Technische wasser mist aandacht
Er wordt bijna geen nieuwe varkensstal meer gebouwd of er zit een luchtwasser op. Investeren in een luchtwasser betekent letterlijk investeren in lucht. Bij een luchtwasser die zowel ammoniak, geur en fijnstof aanpakt, praat je toch al gauw over een investering van 0,50 euro per kuub stallucht die per uur moet worden ververst. En dan krijg je nog te maken met hogere elektriciteitskosten, omdat de ventilatoren meer druk moeten overwinnen en omdat er continu pompen draaien. Bij een chemische luchtwasser heb je ook te maken met kosten voor zwavelzuur en eventueel kosten voor het afvoeren van het spuiwater.
Het Varkensproefbedrijf in Sterksel berekende de exploitatiekosten van een chemische luchtwasser op 0,14 euro per geïnstalleerde kuub capaciteit per jaar. De energiekosten maken 25 procent van de exploitatiekosten uit. Een luchtwasser kost geld, terwijl het apparaat geen positieve bijdrage levert aan het bedrijfsproces in de varkensstal, bijvoorbeeld door een verbetering van het stalklimaat. „Varkenshouders kopen een luchtwasser omdat ze moeten, niet omdat ze het graag willen. Daardoor is de luchtwasser op varkenshouderijbedrijven vaak een ondergeschoven kindje. En dat uit zich op allerlei manieren”, zegt Gerben de Vries. Hij werkt voor DLV Intensief Advies en stuurt het project ‘Doelmatig gebruik van luchtwassers’ aan.
Gebruik optimaliseren
In dit project proberen 15 veehouders uit Noord-Nederland het functioneren van de luchtwasser op hun bedrijf te optimaliseren. Volgens De Vries zijn veel varkenshouders weinig bezig met de luchtwasser die ze verplicht in hun nieuwe stal moeten installeren. „Op zich begrijpelijk, want een varkenshouder is dierverzorger en geen technisch specialist op het gebied van luchtwassers.”
„Eigenlijk zou een varkenshouder zich door zijn adviseurs goed moeten laten begeleiden bij de aanschaf van een luchtwasser.” Maar ook daar schort het volgens De Vries aan. „Door de desinteresse bij de ondernemers zie je dat ook de adviseurs van varkenshouders vaak niet veel tijd besteden aan de luchtwasser, waardoor het maar de vraag is of de investering in een luchtwasser goed doordacht gebeurt.”
Lamme leidt blinde
Ook Klaas Wubs, directeur bij luchtwasserleverancier KWB in Boxtel, ervaart dat onwetendheid troef is op het gebied van luchtwassers. „De lamme leidt de blinde. Daar komt het vaak op neer”, aldus Wubs. „Ik erken dat het voor varkenshouders ook niet heel gemakkelijk is om objectieve informatie te vinden. Als leveranciers promoten we natuurlijk allemaal onze eigen systemen. Toch zijn wij er als leveranciers ook bij gebaat dat een varkenshouder een luchtwasser gaat zien als een belangrijke installatie op zijn bedrijf die goed moet functioneren.”
Eén van de weinige partijen die onafhankelijke informatie over luchtwassers verspreidt, is PTC+ in Barneveld. Hermans Voortman, trainer bij PTC+, verzorgt een cursus over luchtwassers. „Varkenshouders volgen de cursus niet of nauwelijks. Het zijn vooral gemeenteambtenaren die hun kennis op dit gebied willen bijspijkeren”, vertelt Voortman.
Chemisch of biologisch
Bij de aanschaf van een luchtwasser is er de keuze tussen een biologisch of een chemisch werkend systeem. Er zijn ook apparaten die zowel een chemische als een biologische trap hebben. Beide technieken kunnen uitstekend functioneren. Met chemische luchtwassers zijn rendementen haalbaar qua ammoniakreductie tot 95 procent. Met de huidige biologische luchtwassers is 85 procent ammoniakreductie het maximum. Biologische wassers doen uit zichzelf al redelijk veel aan geurreductie. Wil je dat ook met een chemische wasser doen, dan zijn extra trappen nodig.
Een groot nadeel van chemische luchtwassers is het noodzakelijke gebruik van zwavelzuur. „Je hebt voortdurend een ton met gevaarlijk spul op je erf staan. Niet iedereen wil dat”, zegt De Vries van DLV. Het gebruik van zwavelzuur brengt bovendien kosten met zich mee. De prijs van zwavelzuur varieert van 0,10 tot 0,40 euro per kg.
Bij een biologische luchtwasser is het reinigingsproces kwetsbaarder, omdat je daarbij afhankelijk bent van de werking van bacteriën. „Als je kiest voor een biologische wasser, krijg je er op je bedrijf een diergroep bij. Die moet je goed verzorgen”, aldus Voortman. Overigens is ook bij chemische luchtwassers regelmatige aandacht en onderhoud van groot belang. En daar schort het in de praktijk vaak aan, zo ervaart De Vries. „Luchtwassers moet je koesteren en af en toe over hun bol aaien. Dat gebeurt te weinig. Ik ben op bedrijven geweest waar de varkenshouder in geen jaar bij zijn luchtwasser was geweest.”
Simpele procedés
Gebrek aan aandacht en onderhoud kan ertoe leiden dat het luchtwasproces niet meer goed verloopt. Lamellenpakketten en sproeiers kunnen bijvoorbeeld verstopt raken. Als het filter van een luchtwasser dicht gaat zitten, kan de lucht niet goed naar buiten en kan de druk in de luchtwasserkamer sterk oplopen. „Ik heb een keer 250 pascal gemeten. Dat heeft grote gevolgen. Enerzijds voor het energieverbruik dat sterk oploopt, en anderzijds voor het stalklimaat. Bij een verstopte luchtwasser voeren de ventilatoren onvoldoende lucht af en laat de luchtverversing in de stalt te wensen over.”
In het project ‘Doelmatig gebruik van luchtwassers’ komt De Vries grote verschillen tegen tussen bedrijven op het gebied van elektriciteitsverbruik. Ook het verbruik van zwavelzuur en de productie van spuiwater lopen sterk uiteen. „De verschillen zijn niet merkgebonden. In ons project blijkt dat iedere luchtwasser goed aan de praat te krijgen is. Fabrikanten doen vaak heel ingewikkeld, maar eigenlijk is lucht wassen gebaseerd op simpele procedés. Daar komt geen hocus pocus aan te pas.”
De Vries tekent aan dat de gebruiksvriendelijkheid van diverse wassers wel te wensen overlaat. Met name de signalering van storingen kan beter. „Heel simpel, als de druk in de drukkamer te ver oploopt of als er iets aan de pH van het waswater mankeert, moet er in de varkensstal een rode lamp gaan branden. De varkenshouder moet een signaal krijgen, als er iets niet goed is.”
RAV lijst
Een luchtwasser moet aan voorschriften voldoen om binnen de vergunningen van een varkenshouderijbedrijf een rol te kunnen spelen. Erkende luchtwassers zijn te vinden op de zogenoemde RAV-lijst van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Bij ieder goedgekeurd luchtwassysteem hoort een zogenoemd BWL-nummer. Aan zo’n nummer is een uitgebreide omschrijving met technische specificaties gekoppeld.
Het is niet zo simpel om een BWL-nummer voor een nieuwe luchtwastechniek te krijgen. Als een luchtwasserfabrikant dat wil, moet hij uitgebreide metingen laten uitvoeren op minstens twee locaties. Met deze meetprocedure is al gauw een kleine honderdduizend euro gemoeid. Een BWL-nummer is niet gebonden aan een fabrikant of leverancier. „Iedereen die dat wil mag de specificaties behorend bij een BWL-nummer hanteren bij het bouwen van een luchtwasser”, zegt Hilko Ellen van Wageningen UR Livstock Research.
Hij is als adviseur verbonden aan de commissie van het ministerie van Infrastructuur en Milieu die de BWL-nummers toekent. Een varkenshouder zou zelf een luchtwasser kunnen bouwen.” Diverse luchtwasserfabrikanten zijn ontevreden over deze wijze van erkenning van luchtwastechnieken. Als je veel geld investeert in metingen om een BWL-nummer voor jouw systeem te krijgen, kan het gebeuren dat een collega-fabrikant een luchtwasser op de markt brengt op grond van hetzelfde nummer.
Groen label
Een aantal fabrikanten is boos over het ‘gratis’gebruik van BWL-nummers door collega’s. Zij waarschuwen op hun websites en in advertenties tegen kopie-luchtwassers die niet goed zouden functioneren. Natuurlijk zijn de advertenties vooral ingegeven door commercieel eigen belang. Maar de fabrikanten hebben wel een punt. „Ook voor overheden kan het nabouwen van luchtwassers problemen opleveren”, zegt adviseur Ellen. „Belangrijke aspecten zijn het gebruik van de juiste filterpakketten en de aansturing van de wasser. Als dit niet overeenkomt met de geteste versies, is de kans groot dat de noodzakelijke verwijdering van ammoniak, geur of fijnstof niet wordt gerealiseerd.”
In het verleden waren erkende ammoniakreducerende systemen wel gekoppeld aan een fabrikant. Zij kregen toen een zogenoemd Groen Label voor hun systeem. Het lijkt overigens niet uitgesloten dat de ‘Groen Label-erkenningssystematiek’ weer terugkomt, vooral omdat dit voor de overheid veel goedkoper is dan het huidige erkenningssysteem met BWL-nummers. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu wil hier nog geen nadere mededelingen over doen.
Ondertussen blijven de talrijke aanbieders van luchtwassystemen rollebollend over straat gaan. „Ze zitten vooral op elkaar te katten”, zegt De Vries. „Dat is jammer. Beter is het om uit te gaan van eigen kracht en varkenshouders te voorzien van informatie waar ze echt wat aan hebben.”
Schriftelijke garantie vragen
Voortman van PTC+ adviseert om van een leverancier van een luchtwasser schriftelijke garanties te vragen over de gebruikskosten. Ook is het zaak om alle afgesproken specificaties goed vast te leggen in de koopovereenkomst. Denk aan het BWL-nummer in combinatie met de voorschriften in de vergunning; de maximum luchtweerstand bij praktijkgebruik; een uitgebreide omschrijving van merk, uitvoering en sensoren. De Vries: „En ga van tevoren eens kijken bij een collega-varkenshouder die werkt met een luchtwasser van het type dat jij wilt aanschaffen. „Laat je informeren over het onderhoudsgemak en de service van de leverancier.”
De Vries hoopt op een verbeterende verhouding tussen varkenshouders en luchtwassers. Als je ze koestert, kunnen ze hele mooie dingen doen voor je bedrijf. Onlangs hing ik met mijn neus boven een luchtwasser van een bedrijf waarmee per uur meer dan 300.000 kuub lucht wordt gefilterd. En dan ruik je niets! Dat is toch fijn voor de omgeving van zo’n bedrijf.”
Hoe werkt een luchtwasser?
Een luchtwasser ‘wast’ stallucht door de uitgaande ventilatielucht intensief met waswater in aanraking te brengen. Dit gebeurt meestal door de lucht door een zogenoemd filterpakket te blazen. Het filterpakket wordt continu doorgespoeld met waswater. In grote lijnen zijn er twee typen luchtwassers: chemische luchtwassers en biologische luchtwassers. Een korte uitleg
Chemische luchtwasser
De werking van een chemische luchtwasser is gebaseerd op het binden van ammoniak in stallucht met behulp van zwavelzuur dat is opgelost in het waswater. Daarbij gaat het om deze chemische reactie: 2NH4 + H2SO4 > (NH4)2SO4. Hiermee wordt ammoniak uit de stallucht vastgelegd in de wasvloeistof. Voor het binden van1 kg ammoniak is 1,63 liter zwavelzuur nodig.
Het restproduct van een chemische luchtwasser is spuiwater met ammoniumsulfaat. De globale spuiwaterproductie per jaar is 40 liter per vleesvarkensplaats en 125 liter per zeug. Deze vloeistof mag als kunstmest in de agrarische sector worden gebruikt.
Biologische wasser
Bij een biologische luchtwasser zorgen bacteriën in het filterpakket voor het verwijderen van ammoniak uit de stallucht. Zogenoemde nitrosomonas bacteriën zetten eerst ammoniak om in nitriet (2 NH3 + 3 O2 → 2 NO2-+ 2 H+ + 2 H2O). Vervolgens zetten nitrobacter bacteriën het nitriet om in nitraat (2 NO2- + O2 → 2 NO3-). Er is ook nog een derde stap mogelijk. Biologische luchtwassers zijn uit te rusten met een denitrificatie unit waar nitraat wordt omgezet naar stikstofgas (2NO3- + CH2O + 2H +→ N2 + 2O2 + CO2 + 2H2O). Met een denitrificatie-unit is de hoeveelheid spuiwater sterk te verkleinen. Als je spuiwater met nitraat goed kunt gebruiken als meststof, bijvoorbeeld op eigen grond, is denitrificatie minder interessant.
Sommige typen luchtwassers werken met zowel zwavelzuur (chemisch gedeelte) en bacteriën (biologisch gedeelte).
Gecombineerde luchtwassers
Zogenoemde gecombineerde luchtwassers zijn ook bedoeld om stallucht te ontdoen van stank en stof. Dit gebeurt deels al in het filtergedeelte waarin ammoniak wordt verwijderd. Met name bij biologische luchtwassers is dat het geval. Gecombineerde luchtwassers zijn doorgaans uitgerust met extra technieken om geur en stof aan te pakken: bijvoorbeeld een watergordijn om fijnstof neer te laten slaan en een biobed met houtsnippers, turf of ander organisch materiaal om ongewenste geuren te binden.
Tekst: Berrie Klein Swormink
Beeld: Geert Marissen