Column: Nieuwe geurnormen: boertje pesten of slapende belangenbehartigers?
Wonen in het buitengebied heeft vele grote voordelen, zoals ruimte en rust, meer sociale contacten, ons kent ons, dichter bij de bosgebieden, dicht bij moeder natuur, koeien in de wei en nog vele andere voordelen. Het wonen in een buitengebied heeft echter daardoor ook de geur van het buitengebied. De geur gras of het drogen en oogsten daarvan. De geur van de dieren die buiten lopen of op stal staan. De geur van bemesten van het land. Dat is onvermijdelijk. Industrieterreinen, chemische industrie, havengebied, vliegvelden, verkeersknooppunten. Ze hebben allemaal hun eigen geurkenmerken; ook dat is onvermijdelijk.
De conclusie van het rapport ‘Geuremissie en hinder in de Nederlandse varkenshouderij’ is een beetje vrij vertaald, maar er is nauwelijks hinder
Overlast van geur is het best te omschrijven als het uw dagelijkse leven continu beïnvloedt en let wel: dit is niet voor ieder persoon of voor iedere neus gelijk. Soms is het ook gekoppeld aan emoties. Tegen deze achtergrond vond toentertijd het bestuur van de NVV het noodzakelijk om hiervoor een wetenschappelijk onderzoek te laten uitvoeren door een partij die geen ballast uit het verleden had en die niet financieel (grotendeels) afhankelijk was van de Nederlandse overheid. De begeleiding vanuit de NVV werd gedaan door Paul Wouters (DB-lid NVV ) en ondergetekende als adviseur.
De conclusie van het rapport ‘Geuremissie en hinder in de Nederlandse varkenshouderij‘ (rapport ILVO 1688-15-0083) is een beetje vrij vertaald maar er is nauwelijks hinder. Als je dit onderzoek zou vergelijken met onderzoeken op het gebied van industrie (Tata Steel), chemische industrie of vliegvelden dan zouden de onderzoeksresultaten bij de landbouw zeer gunstig afsteken ten opzichte van deze sectoren. Uitgangspunt voor het NVV-onderzoek (locaties voor het onderzoek) was ook nog dat gezocht is naar locaties met veel bewoning en veel respons mogelijkheden van woningen op korte afstand van het varkensbedrijf. Daarnaast was er ook een telefonische enquête onder bewoners uitgevoerd.
De conclusie van dit analysedocument is nogal verbijsterend
Dit wetenschappelijk onderzoek was destijds de aanleiding voor een vervolgonderzoek (analyse document van ILFOSCAN) dat antwoord moest geven op het feit dat ILVO uitkomsten nogal verschilden van eerdere onderzoeken namelijk GGD/IRAS 2015 onderzoek ‘Geurhinder van veehouderij nader onderzocht: meer hinder dan Handreiking Wgv doet vermoeden?’ en PRA Odournet 2001 ‘Geurhinderonderzoek stallen intensieve veehouderij’. Ook dit vervolgonderzoek van ILFOSCAN is in opdracht van de NVV en op verzoek van LNV, uitgevoerd onder dezelfde begeleiding. In dit document wordt een analyse uitgevoerd van deze onderzoeken en hun verschilpunten. De conclusie van dit analysedocument is nogal verbijsterend.
Beide voorgaande onderzoeken (GGD en PRA) kunnen de titel van wetenschappelijk onderzoek niet dragen; vooral op het gebied van objectiviteit zijn stevige verschillen. Ik zelf beoordeel deze als: antwoord gestuurde vragenlijst. Wat wil je als uitkomst, nu dan werken wij daar zachtjes naar toe. Een soort fuik dat eerst een sfeertje kweekt en verbanden insinueert. In ieder geval past de titel ‘onafhankelijk onderzoek’ hier zeker niet bij! Alleen in het ILVO onderzoek zijn de resultaten gebaseerd op effectieve geurwaarnemingen tijdens 10 snuffelmetingen conform de Europese norm EN16841-2.2015. De twee andere onderzoeken zijn gebaseerd op verspreidingsberekeningen aan de hand van emissiefactoren oftewel: modellen. Zonder modelering dus en mijn inziens grotendeels drijfzand! De feiten uit het wetenschappelijk onderzoek en het aanvullend onderzoek waren voor de toenmalige staatsecretaris Sharon Dijksma van een zodanig belang en zwaarte dat er werd afgezien van verzwaring van de geurnormen.
Het ILVO-onderzoek staat als een huis, is erkend door LNV en moet nu de rode lijn zijn, waarover de belangenbehartiger nooit gaat, totdat er een wetenschappelijk tegenonderzoek ligt
De resultaten van het ILVO- onderzoek laat in figuur 19 de algemene tevredenheid van bewoners in de naaste omgeving van de varkenshouderij zien. Figuur 27 uit het onderzoek betreffende percentages van gehinderde en ernstig gehinderde, samen 3,2 procent van de 783 nquêtes, spreken voor zich. Opmerkelijk is verder dat deze 3,2 procent, die vond dat dat ze hinder ondervonden, op een redelijke afstand van de varkensbedrijven gesitueerd waren. Op deze cijfers zouden vliegvelden en industriële bedrijven jaloers op zijn.
Het ILVO-onderzoek is er gekomen op verzoek van varkenshouders, volledig betaald door de varkenshouders met een gunstig resultaat - de overlast is veel lager dan gedacht - daar wordt in de praktijk eigenlijk niets of onvoldoende mee gedaan. Het onderzoek staat als een huis, is erkend door LNV en moet nu de rode lijn zijn, waarover de belangenbehartiger nooit gaat, totdat er een wetenschappelijk tegenonderzoek ligt. Emoties mogen hier geen rol spelen of bepalend worden.
Voorlopige reacties LTO en POV zijn zwaar onder de maat!
POV, onbegrijpelijk dat deze producentenorganisatie dit onderwerp heeft afgestaan of laat vertegenwoordigen door de koeienbestuurders van LTO. Het betreft hier alleen de intensieve veehouderij. De rundveehouderij is allang blij dat ze buiten schot blijven, ook de intensievere rundveebedrijven. Zij zullen echt niet vragen om geurnormen voor hun eigen sector. Hoe naïef kan je als POV-bestuurder zijn om te denken dat op deze manier de belangen van de varkenshouders maximaal behartigd worden. Het verleden bevestigt dat dit absoluut niet gaat gebeuren. Varkenshouders moeten de eigen bestuurders hierover direct ter verantwoording kunnen roepen en deze bestuurders moeten zich niet kunnen verschuilen achter de LTO. De POV is verbolgen. Daar gaat Den Haag wakker van liggen! Verder lijkt de POV-reactie een kopie van de LTO-reactie en ontbreekt ook bij de POV het stellen van een rode lijn.
Voorlopige reactie LTO is typisch een LTO reactie namelijk al voor een groot gedeelte mee gaan en begrip tonen in de richting die Den Haag wil voor de varkens- en kippenboeren. Het weggeven is reeds begonnen, terwijl op basis van het enige echte wetenschappelijke onderzoek dat er ligt de reactie had moeten zijn: ‘In lijn met eerdere besluiten van ook LNV en het ontbreken van nieuw, wetenschappelijke onderbouwing zien wij geen enkele aanleiding om de normen te verzwaren. Sterker nog, zolang er geen nieuwe feiten zijn is het voor ons onaanvaardbaar!’ Mijn standpunt in deze zou zijn: schriftelijk reageren, strak en scherp en overleg afwijzen.
Waar ik niets over lees, overigens ook in de POV-reactie, is dat de autonome ontwikkeling in de varkenshouderij waardoor de geurbelasting van de sector al afneemt en verder af zal nemen. Ik denk in deze aan toekomstige wetgeving (2028) en de krimp van de sector. Onbegrijpelijk dat dit niet is aangekaart.
Stevige overlast veroorzakende bedrijven
De huidige wetgeving geeft de overheidsbestuurders al de mogelijkheid om in specifieke van sterke overlastsituaties maatregelen te nemen. Het is natuurlijk voor die overheid veel gemakkelijker - en dit scoort goed bij de burger - om algemene zwaardere normen op te leggen met voor hen weinig werk. Slechts een rekenmodelletje plus dwangbriefje en klaar is kees. Zo gemakkelijk gaat he straks worden als het wetsvoorstel doorgaat. Met de huidige wetgeving moet de overheidsbestuurder aantonen dat de geurbelasting zodanig hoog is dat er extra maatregelen genomen moeten worden. De ondernemer heeft dan de mogelijkheid om het bij de rechtbank te laten toetsen. Snuffelmetingen zijn voor deze specifieke situaties een goede mogelijkheid om oneigenlijke klachten te scheiden van echte geuroverlast volgens Europese NEN-normen.
Varkenshouders ga op je achterste benen staan en eis van je bestuurders dat ze handelen naar de uitkomsten en resultaten van de onderzoeken die jij betaalt hebt. Er is op geen enkele manier de noodzaak voor aanpassingen duidelijk gemaakt en/of onderbouwd. De aanpak heeft meer weg van boertje pesten, op kosten jagen, toekomstontmoediging en stimulatie voor bedrijfsbeëindiging.
Willie van Gemert,
oud-voorzitter en oud-bestuurslid van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV).
Tekst: Willie van Gemert
Beeld: Ellen Meinen