Sterksel met volle kracht vooruit

Een hijskraan die de muren van de oude stallen afbreekt en de plek bouwgereed maakt. Trekkers met kiepwagens die af en aan rijden. Even verderop wordt een nieuwe constructie in elkaar gelast. Mestkelders die opengebroken liggen. Het bruist van de activiteiten op het terrein van Varkens Innovatie Centrum Sterksel.
Bedrijfsleider Mart Smolders geeft toe dat het een piekperiode is. „Toch blijven er altijd bouwactiviteiten aan de gang. Ongeveer één keer in de zeven jaar ondergaan de stallen van binnen een gedaantewisseling.” Om alle projecten onder de aandacht te brengen, zijn er afgelopen maand 5.500 uitnodigingen de deur uitgegaan voor de open innovatiedagen van 17 en 18 juni. Varkenshouders kunnen meer dan 40 innovaties in de stal bezichtigen.
Behapbaar maken
Met drie naamswijzingen binnen een paar jaar is het voor een buitenstaander moeilijk te volgen. Maar na Praktijkcentrum en Varkensproefbedrijf is de nieuwste titel Varkens Innovatie Centrum Sterksel. De verandering van naam is niet zo maar gebeurd. Het moet de gewijzigde koers duidelijk maken. „We hebben een stap terug gedaan in de kennisketen. Vroeger waren we vooral beoordelaar. Bedrijven ontwikkelden innovaties en wij probeerden ze op ons bedrijf.”
„Nu ontwikkelen we ook producten mee en testen ze. We zijn gebonden aan bepaalde maatschappelijke en ethische kaders. Maar binnen die proeftuin moet alles mogelijk zijn.” Vraag hem naar de innovatie waar hij het meest trost op is, dan verwacht je een baanbrekende technologische vinding. Hij komt met een heel ander voorbeeld. „Met het toombeleid hebben we echt voor een omslag in denken gezorgd. Niet meer op gewicht de gespeende biggen opleggen, maar juist toomsgewijs de biggen bij elkaar leggen.”
„We hebben dit met een aantal bedrijven ontwikkeld en het varkensbedrijf van Kees van der Meijden uit Spoordonk heeft het opgepakt en haalt er geweldige resultaten mee. Met deze aanpak heeft de varkenshouderij economische en maatschappelijke slagen gemaakt. Zo zie ik ons het liefst. Wij vertalen de theorie naar de praktijk en een aantal varkensbedrijven zetten de puntjes op de i en maken het helemaal praktijkrijp.”
R&D afdeling
Met de aangekondigde sluiting van Raalte is er in Nederland nog één varkensproefbedrijf over. Smolders wil nog maar eens de rol van het Varkens Innovatie Centrum benadrukken. „Ik zie ons als brug tussen theorie en praktijk. Er worden geweldige rapporten geschreven in Wageningen. Maar geen varkenshouder, adviseur of journalist die de dikke rapporten doorneemt.”
„Wij moeten de info behapbaar en praktisch maken voor de varkenshouder. Dit mis ik in omringende landen. Ze hebben in België en Duistland geweldige kennis, alleen ze hebben geen plek waar ze die kennis in de praktijk testen of praktijkrijk maken. Wij ontvangen hier regelmatig Belgen en Duitsers en zij zijn lovend over de manier hoe wij het hier oppakken.”
„Ik vind ons de R&D afdeling van de Nederlandse varkenshouderij. Naast ontwikkeling hebben we als tweede doel onderzoek oftewel harde validatie. Wij stellen offertes op en voeren in opdracht van bedrijven projecten uit. Bovendien schat ik dat we jaarlijks tussen 7.000 en 10.000 bezoekers verwelkomen, waarvan de helft Nederlanders zijn. Vanuit het Productschap ontvangen wij een bijdrage om Nederlandse varkenshouders en studenten te ontvangen.”
„We ontvangen studieclubs en vervullen een taak in het onderwijs en geven nascholingskennis. Bezoekers uit het Nederlandse en buitenlandse bedrijfsleven betalen een vergoeding voor het bezoek. Aan het eind van elk jaar worden we afgerekend op de financiën, kennis en innovatie. Daar moeten we een balans in vinden.”
Zeven magere jaren
Hij is nu zeven jaar actief als bedrijfsleider bij Sterksel. Voor de sector mogen ze worden omschreven als zeven magere jaren. Tegenvallende opbrengsten en met ‘2013’ in zicht heerst er een bedrukte stemming in de sector. Remt dat innovaties? „Het heeft zeker invloed op onze thema’s. Als een ander varkensbedrijf een ton tekort komt, komen wij ook een ton tekort. Wij kampen net als elk ander varkensbedrijf met hoge voerprijzen en lage opbrengsten. Dit zorgt wel voor een kritische houding binnen onze organisatie. Als hier een tas met geld stond dan vond iedereen alles van elkaar goed. Wij moeten ook kosteneffectief werken.”
Schaarste zorgt ook voor creatieve ideeën, beredeneert hij. „Neem de micro-vergister die we pas in gebruik hebben genomen. Eén van onze onderzoekers John Horrevorts heeft eerst drie jaar met dit idee rondgelopen. En hoe is hij er op gekomen? Door de hoge prijzen van co-producten en een hoge storingsgevoeligheid van onze andere vergister. Daarom is het ook goed dat wij ook voelen wat de varkenshouder voelt. Wij worden ook door de mestafzetkosten in onze portemonnee geraakt. Omdat hier veel aan rendement valt te halen, willen we een mestproeftuin opzetten. Welke initiatieven bestaan er, welke onderzoeksresultaten zijn bekend, wat gebeurt er in het buitenland?”
„Als je al die kennis samenbrengt op een plek moeten we van daaruit verder ontwikkelen. Ik heb het gevoel dat we met mestverwerking blijven steken op oude technieken die van 25 jaar terug dateren. Hier moeten we een versnelling aan geven door deze proeftuin beschikbaar te stellen voor bedrijven van binnen en buiten onze sector. Elke keer als weer een mestproject mislukt, moeten wij nog meer overtuigingskracht op tafel leggen om te bewijzen dat het niet onmogelijk is.”
Boterham met pindakaas
Toch is volgens Smolders het doel van Sterksel veel anders dan van een doorsnee varkensbedrijf. „Bij ons draait het niet alleen om de technische resultaten. Ik weet ze wel en stuur erop, maar ze zijn niet onze hoofddoelstelling. Ons doel is dat elk varken mee heeft gedraaid in een project en kennis heeft opgeleverd.”
Waar hij de grootste uitdagingen ziet? „Ik vind dat in Nederland meer aandacht moet uitgaan naar bigkwaliteit. Iedereen heeft het altijd over aantal levend geboren en gespeende biggen per zeug. Als sector moeten we kwaliteit inzichtelijk en meetbaar maken. Parameters als geboortegewicht, speenleeftijd, gezondheidstatus en ga zo maar door, moeten de prijs bepalen die de varkenshouder beurt. Qua gezondheid zie ik nog meer uitdagingen. Er zijn bedrijven die jaarlijks meer dan 100 euro aan gezondheidskosten per zeug kwijt zijn.”
„Met name streptokokken zijn een antibioticaslurper. We zijn bezig om te kijken of we de streptokokkendruk kunnen verminderen door biggen melk bij te voeren vlak na spenen. Soms laten we burgers bij ons rondkijken en die maken dan de opmerking: ‘bij een baby vervang je ook niet binnen een dag borstvoeding door een bruine boterham met pindakaas’. Dan denk ik: tja, daar zit iets in.”
Andere onderzoekparels waar de bedrijfsleider enthousiast over is, zijn projecten die de emissie bij de bron aanpakken. „Luchtwassers zijn een dure end of pipe oplossing. Ik ben ervoor om het probleem in de stal aan te pakken. Het varkenstoilet waar we met een trainingsstation of hokinrichting het behoeftegedrag van varkens proberen te sturen, is een goed voorbeeld. Maar ook technieken om stof te reduceren en verzamelen. Veel van onze projecten betekenen een toegevoegde waarde voor zowel de keten als samenleving.”
Varkens laten zien
Met de open innovatiedagen in juni krijgt de bezoeker al de gelegenheid om kennis te maken met innovaties en al de bedrijven die dit mogelijk hebben gemaakt. Geluiden uit de sector dat altijd dezelfde bedrijven zijn aangesloten bij Sterksel en dat het een vriendenclub is, ontkent Smolders ten stelligste.
„De bedrijven die ons bijstaan bij de open dagen hebben de afgelopen jaren allemaal hun aandeel gehad in innovaties. Er staat geen bedrijf tussen dat niets heeft meeontwikkeld. Over drie jaar kan de lijst met bedrijven compleet anders zijn. We zijn wel op zoek naar bepaalde bedrijven. Bedrijven die kennis en expertise hebben, een groot enthousiasme en bereidheid tonen met daarbij slagkracht, passen bij ons. Elk bedrijf dat over deze eigenschappen beschikt is welkom.”
Met de innovatiedagen wil Sterksel vooral weer varkens en innovatie in de praktijk aan de bezoekers laten zien. „In Nederland zijn er al zoveel beurzen en open dagen voor de varkenshouderij, maar nooit is er een varken of een echte innovatie te zien. Hier willen we dat wel door bezoekers daadwerkelijk in de stallen te laten. Het moet een combinatie zijn van relatiebeheer, inhoud en inspiratie.”
„Of de open dagen een jaarlijks terugkerend ritueel worden, weten we nog niet. We moeten wel iets te bieden hebben. Nu kunnen we dat en geven we een compleet beeld van de innovatiedrang in de Nederlandse varkenshouderij. Zo willen we ook bekend staan. Pas was er nog een varkenshouder op bezoek die zei: Verrek, ik wist niet dat Sterksel ook een dorp was.”
Opschaling naar 400 zeugen
Sterksel is in 1970 opgericht als stichting door belangenbehartigingsorganisaties. In 2001 is het proefbedrijf opgenomen als onderdeel van Wageningen UR Livestock Research. Door de aanstaande sluiting van Raalte is Sterksel het enig overgebleven varkensproefbedrijf in Nederland. Het Varkens Innovatie Centrum heeft onderdak voor 330 zeugen en 2.500 vleesvarkens. Er wordt gebouwd aan een opschaling naar 400 zeugen. Op het terrein staan verder een vergister van 900 kilowatt en een micro-vergister. In totaal werken er 18 mensen die samen 15 fulltime banen invullen.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Twan van Asseldonk