Rol influenza nog vaak onderschat
Terwijl dierenarts Chris Schouten nog even snel een paar bloedmonsters in de centrifuge plaatst, laten Willie Loeffen en Tom Meyns zich de worstenbroodjes van dierenartsenpraktijk Aadal goed smaken. Varkensgriep ofwel influenza is het gespreksonderwerp voor de komende uren. Schouten schuift aan. „Vooral bij koud en vochtig weer krijgt het influenzavirus kansen zich te verspreiden. En dat merken we in ons dagelijks werk”, aldus Schouten.
„We zien dan vooral verschijnselen van acute vormen van influenza zoals grieperige varkens met koorts, geen eetlust en luchtwegproblemen. Bij de zeugen uit zich dat ook in verwerpen en minder vitale biggen.” DierenartsTom Meyns van Merial stelt vast dat influenza ook meer sluimerende en chronische vormen kent.
„Zowel op zeugen- als vleesvarkensbedrijven spelen soms problemen met minder herkenbare symptomen die uiteindelijk te herleiden zijn tot influenza. Denk aan het minder vlot verlopen van geboortes, slappere biggen en minder goed vreten door de zeugen. En bij de vleesvarkens zie je longproblemen en groeiachterstand.”
Drie typen influenzavirus
Wetenschapper Willie Loeffen grijpt de gelegenheid aan om uit te leggen dat drie typen van het influenzavirus een rol spelen in de Nederlandse varkenshouderij. Lees ook ‘Influenza is op bijna elk bedrijf’. „H3N2 is een overblijfsel van de Hong Kong-griep uit 1968 en is sinds die tijd aanwezig. Daar kwam in 1979 H1N1 bij die in de jaren tachtig van de vorige eeuw zo nu en dan flinke griepproblemen veroorzaakte. Begin jaren negentig kregen we te maken met het H1N2 type dat vanuit Engeland begon aan een opmars in de Europese varkenshouderij.”
Wetenschappelijk gezien is er weinig bekend over de verdeling en de invloed van de drie virustypes. Loeffen: „H1N2 hebben we in Nederland nog nooit in het laboratorium kunnen isoleren.” Meyns: „Uit onze bemonsteringen blijkt dat alle drie typen veelvuldig voorkomen in de varkenshouderij. H3N2 vinden we het minst.” Schouten constateert dat de rol van de drie typen varieert qua tijd en plaats. „Vaak zien we griepgolven die door één van de drie typen wordt veroorzaakt. Dit jaar zagen we bijvoorbeeld in augustus-september hier in Midden-Brabant een golf van H1N1-influenza over de bedrijven trekken.”
In de praktijk heerst de indruk dat H1N2 de grootste lastpak van de drie is. Schouten: „Bij ernstige griepproblemen op bedrijven constateren we bij onderzoek vaak een flinke stijging van de H1N2-antistoffen in het bloed. En we hebben ook de indruk dat dit virustype meer endemisch is dan de andere twee. Dat wil zeggen dat het langdurig, soms wel maandenlang, binnen een bedrijf problemen kan blijven veroorzaken.”
Willie Loeffen: „Dat de varkenshouderij al tientallen jaren schade ondervindt van het influenzavirus komt doordat het virus erg succesvol is. Onder meer omdat het virus continu verandert en daardoor kansen krijgt om de afweer van dieren te omzeilen.”
Gespeende biggen als reservoir
Dat influenza bij varkens meer en vaker problemen veroorzaakt dan bijvoorbeeld bij mensen, komt volgens Tom Meyns door de snelle generatiewisseling op varkenshouderijbedrijven. „Daardoor ontstaat er als het ware een continue ‘flow’ van dieren die nog nooit een besmetting hebben doorgemaakt en dus gevoelig zijn voor influenza. Dit maakt het ook mogelijk dat het virus gedurende langere tijd blijft doorwoekeren op een bedrijf.”
Het promotieonderzoek van Willie Loeffen leverde aanwijzingen op dat vooral de gespeende biggen fungeren als reservoir voor influenzavirussen die daardoor langdurig kunnen zorgen voor gezondheidsproblemen binnen een varkenshouderijbedrijf. „Toch heb ik bij de gespeende biggen zelf nooit veel ziekteverschijnselen door influenza gezien”, zegt Loeffen. „In mijn onderzoek zag ik dat vooral zwaardere vleesvarkens erg gevoelig leken voor een influenza-infectie.”
Volgens dierenarts Schouten is de huidige praktijk in de varkenshouderij anders en kunnen ook gespeende biggen en net opgelegde vleesvarkens flink last hebben van influenzavirussen. „We ervaren dat een influenzabesmetting bij gespeende biggen vaak leidt tot een zeer moeilijke start in het vleesvarkenshok. Dit is bijvoorbeeld ook de reden dat handelsbedrijf Reuling Intervar routinematig longspoelingen van gespeende biggen laat onderzoeken, onder meer op aanwezigheid van influenzavirus, om zo een beter beeld van de kwaliteit van de biggen te krijgen.”
Aanjager van andere ziekten
De grootste schade als gevolg van influenza lijkt niet zozeer de influenza-infectie op zich te zijn, maar het feit dat influenza vaak een wegbereider en aanjager is voor andere ziektekiemen. De drie deskundigen zijn het erover eens dat de rol van influenza als veroorzaker van gezondheidsschade bij varkens nog vaak lijkt te worden onderschat.
Meyns: „Influenza tast de natuurlijke afweer van de longen aan en maakt ze gevoeliger voor secundaire problemen. Onder meer PRRS, mycoplasma, APP, pasteurella en streptococcen krijgen dan kansen met alle gevolgen van dien.”
Ook het omgekeerde geldt. Als andere kiemen ontbreken, kan de schade van een influenzabesmetting erg meevallen. Schouten: „Daarom veroorzaakt influenza op SPF-bedrijven doorgaans weinig problemen. Varkens met influenza kunnen dan wel een weekje ziek zijn en minder vreten en groeien; vaak halen ze de opgelopen groeischade verderop in de mestperiode nog weer in ook.”
Gerichte aanpak
Het oplossen van gezondheidsproblemen waarbij influenza mogelijk een rol speelt, begint met het stellen van een gedegen diagnose. Dierenarts Schouten baseert zich daarbij, naast eventuele klinische verschijnselen, op de uitkomsten van onder meer bloedonderzoek en ook longspoelingen.
„Vooral voor gespeende biggen zijn longspoelingen een geschikte methode. Bij deze categorie zijn de resultaten van bloedonderzoek minder goed bruikbaar, omdat daarin soms nog van de moeder meegekregen antistoffen aanwezig zijn, de zogenoemde maternale immuniteit.”
Willie Loeffen benadrukt dat resultaten van bloedonderzoek alleen bruikbaar zijn, als dat meerdere keren is uitgevoerd. „Je kunt bij een eenmalig bloedonderzoek wel antistoffen tegen influenza vinden, maar dan weet je alleen dat het dier ooit een influenza-infectie heeft doorgemaakt en niet of dat ook de veroorzaker van de problemen is. Als je resultaten van twee of meer bloedonderzoeken hebt, krijg je het verloop van antistoffenniveaus in beeld, en kun je de influenza-infectie in de tijd plaatsen.”
Terughoudendheid met antibiotica
Schouten meldt dat onderzoek van longweefsel een goede aanvulling kan zijn. Een influenza-infectie tast longweefsel aan en veroorzaakt daarbij een heel herkenbaar beeld. „Zeker nu terughoudendheid met inzet van antibiotica belangrijker is dan ooit, is het zaak om duidelijk te krijgen welke kiem de problemen veroorzaakt. Pas als er naast influenza ook bacteriën in het spel zijn, kan een behandeling met antibiotica zinvol zijn.”
Tom Meyns vertelt dat Merial sinds kort een sneltest aanbiedt waarmee een dierenarts met behulp van neusswabs en teststicks op een varkensbedrijf binnen een kwartier kan vaststellen of er sprake is van een influenza-infectie.
Het weren van het influenzavirus van een varkensbedrijf door het toepassen van een strikte bedrijfshygiëne is volgens de drie deskundigen vrijwel onbegonnen werk. Het griepvirus is erg besmettelijk en verplaatst zich onder meer via de lucht, waardoor het in vrijwel elk varkensbedrijf af en toe opduikt. Alleen filtering van binnenkomende stallucht (zie artikel elders in dit nummer) zou het virus mogelijk kunnen stoppen.
Vaccinatie de beste bescherming
Vaccineren van varkens tegen influenza is tot nog toe de beste manier om de dieren te beschermen tegen een influenza-infectie. Merial bracht dit jaar een vaccin op de markt dat bescherming biedt tegen H1N1, H3N2 en H1N2. Daarvoor waren alleen vaccins beschikbaar waarin slechts het H1N1 en het H3N2-subtype zijn verwerkt. Meyns: „Daarmee biedt dit nieuwe vaccin een bredere en betere bescherming tegen influenza.”
Vaccinatie kan zowel bij zeugen als bij vleesvarkens. In de zeugenhouderij is vaccinatie tegen influenza heel gebruikelijk. In de vleesvarkenshouderij is dat minder het geval. Dierenarts Schouten heeft goede ervaringen met vaccinatie tegen influenza op enkele vleesvarkensbedrijven met chronische problemen. „Er waren meerdere ziekteverwekkers in het spel. Pas na vaccinatie tegen influenza lukte het om de problemen onder de knie te krijgen.”
Dat vleesvarkenshouders niet massaal kiezen voor vaccinatie tegen influenza snapt Schouten wel. „Het vaccin is niet goedkoop en ieder varken moet je twee keer enten. Dus er is ook relatief veel arbeid mee gemoeid. Of vaccinatie in de vleesvarkenshouderij rendabel is, hangt sterkt af van de bedrijfssituatie en de rol van influenza bij eventuele gezondheidsproblemen.”
Influenza is op bijna elk bedrijf
Influenza (griep) is een veel voorkomende ademhalingsziekte bij mens en dier. Veroorzaker is het influenzavirus. Er zijn drie typen influenza die in de Nederlandse varkenshouderij een rol spelen: H1N1, H3N2, en H1N2. Er is vrijwel geen varkensbedrijf waar influenza niet zo nu en dan de kop opsteekt.
Bij varkens leidt influenza onder meer tot acute luchtwegproblemen. Ook terugkomen van zeugen en verwerpen wordt in verband gebracht met het influenzavirus. De klinische verschijnselen van influenza kunnen sterk uiteenlopen: van volledig symptoomloos tot een echte griepgolf die over het hele bedrijf trekt. Vooral in combinatie met andere ziektekiemen zoals PRRS, mycoplasma en APP kan influenza veel problemen en een grote bedrijfseconomische schade veroorzaken.
Willie Loeffen
Willie Loeffen werkt als onderzoeker bij het Centraal Veterinair Instituut (CVI) in Lelystad. In 2008 promoveerde hij op varkensinfluenza. Loeffen ging al in de jaren negentig van start met zijn promotieonderzoek. Hij werkte toen nog bij de Gezondheidsdienst voor Dieren in Boxtel.
Chris Schouten
Chris Schouten werkt sinds 1989 als gespecialiseerd varkensdierenarts. Schouten is dierenarts bij Dierenartsen Combinatie Aadal in Heeswijk-Dinther. Daar werken 21 dierenartsen, waarvan 12 gespecialiseerd in de varkenshouderij.
Tom Meyns
Tom Meyns studeerde in 2002 af als dierenarts aan de Universiteit van Gent. Hij bleef daarna bij de universiteit werken en deed postdoconderzoek naar luchtwegproblemen bij varkens. Sinds 2009 werkt Meyns voor farmaceutisch bedrijf Merial als technical service dierenarts.
Tekst: Berrie Klein Swormink
Beeld: Twan van Asseldonk