Verplicht verwerken van mest op komst
Een verbod op drijfmest. Belangenbehartiger ZLTO sluit niet uit dat het er ooit van komt. Specialist Marc Heijmans laat het dreigement bewust vallen tijdens de bijeenkomsten met ZLTO-leden in Zuid-Nederland. In vier bijeenkomsten in januari zette de belangenorganisatie haar achterban op scherp: ‘Naar een nieuwe grondgebondenheid, vrijheid en verantwoordelijkheid.’
Het hoofdpijndossier Mest moet nu eindelijk eens van tafel. Met vereende krachten zet ZLTO er met veel energie opnieuw de schouders onder. Achter de schermen zijn ook de Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV) en de regeringsfracties CDA, VVD en PVV erbij betrokken.
Grote betrokkenheid
De Zuid-Nederlandse belangenbehartiger nodigde niet voor niets leden afkomstig uit alle dierlijke sectoren uit. Er moet een oplossing komen waar iedereen aan meewerkt. Niet alleen varkenshouders, maar ook de rundveehouders en pluimveehouders. De boodschap blijkt niet aan dovemansoren gericht.
Op donderdagavond 13 januari barst de grote zaal van zalencentrum het Wapen van Wanroij (N.-Br.) bijna uit zijn voegen, bomvol met boeren. Het onderwerp houdt de gemoederen bezig. Middenin het hart van het mestoverschotgebied is dat ook niet zo verwonderlijk.
Daar is het probleem het grootst. Heijmans wrijft het er met een kleurenkaart die Oost-Brabant en Noord-Limburg rood kleurt nog eens in. Maar hij toont ook begrip. „Als u veel geld in uw portemonnee zou hebben, zou het voor u en voor ons veel gemakkelijker zijn.”
Minder fosfor, anders…
Aan de horizon gloort echter perspectief. Bruin goud. In 2020 is mest geen probleem meer, maar dan brengt het geld op, schetst Marc Heijmans. Dat beeld wordt echter alleen werkelijkheid als iedereen beseft dat de tijd van vrijblijvendheid voorbij is. De sector moet het probleem collectief oplossen. Dit jaar al moet iedere veehouder de fosfaatproductie reduceren.
Om daarvoor zorg te dragen, heeft het Productschap Diervoeder (PDV), samen met het veevoederfabrikantencollectief Nevedi en ZLTO een convenant gesloten. Daarin komen de verschillende partijen overeen dat de fosfaatproductie dit jaar met 10 miljoen ton zal afnemen en tot 2013 nog eens met 10 miljoen ton. De varkenshouderij en de melkveehouderij delen de last, elk 50 procent. De pluimveehouderij is vrijgesteld van reductie, omdat deze sector al grote inspanningen heeft verricht.;
De manier waarop de melkveehouderij en de varkenshouderij gaan reduceren is verschillend. De varkenshouderij denkt nog een efficiëntieslag te kunnen maken door managementverbetering, de melkveehouderij gaat het fosforpercentage in het krachtvoer flink verlagen. Dat is nadrukkelijk niet de inzet in de varkenshouderij. Dan dreigt diergezondheid en productie teveel onder druk te komen. Maar er moet wel een efficiëntieslag worden gemaakt.
Door het fosfaatplafond
Lukt het om op de korte termijn de fosfaatproductie flink te reduceren, dan gaat de overheid geen nieuwe maatregelen nemen. Maar de fosfaatproductie moet echt dit jaar al substantieel lager, waarschuwde staatssecretaris Henk Bleker deze maand. Nederland overschrijdt al enkele jaren het door de Europese Unie gestelde fosfaatplafond. Anders overweegt hij een korting op de dierrechten en op termijn introductie van koeienrechten in de melkveehouderij.
Bleker maakt zich zorgen over de gezamenlijke aanpak in de agrarische sector. „De sector moet zelf collectief zijn verantwoordelijkheid nemen. Het kan niet zo zijn dat 40 procent van de veehouders niets doet en profiteert van 60 procent van de veehouders die wel stappen zetten. Geen ‘free riders’ meer. Het alternatief? Regel op regel en inspectie op inspectie”, aldus de staatssecretaris.
Verplicht mest verwerken
De tweede fase van de nieuwe mest- en mineralenvisie van ZLTO behelst de middellange termijn over drie tot vijf jaar. Vanaf 2013 moet mestverwerking van de grond komen. Dan wordt de (melk)veehouderij kunstmestvrij. Afhankelijk van de mestplaatsingsruimte is elke veehouder verplicht een bepaald percentage van de mestproductie te verwerken, luidt het voorstel.
Ook wordt onderscheid gemaakt in regio. Het gaat om de essentie, iedereen die aan het mestoverschot bijdraagt, moet verplicht mest verwerken. Niet iedere regio kent een even grote noodzaak tot mestverwerking. Degene met het grootste overschot krijgt de zwaarste taak te vervullen.
Mestverwerking op het eigen erf is niet verplicht. Verhandelbaarheid en uitwisseling met collega’s is mogelijk. Deze aanpak van collectieve mestverwerking zorgt ervoor dat mestexport grotere betekenis krijgt en dat de plaatsingsruimte nationaal beter wordt benut. In de akkerbouwgebieden in Nederland wordt nu nog een groot deel van de plaatsingsruimte niet gebruikt.
Kringloop sluiten
Over drie tot vijf jaar is die plaatsingsruimte er niet meer. Dan gebruikt de akkerbouw massaal verwerkte mest in plaats van kunstmest. Drijfmest is in die periode op zijn retour. Niet langer water transporteren in grote volumes en tegen hoge (energie)kosten, maar de akkerbouw waardevolle bewerkte mest aanbieden tegen een gunstige prijs/kwaliteitverhouding.
Dat kan alleen door collectief een grote stroom verwerkte mest te creëren, zodat de investeringen binnen een redelijke termijn kunnen worden terugverdiend. Het kostennadeel voor degenen die nu al mest verwerken, is dan opgeheven. Vanaf 2015 gaan de kringlopen zich sluiten. Dat is de laatste fase van lange termijn van de ZLTO-visie. Naar een grondgebonden veehouderij.
Er ontstaat een nieuwe kringlooplandbouw. Nieuwe verbindingen tussen grond en vee, nieuwe generaties meststoffen. Er ontstaat een nieuwe standaard wereldwijd, in gang gezet door de Nederlandse landbouw. In 2020 is Nederland het eerste Westerse land zonder industriële kunstmest, redeneren de ZLTO-beleidsmakers.
Vragenvuur
Na de presentatie van de ZLTO mest- en mineralenvisie in Wanroij krijgt de zaal gelegenheid vragen te stellen. Het zijn vooral vragen over de fosfaatreductie-doelstellingen via het voerspoor tot en met 2013. Waarom moet de varkenshouderij net zoveel reduceren als de melkveehouderij? De fosfaatproductie is veel minder, luidt een prangende vraag van een varkenshouder.
Voor elke vraag geldt: Wilt u het probleem oplossen, of wilt u op de oude voet blijven doorgaan? Specialist Marc Heijmans legt de vinger in de discussie op de zere plek. Het is de grote vraag of de NVV zich volledig achter het initiatief van ZLTO schaart. En wat doet de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV)? De NMV ziet eveneens alleen perspectief voor grondgebonden veehouderij.
Dat biedt ruimte voor overleg. Gaat de staatssecretaris de vakbonden en ZLTO verplichten met een gezamenlijk standpunt te komen? Bleker: „Over de manier waarop de sector collectief aan de slag gaat, laat ik me niet uit. Maar ik wil wel een nadrukkelijk signaal afgeven dat het collectief gebeurt.”