektocht om de resultaten op zijn varkensbedrijven te verbeteren. „Het was bijvoorbeeld zoeken naar de juiste kruisingen. De eerste kruising met Topigs 20 en A430 zeug beviel mij niet. Ze groeien goed, maar ze vreten ook veel. Ik heb nu Piétrain en deze zitten onder een voederconversie van 2,7.” Ook in de gedateerde en verschillende stallen moest Wouter zijn weg vinden. „In een van de stallen stond de ventilatie verkeerd afgesteld.”
„Maar gaandeweg kom je achter alle fouten in de stallen en raak je vertrouwd met de details. Nu is er nauwelijks verschil tussen de resultaten van de stallen onderling.”
„In het begin was ik niet echt succesvol met de varkens. Ik was zoekende en behaalde nergens de beste resultaten. Met de stallen gaat het nu goed en ik ben ook tevreden met de Piétrains. Ze zeggen wel dat deze varkens luxe nodig hebben, maar dat was twintig jaar geleden zo toen de stallen nog anders waren en het ras nog niet zo sterk was.”
Een nadeel van het bedrijf is dat de drie stallen ver van elkaar liggen. Wouter en Caroliene wonen nog in Dronten en ze moeten elke dag op en neer pendelen tussen de stallen. Daarnaast werkt Caroliene als docent op de CAH Dronten en studeert ze nog, en werkt Wouter buiten zijn eigen bedrijf. De combinatie is lastig. „Ik heb bij elkaar toch wel een dag reistijd in de week om op en neer te reizen tussen stallen, werk en woning. Wat ik belangrijk vind, is dat ik de stallen nooit verlaat als niet alles honderd procent in orde is.”
„Elk probleem moet consequent eerst zijn opgelost voordat ik wegga, want ik kom pas 24 uur later weer terug. Daarnaast heb ik een goed contact met de eigenaren of boeren van de stallen. Bij alarm gaan ze eerst kijken. Als de stroom uitvalt, zetten ze dat gewoon weer aan. Ik heb veel overleg met hen en drink koffie met hen ook al heb daar soms geen tijd voor.”
Schoon werken
Inmiddels is Wouter tevreden over de resultaten van zijn bedrijf. „De kostprijs is een fractie lager dan een gemiddeld bedrijf in Nederland. Wat ik met de goedkopere mestafzet in de Flevopolder verdien, verlies ik weer met de extra reistijden en de gedateerde stallen. De voerkosten zijn iets hoger, maar de kosten voor de stallen weer wat lager.”
Er is een aantal factoren waarom het bedrijf van Wouter Uwland in Dronten na twee jaar al succesvol is. „Ik heb een varkensbedrijf in een varkensarm gebied met veel akkerbouwers. De mestafzetkosten zijn scherp en bedragen ongeveer vijf euro. Daarnaast zijn de kosten voor de stal relatief laag. De hygiëne in de stal is goed. Je kunt bij wijze van spreken van de vloer eten. Schoon werken is belangrijk. Ik gebruik weinig antibiotica of medicijnen en heb een uitval van twee procent.”
„De dierenartskosten zijn daardoor laag, maar ook omdat ik bijvoorbeeld zelf een schietmasker heb aangeschaft. Voor het doden van zieke varkens hoef ik niet meer de dierenarts te bellen en kan ik de zieke dieren snel opruimen en zo voorkom ik verspreiding van ziekten. Vion praat al over verplichten, omdat veel veehouders wachten met het doden van zieke varkens, omdat de dierenarts toch volgende week komt. Het all-in-all-out systeem werkt bovendien efficiënt.”
Nog drie jaar vooruit
De drie stallen zijn voor Wouter het begin van zijn ambitie. Op termijn wil hij een gesloten bedrijf met eigen zeugen. „Met een gesloten bedrijf ben je minder afhankelijk van de grillen van de markt. We stikken nu bijvoorbeeld van de biggen en ik wil dat zelf in de hand hebben. We hoeven niet altijd een 100 procent bezetting te hebben, maar durven ook met een mindere bezettingsgraad te werken.”
„2013 is voor ons het volgende punt. De gedateerde stallen moeten volgens de huidige richtlijnen worden aangepast, maar die hoge investeringen zullen de eigenaren waarschijnlijk niet doen. We moeten dus afwachten welke regels er in 2013 gaan gelden. Het is afhankelijk van die wetgeving of we door kunnen met de huidige stallen. Dan moeten we op zoek naar nieuwe stallen. Naar verwachting zal een groot aantal varkenshouders in 2013 stoppen, waardoor er stallen vrijkomen. Zelfs in de polders. We wachten af en kijken rond. Voorlopig kunnen we nog ongeveer drie jaar vooruit.”
Streekeigen varkensvlees via internet
Een bijzonder onderdeel van het varkensbedrijf van Wouter en Caroliene Uwland is de internetwinkel voor hun eigen varkensvlees Polder Porque. Particulieren en bedrijven kunnen via de internetsite www.polder-porque.com een vleespakket aanschaffen en dit wordt in EPS-dozen per post afgeleverd. Dit is voor Nederland uniek. „We willen ons varkensvlees onder streekeigen merknaam verkopen”, vertelt Caroliene. „Het varkensvlees uit de anonimiteit halen.”
Wouter: „We werken hetzelfde als 98 procent van de varkenshouders in Nederland, maar wij willen met trots het verhaal vertellen en niet vanuit een verdediging, maar vanuit feiten. Ik ken een varkensboer die zijn silo’s heeft verplaatst, zodat ze niet meer zichtbaar zijn vanaf de weg. Dat niemand ziet dat zijn bedrijf een varkenshouderij is.”
„Dat willen wij dus niet”, vervolgt Caroliene. „Wij willen trots zijn. Wij willen de consument vertellen waar het vlees vandaan komt en vanuit een positief idee uitleggen hoe het wordt geproduceerd.”
Kwaliteit boven supermarktvlees
De kwaliteit van het vlees dat Polder Porque via internet verkoopt, ligt volgens Wouter ver boven de kwaliteit van de supermarkt. „Dit is de kwaliteit die normaal naar Duitsland gaat. Elke zondag selecteer ik een aantal van de beste gelten. Ze moeten niet alleen een mooie kont hebben, maar ook mooi lopen. Bovendien heeft het Piétrainvarken een goed bevleesd karkas. Deze gelten gaan ’s maandags naar slager Van der Weg in Oosterwolde.”
„Het vlees wordt dezelfde dag en dinsdag vacuüm verpakt. Het vlees in de supermarkten wordt veelal een week na slachting verpakt. Het is soms meerdere dagen oud… Er worden aan ons vlees geen conserveringsmiddelen toegevoegd en de varkens zijn vrij van medicijnen en antibiotica.”
Ze zijn in juli begonnen met de internetverkoop. Een pakket van 6 kg varkensvleesproducten kost 45 euro en dat is gezien de kwaliteit niet duur. Groot is het aantal klanten nog niet, want vlees kopen via internet blijft volgens Caroliene nog een beetje eng voor de consument, maar de potentie om van hun varkensvlees een streekeigen merk Polder Porque te maken, is groot.
De afgelopen weken hebben ze verschillende gesprekken gevoerd met slagers en organisaties als Flevo Natuurlijk, maar binnenkort volgen gesprekken met onder meer Welkoop. Wouter: „Voor de toekomst willen we toch met innovatieve stalconcepten komen. Meer dierenwelzijn met mogelijkheden voor de varkens om buiten te lopen, maar biologisch willen absoluut niet worden.”