Aanwezigheid combi-luchtwassers bedreigt mogelijk bedrijfsuitbreiding
Voor bestaande bedrijven waar geen wijzigingen optreden in geurbelasting of aantal dieren, zou er volgens Altena niets veranderen. „De ondernemer handelt in overeenstemming met de afgegeven vergunning. Bij nieuwe bedrijven en uitbreiding van bestaande bedrijven heeft de voorgestelde aanpassing tot gevolg dat met lagere reductiepercentages moet worden gerekend, ook voor de bestaande combi-luchtwassers.” Maar, volgens hem komt het er op neer dat door het gelijk stellen van de reductiewaarden van combi- en enkelvoudige luchtwassers, zoals de staatssecretaris van plan is, bedrijven moeilijker kunnen uitbreiden.
Combi luchtwassers onder vuur
In opdracht van het ministerie van IenW heeft Wageningen Livestock Research een onderzoek uitgevoerd naar het rendement van luchtwassers in stallen. Uit dit verkennende onderzoek op varkensbedrijven bleek dat bij combi-luchtwassers de geurreductie lager is dan eerder vastgesteld. De rendementen van chemische en biologische luchtwassers lagen dicht in de buurt van de vastgestelde waarden. Bij de combi luchtwassers was de geurprestatie echter slechts de 40 tot 50 procent van het vastgestelde niveau.
Verschillen in metingen
Uit het onderzoek blijkt dat er grote verschillen bestaan tussen de metingen onderling en tussen de verschillende types combi luchtwassers volgens de Flynth-zegsman. „De luchtmonsters zijn geanalyseerd door een Nederlands en een Duits laboratorium. Beide laboratoria werken volgens hetzelfde protocol, maar toch komen er grote verschillen naar voren in de gemeten geurreductie.” Volgens Henk Altena zijn alle combi luchtwassers op één hoop gegooid. Er zijn verschillende types combi-luchtwassers en het blijkt dat ze verschillend presteren: „Ook blijkt dat niet alle types combi-luchtwassers zijn onderzocht, waaronder combi luchtwassers die veel voorkomen in de Nederlandse varkenshouderij." geeft hij als commentaar op het verkennende onderzoek.
De onderzoekers geven aan dat de verkennende studie voldoende reden geeft voor aanvullend onderzoek.