Voer met medicijn niet meer te koop
Het massale gebruik van antibiotica in de veehouderij draagt bij aan het ontstaan van bacteriën die resistent zijn tegen antibiotica. Dat is ongewenst. Niet alleen uit het oogpunt van diergezondheid, maar vooral omdat resistentieontwikkeling ook grote gevolgen kan hebben voor de volksgezondheid. De angst van iedere arts is een patiënt die ziek is door een bacterie die voor geen enkel antibioticum nog gevoelig is.
De afgelopen jaren heeft de overheid de druk fors opgevoerd op de veehouderij om het antibioticagebruik te minderen. Eind vorig jaar kondigde staatssecretaris Bleker van het ministerie van ELI extra maatregelen aan. Die moeten dit jaar leiden tot een vermindering van het antibioticagebruik van 20 procent in vergelijking met2009. In2013 moet een reductie van 50 procent zijn gerealiseerd.
Resten antibiotica
Al voordat de staatssecretaris strengere maatregelen aankondigde, maakte de veevoersector samen met landbouworganisatie LTO al bekend van plan te zijn om in 2011 te stoppen met het produceren van voer met daarin een dosis antibiotica. Een zeer ongewenst neveneffect van de productie en het gebruik van gemedicineerd voer is de zogenoemde versleping in de voerfabriek.
Versleping wil zeggen dat er niet alleen antibiotica terechtkomt in de daartoe bestemde partij voer, maar ook in partijen voer die nadien in de fabriek worden vervaardigd. Dit komt doordat er in de voerfabriek altijd resten antibiotica achterblijven in machines en silo’s. Dit komt in zeer lage doses terecht in ander voer. Het blootstellen van dieren aan voer met een lage dosis antibiotica kan resistentievorming in de hand werken.
Met zijn extra maatregelenpakket dwingt staatssecretaris Bleker de veevoerindustrie om daadwerkelijk te stoppen met het produceren van gemedicineerd voer. De staatssecretaris hanteert vanaf dit jaar een zogenoemde verslepingsnorm van 2,5 procent van gemedicineerd voer naar voeders in volgende productiecharges. Onderzoek heeft de afgelopen jaren duidelijk gemaakt dat veevoerfabrikanten technisch gezien niet in staat zijn om voortdurend onder een verslepingsnorm van 2,5 procent te blijven. Stoppen met de productie van gemedicineerd voer is praktisch gezien de enige optie om aan de strenge verslepingsnorm te voldoen.
Nek ver uitsteken
„Door een punt te zetten achter de productie van gemedicineerd voer, beëindigen we de versleping binnen voerfabrieken volledig en komt er een eind aan het onbedoeld gebruik van antibiotica via het voer”, stelt Henk Flipsen, directeur van Nevedi, de brancheorganisatie van veevoerproducenten.
Het is de bedoeling dat er uit Nederlandse voerfabrieken vanaf april geen enkele vracht gemedicineerd voer meer komt. Het gebruik van coccidiostatica en ontwormmiddelen valt buiten de ban op gemedicineerd voer. De veehouderij regelt het verbod op de productie en afname van gemedicineerd voer via het GMP+ systeem van de voerindustrie en de IKB-systemen.
Nevedi-directeur Flipsen constateert dat veehouderij en voerproducenten in Nederland hun nek ver uitsteken in vergelijking met andere Europese lidstaten. „Vooral in zuidelijke lidstaten is er nog veel mogelijk wat betreft toevoeging van antibiotica aan het voer.”
Heavy users
Vooral varkenshouders die regelmatig gebruik maken van gemedicineerd voer, zullen last hebben van het verbod. Standaardgebruikers zijn bijvoorbeeld varkenshouders die steevast bij het opleggen van nieuwe biggen in het vleesvarkenshok beginnen met een partij gemedicineerd voer. Volgens Rutger Jansen, dierenarts in dienst van ForFarmers, geldt hier de 80/20-regel.
„Binnen de kleine groep varkenshouders die gemedicineerde voeders bestellen, wordt 80 procent van het gemedicineerde varkensvoer gebruikt door 20 procent van deze varkensbedrijven.” Het gebruik van gemedicineerd voer spitst zich toe op twee groepen dieren: gespeende biggen en vleesvarkens kort na opleg.
Andere toediening
Zonder slag of stoot stoppen met het gebruik van gemedicineerd voer zal op de bedrijven van de grootgebruikers niet lukken, verwacht Jansen. „De betreffende varkenshouders hebben een reden om gemedicineerd voer te gebruiken. Dit betekent dat velen vanaf april op een andere manier antibiotica zullen gaan inzetten.”
Bij het besluit om te stoppen met de productie van gemedicineerd voer is daar ook rekening mee gehouden. „Voor vrijwel alle medicijnen die we nu via het voer doseren, zijn andere toedieningsmogelijkheden beschikbaar”, meldt Flipsen van de Nevedi.
Het meest voor de hand liggende alternatief voor een koppelbehandeling met gemedicineerd voer is het toedienen van medicijnen via het drinkwater. Theoretisch gezien is dit zelfs een betere methode dan toediening via het voer omdat zieke dieren vaak stoppen met eten, maar wel blijven drinken. In de pluimveehouderij is drinkwatermedicatie dan ook vrijwel de enige manier om medicijnen te gebruiken.
De drinkwaterinstallaties in varkensstallen zijn vaak niet geschikt voor medicatie per afdeling. Het realiseren van gescheiden circuits en doseringsapparatuur kan flinke investeringen vergen. Niet alle medicijnen zijn geschikt voor drinkwatertoediening, al is van de meeste antibiotica wel een wateroplosbare vorm beschikbaar. Bij drinkwatermedicatie is de waterkwaliteit belangrijk. Heel hard water of bijvoorbeeld water met een hoog ijzergehalte kan het effect van de medicijnen teniet doen.
Toepassen van topdressing
Een andere methode voor koppelbehandeling is het toepassen van topdressing. Hierbij mengt de varkenshouder zelf medicijnen door het voer of strooit deze erover. Een correcte dosering is hierbij lastig.
Er zijn ook bedrijven die met technische hulpmiddelen inspelen op het verdwijnen van kant-en-klaar gemedicineerd voer. Neem bijvoorbeeld Kamplan in Boxtel. Dit bedrijf verkoopt een doseerapparaat dat kan worden gemonteerd op ieder type voerinstallatie. Om een nauwkeurige toediening van antibiotica te bereiken, is het nodig om dit eerst te mengen met maïsmeel.
„Door het voer te blijven gebruiken als middel om medicijnen toe te dienen, voorkom je de nadelen van drinkwatermedicatie”, stelt Eric van Rijbroek van Kamplan. „Een groot risico bij drinkwatermedicatie is vervuiling van het leidingenstelsel waarmee je juist gezondheidsproblemen in de hand werkt.” Van Rijbroek meldt dat een medicijnendoseerder in combinatie met een computergestuurde droogvoerinstallatie (cdi) het mogelijk maakt om hoksgewijs medicijnen toe te dienen.
„Je hoeft dan niet onnodig een hele afdeling te behandelen, maar kunt gerichter te werk gaan.” De doseerder van Kamplan kost gemonteerd en wel tussen de 2.500 en 3.000 euro. Nog gerichter medicineren van varkens is mogelijk bij het volledig achterwege laten van koppelbehandelingen en alleen nog individuele dierbehandelingen uit te voeren.
Minder medicijnen
Uiteindelijk is het de bedoeling dat het stoppen met het produceren van gemedicineerd voer bijdraagt aan het verminderen van het totale antibioticagebruik in de veehouderij. „Belangrijk is om in beeld te brengen waarom het gebruik van antibiotica via het voer noodzakelijk was”, zegt Hetty van Beers, hoofd varkensgezondheidszorg bij de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD). „Varkenshouders zullen bij zichzelf te rade moeten gaan waarom ze vragen om een attest voor gemedicineerd voer.”
Als de oorzaken bekend zijn, is het mogelijk om maatregelen te treffen waardoor de varkens ook zonder medicijnen gezond kunnen groeien. „Volgens dierenarts Jansen zijn er bijna altijd managementmaatregelen mogelijk waarmee de productieomstandigheden te verbeteren zijn, en het structureel gebruik van antibiotica achterwege kan blijven. „Denk aan het doorbreken van ziektecycli met een betere bedrijfshygiëne, reiniging en desinfectie, en voerstrategie.”
Jansen bepleit een aanpak waarin adviseurs van de varkenshouder samenwerken om dit te bereiken. „Voor een vleesvarkenshouder is ook de gezondheidssituatie op het vermeerderingsbedrijf en informatie daarover, van groot belang. Dit vereist een goede dialoog tussen vermeerderaar, handelaar, mester en betrokken adviseurs als dierenartsen en voervoorlichters.”
„In zijn algemeenheid kun je zeggen dat het nodig is om meer aandacht te schenken aan verhoging van de gezondheidsstatus van varkensbedrijven. Voor vermeerderingsbedrijven kan het overschakelen op meerwekensystemen een goede stap zijn. Veel vleesvarkensbedrijven zouden een grote stap voorwaarts kunnen zetten door over te schakelen op het strikt toepassen van all-in-all-out op bedrijfsniveau.”
Darmflora positief beïnvloeden
Kwalitatief goed voer speelt een grote rol bij het gezond houden van de varkens. Sinds het verbod op het gebruik van antibiotica als groeibevorderaar in veevoer per 2006 zoeken voerfabrikanten naarstig naar alternatieven. Die vinden ze onder meer in de vorm van het gebruik van organische zuren en plantenextracten. „Echte alternatieven voor antibiotica zijn het niet”, zegt Van Beers van de GD.
„Zodra er iets zou worden gevonden dat werkelijk bacteriën doodt, is er sprake van een antibioticum. En daar willen we juist vanaf.”
Onlangs gaf Van Beers het toevoegen van zinkoxide aan veevoer als mogelijke gezondheidsbevorderaar in overweging. Onder meer in Denemarken is het toegestaan om in voer voor gespeende biggen hoge concentraties zinkoxide toe te passen. Inmiddels is Van Beers tot de conclusie gekomen dat zinkoxide geen geschikt toevoegmiddel is.
„Er zijn wetenschappelijk onderbouwde aanwijzingen dat ook zinkoxide een rol kan spelen bij de resistentievorming van bacteriën.” Van Beers ziet wel goede kansen om aan het voer zogenoemde probiotica toe te voegen. „Ofwel stoffen waarmee je de bacterieflora in het maagdarmstelsel positief beïnvloedt waardoor kwade kiemen minder kansen krijgen.”
Tekst: Berrie Klein Swormink
Beeld: Ellen Meinen