Voor het eerst in jaren daalt kostprijs biggen en vleesvarkens
De daling van 3 tot 5 procent ten opzichte van vorig jaar komt vooral doordat de voerprijzen 13 tot 20 procent lager zijn. Daarentegen zijn de huisvestingskosten gestegen als gevolg van hogere bouwkosten en oplopende rente. Echter, voor het eerst in jaren is er in de kostprijs een lichte daling te zien.
Tot en met 2021 steeg volgens WLR de relatieve kostprijs geleidelijk met enkele procenten per jaar, maar schoot in 2022 omhoog tot relatief 137 procent ten opzichte van 2017. In 2023 is dit gedaald tot 134 procent voor biggen en 130 procent voor vleesvarkens.
Aandeel in kosten
De totale kosten per zeug bedragen nu 2.100 euro per jaar en voor vleesvarkens 670 euro per jaarvarken. Verreweg het grootste aandeel betreft de voerkosten, namelijk 43 procent. Bij zeugen vormen de huisvestingskosten daarna met 21 procent een grote kostenpost. Bij vleesvarkens zijn dit de bigkosten (32 procent) en daarna de huisvestingskosten (10 procent). Het aandeel arbeid in de kostprijs is 10 procent voor biggen en minder dan 3 procent voor vleesvarkens.
VION-notering
In het Landelijk Biggenprijzenschema worden de kostprijzen van biggen en vleesvarkens berekend. Ieder jaar verschijnt begin juli een actueel kostprijzenschema exclusief btw. De VION-notering, die nog inclusief btw is, wordt omgerekend naar een prijs exclusief btw en daaraan wordt de richtprijs voor biggen gekoppeld. Ook kan gekozen worden om de nettoprijs op de factuur van de slachterij te gebruiken om een richtprijs voor biggen af te lezen.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Wageningen Livestock Research