Statenlid voor iedereen
Kunt u uw functie als VVD-fractielid van de Provinciale Staten Overijssel goed combineren met uw bedrijf?
„Sinds 2007 ben ik Statenlid voor de VVD. Dit werk kost mij gemiddeld 20 uur per week, in verkiezingstijd verdubbelt het aantal uren. Vanaf 1 januari werkt onze zoon Peter fulltime in het bedrijf. Voorheen deed ik snel mijn werkzaamheden op het bedrijf voordat ik naar vergaderingen of bijeenkomsten ging of na thuiskomst. Dat is nu niet meer het geval.”
Komt u als varkenshouder binnen de VVD-fractie vooral op voor de varkenshouders?
„Nee hoor. Naast veehouder ben ik een Overijsselaar. Samen met mijn vrouw en zoon heb ik in maatschap een varkens- en jongveebedrijf in Markelo. Binnen de Provinciale Staten maak ik mij zorgen over bijvoorbeeld de wegtrekkende jongeren en verlaten dorpskernen. In Overijssel ligt de werkloosheid boven het landelijk gemiddeld en de lonen liggen onder het landelijk gemiddelde. Daar wil ik als Statenlid wat aan doen.\"
Verwacht u grote veranderingen in de uitslag van de Provinciale Staten-verkiezing?
„Ja dat denk ik wel. Ik heb het idee dat boeren nu meer merken dat de afgelopen jaren de politiek doorschoot wat betreft de natuur. In Nederland wilden wij met de regelgeving verder gaan dan Brussel. Als je als ondernemer moet kiezen tussen een boom of je boterham kies je voor de boterham. Het stimuleren van agrarisch natuurbeheer is een betere keuze. Inrichting van het landschap, daar horen ook boeren bij.”
Wordt het onderwerp megastallen een discussiepunt tijdens de campagne?
„Zeker. De VVD heeft geen mening over het aantal dieren dat een veehouder mag houden. Zolang het dierenwelzijn, de milieuomstandigheden en landschap niet in gevaar komen, is het voor de VVD geen probleem. Ook willen wij geen maten aan bouwblokken verbinden. Dat is allemaal betutteling.”
Waar focust de VVD in het kader van intensieve veehouderij dan op?
„Wij zetten in op omschakeling naar duurzame veehouderij. Hierbij zetten wij in op de luchtwassers en de royale vergoeding die daarbij hoort. Een groot aantal varkenshouders in onze provincie is nog niet omgeschakeld. Provincie Overijssel is de enige provincie die de luchtwassers ondersteunt.”
Zijn er nog meer punten in het kader van duurzame veehouderij?
„CO2-uitstoot met 30 procent reduceren in de provincie. Het plan is om een vergistingsinstallatie te bouwen waaraan varkenshouders op een goedkopere manier dan nu mest kunnen leveren.\"
Is er voldoende geld binnen de provincie voor de varkenssector?
„Er is voldoende geld. Er is nog 24 miljoen euro over na verplaatsing van bedrijven. Verder is de royale vergoeding voor de luchtwassers.”
Zijn de LOG\'s geslaagd binnen provincie Overijssel?
„Als ik een cijfer moet geven, dan geef ik een 7,5. In de LOG\'s waren plaatsen voor 35 bedrijven. Uiteindelijk zijn 20 bedrijven verplaatst. Andere potentiële veehouders trokken zich terug om diverse redenen bijvoorbeeld emigratie of bedrijfsbeëindiging. Ik vraag mij wel af of het verschil tussen verwevingsgebieden en LOG\'s niet moet verdwijnen. De komende vier, vijf maanden zal dat worden geëvalueerd. Mocht de uitkomst zijn dat er geen verschil meer is, zal de Reconstructiewet moeten worden aangepast. Dat is dan een heel ander verhaal.”
Ondersteunt de VVD het varkenscluster in Markelo?
„Dat mooie project ondersteunt de VVD. Zes bedrijven willen een cluster vormen inclusief mestverwerking. Ze zijn nu druk bezig met een Milieu Effect Rapportage (MER). Zes jonge gezinnen kunnen een impuls geven aan het gebied. Er is ook tegenstand tegen het project. Niet alleen burgers, maar ook melk- en varkenshouders hebben angst voor het cluster. Vaak regeert de angst dat het verkeerd is.”
De sector zit momenteel in zwaar weer, is er nog toekomst?
„Uitbreiden, ruimte om te ondernemen is altijd al een probleem geweest. Veertig jaar geleden toen mijn vrouw in ik startten kostte een zak startkorrels 60 gulden en was de rente 12 procent. Ik geloof wel in de toekomst van de varkenshouderij. Ik zou meer samenwerking in de keten adviseren en een Europees keurmerk. In de winkel ligt varkensvlees van diverse keurmerken, de consument ziet het verschil niet. Met een Europees keurmerk haal je de onduidelijkheid weg.”
Tekst: Kitty Hovenkamp
Beeld: Ruben Meijerink