Nog tien jaar hoge voedselprijzen
Europese varkenshouders zijn meer dan ooit overgeleverd aan de grillen van de wereldmarkt. Die markt was altijd al beweeglijk, omdat het een overschotmarkt is, die wordt verstoord door landbouwpolitiek. Maar de afgelopen jaren schommelden de prijzen wel heel heftig, met meerdere uitschieters op een rij. En dat is vrij uitzonderlijk.
Alleen begin jaren zeventig, ten tijde van de oliecrisis, schoten de prijzen ook zo snel omhoog. De pieken lagen toen zelfs hoger dan nu. Achteraf gezien is dit slechts een tijdelijke onderbreking geweest van een gestage daling van de voedselprijzen vanaf de Tweede Wereldoorlog tot aan de eeuwwisseling.
Pas in de afgelopen tien jaar is de prijs weer langzaam gaan klimmen, met uitschieters naar boven in 2008 en 2010. Dat is prettig voor boeren en tuinders, die eindelijk weer eens redelijke prijzen ontvangen voor hun producten. Maar in landen waar mensen een groot deel van hun inkomen kwijt zijn aan voedsel, zorgt deze ontwikkeling voor grote onrust. Ook de huidige opstanden in de Arabische landen houden hiermee verband. Maar zeker is dat landen maatregelen zullen nemen om grote schommelingen in de prijs te voorkomen.
Serie misoogsten
De belangrijkste oorzaak voor de hoge prijzen zijn de lage graanvoorraden. Normaal gesproken voorkomen voorraden dat schommelingen in vraag en aanbod heftige reacties in de prijs veroorzaken. De voorraden zijn echter laag door een serie misoogsten in de belangrijke graanproducerende landen. Vorig jaar verdroogde de oogst op de velden in Rusland, Oekraïne en Argentinië. Australië kampte met overstromingen.
Naast het verminderde aanbod, stijgt de vraag naar granen en andere landbouwproducten gestaag. De groeiende wereldbevolking zorgt voor een toenemende behoefte aan voedsel, net als de toenemende welvaart in de opkomende economieën. Daar kiezen de mensen die meer geld te besteden hebben vaker voor dierlijke producten, waar extra plantaardige grondstoffen voor nodig zijn. Daarnaast is er een aantal ontwikkelingen die de vraag nog eens extra opdrijft, zoals de opmars van biobrandstoffen en speculatie op de beurzen voor landbouwproducten.
De vraag is nu in hoeverre er sprake is van een oververhitte markt. Een echte zeepbel is het niet, zeggen analisten. Voor de middellange termijn (de komende tien jaar) verwachten zij dat de prijzen voor de belangrijkste landbouwproducten hoger zullen blijven dan gemiddeld in de afgelopen tien jaar. Hoe hoog weet niemand. Bij enkele grondstoffen is de prijs waarschijnlijk te ver doorgeschoten. Zo zijn de suikerprijzen afgelopen maand al weer gedaald, door gunstige oogstvooruitzichten.
Productie opschroeven
Gestimuleerd door de hogere prijzen zullen boeren wereldwijd de productie omhoog schroeven. Dat gebeurt onder andere door het in gebruik nemen van nieuw land. In landen als Rusland en Brazilië is daar nog ruimte genoeg voor, al zijn de meest productieve gronden al in cultuur gebracht.
Elders in de wereld zal het bestaande landbouwareaal intensiever worden benut. Investeringen in nieuwe technologieën en landbouwkundig onderzoek kunnen sneller worden terugverdiend en zullen dus toenemen. Dat geldt waarschijnlijk ook voor het gebruik van genetisch gemodificeerde gewassen, die voor een verdere opbrengststijging kunnen zorgen.
Aan de andere kant zijn er zaken die groei in de weg staan: gebrek aan zoet water, schaarste aan meststoffen zoals fosfaat, dure energie, klimaatverandering en het verdwijnen van vruchtbare landbouwgrond door erosie of gebruik voor andere doeleinden.
Schommelingen houden aan
De grote schommelingen in de prijzen zullen op korte termijn blijven bestaan. De voorraden zijn niet zomaar aangevuld, dat is de afgelopen jaren wel gebleken. De vraag is nu hoe landen zullen reageren. Armere landen houden strategische voorraden aan, maar ook in Europa gaan stemmen op om weer een systeem op te zetten van voorraadbeheer en prijsstabilisatie.
Verder is de ontwikkeling van de olieprijs van belang. Gaat die weer omlaag, dan zullen de prijzen voor voedingsmiddelen zakken. Blijft die hoog, dan speelt ook de discussie rond ‘voedsel of brandstof’ weer op. Het is goed denkbaar dat overheden de doelen op het gebied van biobrandstoffen veranderen, of ze in ieder geval afstemmen op de vraag naar voedsel.
Oorzaken van hoge prijzen
Lage voorraden - De wereldwijde graanvoorraden zijn erg laag, door een reeks van tegenvallende oogsten. Hierdoor is er maar weinig buffer om schommelingen in vraag en aanbod op te vangen. Een kleine toename van de vraag kan in deze gespannen markt al snel leiden tot hoge prijzen.
Biobrandstoffen - Diverse landen hebben zichzelf doelen gesteld op het gebied van biobrandstoffen. Om die doelen te halen, stimuleren regeringen via regelgeving en subsidies de vraag naar granen, oliezaden en suiker, wat een prijsopdrijvend effect heeft. De hoge olieprijzen doen daar nog een schepje bovenop; het wordt steeds interessanter om biobrandstoffen te gaan maken. Nu al wordt dertig procent van de Amerikaanse maïsoogst gebruikt voor het maken van bio-ethanol en verwerkt Brazilië 55 procent van haar suikerriet tot alcohol. In EU-landen moet in 2020 tien procent van de transportbrandstoffen uit biobrandstoffen bestaan.
Speculatieve handel - Het is moeilijk om te zeggen hoeveel invloed speculanten hebben op de prijs. Feit is dat steeds meer beleggers zich op de termijnmarkten van agrarische grondstoffen begeven. Beleggers van buiten de sector zijn vooral ‘volgers’; de prijsstijgingen zijn er eerder dan de speculanten. Toch kunnen zij, in ieder geval tijdelijk, de prijzen verder opdrijven.
Olieprijs - De voedselprijzen houden verband met de olieprijzen. Als de energieprijs hoog is, is het duurder om graan te produceren en duurt het langer voordat de voorraden worden aangevuld. Aan de andere kant wordt het bij extreem hoge olieprijzen interessant om biobrandstoffen te maken. Dit leidt weer tot extra vraag.
Groei van de wereldbevolking - Tussen nu en 2050 wordt een groei van de wereldbevolking verwacht van 7 naar 9 miljard mensen. Die extra monden moeten worden gevoed. Een deel van die mensen krijgt bovendien een betere levensstandaard (China en India), waardoor de vraag naar vlees en andere dierlijke producten stijgt. Beide ontwikkelingen zorgen voor een structurele extra vraag naar graan.
Dollarkoers - Omdat de wereldwijde graanhandel afrekent in Amerikaanse dollars, beïnvloedt de koers van deze munt rechtstreeks de prijzen van voedsel. Als de dollar in waarde daalt, wordt het voor andere landen aantrekkelijker om grondstoffen in te kopen, waardoor de vraag stijgt en de prijzen oplopen. De dollarkoers en de voedselprijzen laten daarom een tegengestelde beweging zien.
Voedsel fors duurder
De voedselprijsindex van de internationale voedsel- en landbouworganisatie FAO geeft een aardig beeld hoe de voedselprijzen zich in de loop der jaren hebben ontwikkeld. De index wordt berekend op basis van de gemiddelde prijsontwikkeling in granen, zuivel, vlees, suiker en oliehoudende zaden. Verantwoordelijk voor een recente piek, in de eerste maanden van 2011, zijn vooral de akkerbouwproducten. Melk en vlees zijn relatief minder in prijs gestegen.
Bron: FAO
Voorraad graan is laag
Voorraden hebben een belangrijke dempende werking op de markt van granen. Nu de voorraden laag zijn, kan een krappe oogst de prijzen flink opdrijven. Op zich zijn de voorraden groot genoeg om de verschillen in vraag en aanbod op te vangen. Maar sommige landen houden strategische voorraden aan om voedselrellen te voorkomen. Komend seizoen verwacht de FAO een 3,5 procent grotere graanoogst. Het areaal is vanwege de hoge prijzen gegroeid en door gunstig weer staan de gewassen in de belangrijkste graanregio’s er goed voor.
Bron: FAO