Megastallendialoog: verbod import vlees
In een paar jaar tijd is de discussie over grootschalige veehouderij in Nederland in een stroomversnelling geraakt. Ongetwijfeld is de Q-koorts epidemie onder melkgeiten daar debet aan. Maar er zijn meer factoren: de MRSA-bacterie in de varkenshouderij beheerst al jaren de media en sinds kort heeft ook de pluimveehouderij te maken met hardnekkige resistentie: de ESBL-bacterie. Ook de melkveehouderij ontspringt de dans niet. Hoe groter de stallen, des te minder koeien in de wei en dat ligt de maatschappij zwaar op de maag.
Dialoog via internet
Hoe nu verder? De vergunningverlening zit op slot, zeker voor de intensieve veehouderij. Er geldt een moratorium voor nieuwvestiging van bedrijven groter dan 300 nge, al weigert staatssecretaris Henk Bleker deze aangenomen motie in de Tweede Kamer uit te voeren. Vorige week woensdag werd hij daarover door verschillende Tweede Kamerfracties nog eens stevig aan de tand gevoeld.
Bleker legt de grens bij 500 nge en hij heeft een ‘time out’ aangevraagd voor overleg en bezinning. Er moet een dialoog op gang komen over de megastallen. Een inhoudelijke uitwisseling van feiten en meningen tussen voor- en tegenstanders. Voor dat doel heeft hij de website www.dialoogmegastallen.nl gelanceerd.
Mede op basis van de uitkomsten van deze dialoog zal deze nazomer het politieke debat worden voortgezet. Uiteindelijk zal de staatssecretaris dit najaar zijn oordeel vellen. Feiten moeten tegen elkaar worden afgewogen, maar de staatssecretaris beslist ook door ‘appreciatie van de feiten’. Niet ieder feit heeft hetzelfde gewicht.
Om de dialoog goed van start te laten gaan, liet Bleker het Amsterdamse onderzoeksburo Veldkamp een publieksonderzoek verrichten. Wat blijkt: een overgrote meerderheid in Nederland heeft geen duidelijke mening over megastallen; ze neigen ernaar om voor of tegen te zijn, maar ze weten het niet zeker. Zeventien procent van de Nederlanders is verklaard tegenstander, 13 procent stemt volmondig in.
Slechtste milieuscore
Bij de beoordeling van het fenomeen megastallen hecht de Nederlandse bevolking vooral aan het welzijn van de dieren in de stallen en aan het gevaar voor de volksgezondheid. De schadelijkheid voor het milieu wekt minder zorgen en de landschappelijke inpassing laat burgers (van grote steden) grotendeels koud. Ook de economische betekenis speelt slechts een ondergeschikte rol. Melkveehouderij roept aanzienlijk minder weerstand op dan de varkens- en pluimveehouderij, zo blijkt.
Varkens- en pluimveehouderijen worden slechts door 5 procent van de bevolking als een verrijking van het landschap beoordeeld. Van de respondenten vindt 11 à 12 procent varkens- en pluimveestallen in het landschap lelijk. Meer dan de helft van de bevolking ziet gevaren in geitenhouderijen, varkenshouderijen en pluimveehouderijen.
Varkenshouderijen scoren het slechtst qua milieubelasting, aldus de Nederlandse bevolking. 15 procent denkt dat varkenshouderijen het milieu sterk belasten, 5 procent verdenkt ook de melkveehouderij daarvan. Ook in economische zin wordt de Nederlandse melkveehouderij beter gewaardeerd dan de overige sectoren. Een overgrote meerderheid hecht waarde aan het economische belang van de melkveehouderij.
Varkens- en pluimveehouderijen kunnen wat dat betreft op steun van een nipte meerderheid rekenen, maar geitenhouderijen zijn niet belangrijk voor de economie, denkt de Nederlandse bevolking.
Evenwicht en diepgang
De uitslag van de megastallendialoog voorspellen is net zo moeilijk als het weersverloop van de zomer inschatten. Aan voormalig milieuminister Hans Alders de taak om als zogenoemd moderator het proces van de dialoog op gang te brengen en de argumenten voor en tegen de megastallen te wegen.
Alders: „Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat er een referendum plaatsvindt over megastallen en dat mensen zich alleen maar uitspreken voor of tegen. Een discussieronde in een tv-programma als ‘Rondom Tien’ is ook niet genoeg. Dat duurt maar een uur. De komende weken ga ik langdurig in gesprek met vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en betrokkenen uit het bedrijfsleven.”
„Ik ga de dialoog sturen, niet om een bepaalde koers te ontwikkelen voor of tegen, maar om meer diepgang te krijgen. Tot nu toe zijn er op de website relatief veel verklaarde voor- en tegenstanders actief en er ontstaat maar mondjesmaat een dialoog. Het kan beter en evenwichtiger.”
Poolse megabedrijven
Ook bestaat er de mogelijkheid voor Alders (en iedereen die dat wil) om nieuwe argumenten, feiten en cijfers in te brengen in de dialoog. Wat te denken van de volgende stelling: Als megastallen worden verboden, moet de grens dicht voor buitenlands vlees waar megastallen wél worden toegestaan. Er is dan immers geen sprake meer van eerlijke concurrentieverhoudingen.
Bleker hult zich in nevelen over de uitkomst van het debat, maar juist op dit punt is hij wel duidelijk: de staatssecretaris gaat in Brussel zeker geen lans breken om het debat over de megastallen over heel Europa uit te rollen. „De situatie in Nederland is heel anders dan in bijvoorbeeld Polen. Daar hebben ze veel meer ruimte en vanuit het verleden hebben ze daar nu eenmaal te maken met megabedrijven.”