Maarten Rooijakkers: ‘Kostprijs biggen ligt een kwartje hoger’
Als ZLTO-voorzitter Varkenshouderij heeft hij niet alleen een voortrekkersfunctie, maar voor hem is dit ook de wijze waarop hij zijn bedrijf wil voeren. Zijn zeugen liggen op stro en de biggen gaan naar Beek en Donk, waar zijn broer John een innovatieve vleesvarkensstal heeft met vleesvarkens die in grote groepen van vierhonderd dieren leven. Beiden zijn ze in hun bedrijfsvoering al verder ontwikkeld dan wat nu gangbaar is.
Good Farming Star past daarin, want met grotere oppervlakte per varkens, speelmateriaal en allerlei andere maatregelen onderscheidt dit concept zich ook van gangbaar. Maarten Rooijakkers: „Mede door dit concept heeft de politiek het Varkensbesluit aangepast. Het concept was geen dag te vroeg. De markt heeft gedaan wat de politiek bijna had beslist. Daarnaast komt het vlees op de Nederlandse markt terecht en mensen die dit kopen, weten dat het vlees in Nederland is geproduceerd. Dat is belangrijk voor de sector, maar ook voor de consument.”
Meerkosten beperkt
Inmiddels zijn de eerste vleesvarkens afgeleverd en is Rooijakkers tevreden met het concept. „Het concept is redelijk inpasbaar en de extra inspanning wordt beloond. In de zeugenhouderij lijken de meerkosten beperkt te zijn. Het is vooral het afbreekbare speelmateriaal als stro en henneptouw, en extra nestmateriaal tijdens het werpen, dat extra tijd en geld kost.”
„Verder zijn goede bedrijfs- en gezondheidsprotocollen belangrijke voorwaarden. Het grote voordeel is het niet-castreren. Ik schat de meerkosten op zo’n 25 cent per big.” Omdat Maarten Rooijakkers samen met zijn broer een min of meer gesloten bedrijf heeft, is de afzet van biggen geen probleem. Wie dat niet heeft en als zeugenhouder toch aan het concept wil meedoen, wordt door Rooijakkers geadviseerd om de afzet eerst goed te regelen en een goede relatie met de afnemer op te bouwen.”
Extra vergoeding
Op het vleesvarkensbedrijf, dat zijn broer bestuurt, worden de meerkosten naast speelmateriaal vooral bepaald door de grotere oppervlakte per dier. Rooijakkers: „De meerkosten zijn door DLV per bedrijf doorgerekend. Als je bijvoorbeeld een hok van acht vierkante meter hebt, mag je onder gangbaar tien vleesvarkens houden. Met het Good Farming Star concept zijn dat acht varkens. 20 procent minder. Hebben de hokken ongunstige afmetingen en ga je van elf naar zeven varkens terug, dan kan dat percentage nog hoger worden.”
„Het is dus niet geschikt voor ieder bedrijf. Vion betaalt tot negen cent per kg extra vergoeding uit. Bedrijven die hoger uitkomen, krijgen het advies niet mee te doen, want anders worden de kosten voor Vion te hoog en kan het vlees niet meer concurreren.” De meerkosten zijn niet de enige financiële compensatie die varkenshouders ontvangen. „Er is een extra continuïteitstoeslag van 4 euro per varken. Dat ontvang je als de varkens aan een bepaald gewicht, minimale spek- en spierdikte voldoen.”
„In de praktijk komt dat op ons bedrijf neer op zo’n 50 procent van de varkens. Per varkens ontvangen we dus 2 euro toeslag.” De ZLTO-voorman zegt tevreden te zijn over het systeem van vergoedingen en toeslagen. „Voor ons is er geen enkel risico. Als het concept niet bevalt, kunnen we er zo uitstappen en weer overgaan op 0,8 vierkant meter per dier. Dat geeft een veilig gevoel.”
‘Varkens groeien beter’
De beren worden op het vleesvarkensbedrijf van Maarten en John Rooijakkers apart gevoerd, omdat beren ander voer en management nodig hebben. „Borgen worden sneller vet en hebben een betere voerconversie en een betere spier- en spekverhouding”, legt Maarten Rooijakkers uit.
„Dat levert een betere kwaliteit varken op met een betere voerconversie. Doordat we nu minder varkens per vierkante meter houden, lijken alle varkens beter te groeien. Ze kunnen gemakkelijker bij de trog en eten beter en hebben minder stress. Het rendement per varken lijkt hoger te liggen en we hebben de indruk dat ze ook eerder weg kunnen door de hogere groei. Wel moet je de aandacht bij de spekdikte houden.”
„Te snel groeien, kan resulteren in teveel spek. We zijn dus overtuigd dat de resultaten op dierniveau beter zijn. Mede door de betere gezondheid. Alleen kunnen we nu nog niet zien dat we minder antibiotica of medicijnen gebruiken. Daar is het nog te vroeg voor. Het Good Farming Star-concept heeft naast de vergoeding dus ook een aantal andere plusjes.”
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Twan van Asseldonk