Extra ruwvoer heeft geen positief effect op staartbijten
Net als in Nederland is het verminderen of voorkomen van staartbijten in Duitsland een van de dierenwelzijnsonderwerpen. Het veevoeronderzoekscentrum in Schleswig-Holstein had het vermoeden dat meer ruwvoer wellicht een positief effect zou kunnen hebben op staartbijten. Het wilde daarom onderzoeken of deze verwachtingen juist waren en welke impact extra ruwvoer had op de prestaties van het varken.
Er werden vier voedergroepen bestudeerd tijdens het opfokken van biggen. Naast de controlegroep kregen twee groepen respectievelijk 5 en 6 procent sojahullen in het voer. De vierde groep kon onbeperkt sojahullen vreten. Ook werden twee groepen met vleesvarkens op een extra ruwvoerdieet gezet met 7 en 8 procent sojahullen.
Het experiment toonde echter duidelijk aan dat er nauwelijks enige invloed was van de hogere gehalte aan ruwe celstof in voeding op de groeiprestatie. De verandering van het voer liet echter wel een verslechtering van de voederconversie zien, die toenam naarmate de dieren ouder werden. Dit kwam ook tot uitdrukking in de voerkosten per kilogramtoename. Hoewel de negatieve economische gevolgen van voer met extra ruwe vezels in de biggenfokkerij nog steeds relatief laag waren, bleek dat deze duidelijker zichtbaar bij de vleesvarkens waren.
Met betrekking tot de effecten van voedergroepen op het staartbijtproces was er geen consistent beeld in zowel de biggenopfok als bij de vleesvarkens. De verwachting dat de staartbijten wordt verminderd door een hogere ruwvoergift werd door dit experiment niet bevestigd. De onderzoekers concludeerden: Nauwelijks prestatieverlies, duurdere voeding en geen effecten op staartbijten
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Reinout Burgers
Bronnen: Lehr- und Versuchszentrum Futterkamp, LVZ