‘Na Denen zijn Hollanders aan zet in Letland’
Meer dan duizend jaar later zetten Scandinaviërs opnieuw voet aan wal langs de schilderachtige oevers van de Daugavpils. Deense varkenshouders startten in de 21ste eeuw grootschalige projecten op in heel Oost-Europa en in het bijzonder in Letland. De hoofdstad van dit 2,2 miljoen inwoners tellende land, Riga, ligt in een baai aan de Oostzee. Door zijn ligging is de middeleeuwse stad al eeuwenlang een knooppunt tussen Scandinavië en Rusland. Letten en Denen zijn vertrouwd met elkaar, al eeuwenlang.
Handvol Deense projecten
Het is geen wonder dat jonge Letten in de jaren negentig van de vorige eeuw, toen Letland en de andere Baltische Staten Estland en Litouwen hun onafhankelijkheid herwonnen en de Sovjet-Unie uiteenviel, hun heil zochten in Denemarken. Dat land verschafte hen ruimhartige langdurige werkvergunningen. Eva Branta Nelleman was een van hen. Ze volgde destijds een landbouwopleiding in Letland en ging werken op Deense varkenshouderijen.
Eenmaal terug in Letland startte ze een studie PR en communicatie, maar een van de Deense varkenshouders waarvoor ze had gewerkt, vroeg haar mee te werken aan het verkrijgen van vergunningen voor een varkenshouderijproject in Letland. Die handschoen pakte ze op en zeven jaar later geeft ze leiding aan een adviesbureau genaamd ActusQ met zeven medewerkers, gespecialiseerd in projectmanagement, agrarisch onroerend goed, administratie en juridisch advies.
In zeven jaar tijd begeleidde Nelleman een handvol projecten waarbij Deense varkenshouders zijn betrokken. Soms als investeerder vanuit Denemarken, in andere gevallen als eigenaar/directeur, belast met de dagelijkse leiding.
Succesfactoren
Meerdere projecten mogen als geslaagd worden beschouwd, een aantal is nog in ontwikkeling en een aantal projecten is gedoemd te mislukken. „Als het niet lukt, ligt het niet aan het land of aan het systeem, maar aan de projectmanager”, poneert Nelleman stellig. „Wie met de vinger naar een ander wijst, wijst met vier vingers naar zichzelf.” Moet je als investeerder dagelijks bij de leiding betrokken zijn en in Letland wonen? Dat is volgens Nelleman niet per definitie het geval.
Je kunt niet zondermeer stellen dat Letten geen leiding kunnen geven en verantwoordelijkheid kunnen dragen en dat Denen er per definitie wel een succes van maken. Maar in de meeste gevallen moet er flink in personeel worden geïnvesteerd dat gedurende een jaar of vijf intern moet worden opgeleid om een moderne varkenshouderij te kunnen runnen.
Nelleman raadt het af om te investeren in bestaande doorgaans verouderde voormalige staatsbedrijven. Weliswaar zijn ze te koop voor een luttel bedrag, overigens mondjesmaat, maar het blijft vaak aanmodderen. Grootschalige nieuwbouwprojecten hebben de potentie om veel betere technische resultaten op te leveren en een veel hogere efficiëntie te bereiken, is de ervaring van de Letse.
EU-subsidie
Bovendien verstrekt de Europese Unie in ieder geval tot 2013 forse subsidies op nieuwbouwprojecten, tot 45 procent van het totale investeringsbedrag. Jonge boeren onder de veertig ontvangen nog tien procent extra. Sinds 2004 hoort Letland net als de beide andere Baltische Staten tot de Europese Unie.
De hectaretoeslagen die vanuit Brussel naar de Baltische Staten worden overgemaakt, mogen dan de laagste van de hele Europese Unie zijn, toch wordt de Achterhoek van Europa niet vergeten. Met Brusselse gelden worden wegen aangelegd, lokale nutsvoorzieningen in de dorpen op het platteland gemoderniseerd en grootschalige landbouwprojecten gestimuleerd.
Onlangs ontving Nelleman op haar kantoor de Letse minister van Landbouw: Haar boodschap: „Dit land kan niet leven van de prachtige natuur. Er zal op het platteland in economische activiteiten moeten worden geïnvesteerd anders trekt de komende generatie massaal naar Riga. Daar liggen de lonen veel hoger.”
De tijd staat stil
Een doorsnee salaris in Letland is 600 euro per maand en op het platteland nog lager. De gang van zaken in het bosrijke binnenland, waar de tijd in de dorpen her en der lijkt te hebben stilgestaan, gaat haar aan het hart. Het land telt 80.000 geregistreerde boerenbedrijfjes op een bevolking van 2,2 miljoen inwoners.
Maar het aantal familiebedrijven dat moderniseert en op moderne wijze produceert, is zeldzaam. De tijd staat stil. Nelleman: „Tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog was Letland ook onafhankelijk. We exporteerden boter en bacon door heel Europa. Het kan dus wel! Dit land heeft zoveel potentie, maar het wordt niet benut. Voor varkensvlees zijn we bij lange na niet zelfvoorzienend. Grondbezitters strijken de hectaretoeslag op en laten het land één keer per jaar maaien, dat is verplicht. Er zou zoveel meer kunnen worden gedaan met de grond.”
Grondverwerving
Dertig tot vijftig procent van de Baltische Staten bestaat uit bos. Het overige areaal bestaat uit doorgaans vruchtbare landbouwgrond. Het groeiseizoen is kort, Letland kent ondanks de ligging bij de Oostzee een landklimaat hoewel er voldoende neerslag valt (600 millimeter). Het korte groeiseizoen beperkt de gewasopbrengst, maïsteelt is nagenoeg onmogelijk. Maar de grondprijs is laag, maximaal 5.000 euro per hectare.
Hoe verder je richting de grens met (Wit) Rusland gaat, hoe lager de prijs. Nelleman: „Hier in Letland weet je wat je koopt. Een privé persoon uit het buitenland kan geen grond kopen, maar een onderneming wel. Er is een goede elektronische databank met eigendomsregistratie beschikbaar. In Rusland weet je het nooit zeker of het je eigendom is en wat er achter schuilgaat.”
Maar het is de kunst om aaneengesloten grote kavels te vinden die voldoende zijn onderhouden en te koop worden aangeboden. In combinatie met vergunningen voor grootschalige intensieve veehouderij is het helemaal een moeilijk verhaal. Net als in Nederland is er een MER rapportage nodig als de bedrijfsomvang een zekere grens overschrijdt. Wie EU-subsidie wil opstrijken, moet aan de West-Europese milieu-en welzijns eisen voor grootschalige varkenshouderij voldoen.
Green Fields
Onroerend-goedbemiddelaar ActusQ biedt een grootschalige projectlocatie aan in het oosten van Letland, met alles erop en eraan. In fasen moet er een grootschalige gesloten varkenshouderij verrijzen die plaats biedt aan 1.800 zeugen en jaarlijks 48.000 slachtvarkens oplevert. Gelegen nabij de goed ontsloten Oostletse hoofdstad Jekabpils, op twee-en-half uur rijden van Riga. Bouwtekeningen en vergunningen liggen klaar.
Grondverwerving is niet per se nodig, mestafzetcontracten volstaan, maar er ligt 1.700 hectare goed onderhouden grond klaar om synergie-effecten met de varkenshouderij tot stand te brengen. Voer voor mest. Een paar jaar lang deed Eva Nelleman erover om de regionale bevolking ervan te overtuigen dat de komst van grootschalige varkenshouderij de streek niet schaadt, maar de werkgelegenheid juist ten goede komt.
Liever geen vreemdelingen, denken de Letse plattelandsbewoners. Niets menselijks is hen vreemd, maar nu staan de stallen van het voormalige Sovjet staatsbedrijf behorende bij de Green Fields leeg, al beheren Deense investeerders de landerijen door akkerbouw te plegen.
Geen Hollanders
De goedlachse energieke Let Armand Bracs is bedrijfsleider. Trots laat hij de uitgestrekte vlakke en voor het gros aaneengesloten landerijen zien. Met vruchtwisseling van granen en koolzaad houdt hij de gronden vruchtbaar. Zodra de winter invalt, komt hij met zijn personeel naar West-Europa, dan hebben ze mooi de tijd om zich te verplaatsen in het land van hun toekomstige werkgever.
De vergunningen voor het Green Fields project van ActusQ zijn rond, maar de animo vanuit Denemarken om te investeren is verdwenen. De huidige eigenaren trekken zich terug vanwege bedrijfsoverdracht in Denemarken en kapitaal vanuit de Deense varkenshouders om te investeren is er niet meer. Ze zijn hard getroffen door de crisis, omdat hun landbouwgrond korte tijd tientallen van procenten in waarde daalde.
Nelleman: „Waarom investeerden Denen wel in deze regio’s maar de Hollanders niet? In Nederland is de sector net zo groot van omvang en kwalitatief net zo goed als de Deense varkenssector. Vergeleken met West-Europa ligt de varkensprijs in Rusland gemiddeld op een 25 procent hoger niveau en ten opzichte van landen als Hongarije en Roemenie biedt Letland een betere toegang tot de Russische markt. Ook kun je hier makkelijker grond kopen.”
Verhouding met Rusland
Bracs vult aan: „De exportonzekerheid is een complicerende factor. Toch zijn de Baltische Staten een uitstekende springplank naar de gigantische groeimarkt van 280 miljoen Russen. Wij zijn begin jaren negentig van de Sovjet-Unie bevrijd, maar twintig jaar later zijn we in economische zin nog steeds aangewezen op Rusland.”
Naarmate je de oostgrens nadert, neemt het Russische deel van bevolking steeds verder toe. Rusland is een economische realiteit waar Letten mee hebben leren leven, ook al zet het zelfs hun eigen Letse taal, hét symbool bij uitstek dat hun nationale identiteit symboliseert, onder druk. Wat voor nut heeft het voor West-Europese investeerders om Lets te leren?
Russische spreekvaardigheid heeft oneindig veel meer betekenis in het zaken doen. Is het noodzakelijk om de eigen taal te spreken, doen Letten anders geen zaken met je? Eva Branta Nelleman wekt niet die indruk. Ze komt in West-Europees en gaat er prat op dat er met Letten in tegenstelling tot veel andere Oost-Europeanen op een Westerse manier zaken te doen is. U vraagt, wij draaien.
Armand Bracs laat wel iets van de aversie doorschemeren die er heerst tegen de Russen. „Als je met zijn tienen aan de praat bent en er is een Rus bij, dan is Russisch de voertaal. Dat stuit me tegen de borst. Maar is bij jullie de verhouding tussen Nederland en Duitsland niet vergelijkbaar? Wij kunnen prima samenwerken met de Russen en Rusland.”