Kamer roept op tot verandering voedselsysteem
Voedsel moet duurzamer en gezonder, klonk het in het debat. Veel partijen benadrukten dat het voedsel nooit zo veilig is geweest als nu, en dat Nederland hoge standaarden zet op het gebied van voedselkwaliteit. Maar tegelijk kan het beter, vonden veel Kamerleden. „Het voedselsysteem is fout”, vond William Moorlag (PvdA). „Boeren worden gedwongen tot massaproductie voor lage wereldmarktprijzen, supermarkten sturen op volume, en de consument wordt verleid tot ongezond eten.” Rik Grashoff (GroenLinks) pleitte voor kortere ketens. „We moeten toe naar minder schakels in de keten”, zei hij. „Hoe minder schakels, hoe minder afstand tussen consument en producent, en hoe meer er een eerlijke prijs voor de boer overblijft.”
Die consument moet zich ook bewust zijn van wat hij eet, vonden meerdere Kamerleden. De huidige eetpatronen leiden tot gezondheidsklachten, die voorkomen kunnen worden als ze gezonder eten. „We hebben vandaag een unieke kans om een transitie in te zetten, van gezondheidszorg achteraf naar gezond eten vooraf”, stelde Tjeerd de Groot (D66).
Betere verdienmodellen
Minister Schouten ging daarin mee. Consumentenbewustzijn kan ook leiden tot betere verdienmodellen, dacht ze. Ze haalde onderzoek van de WUR aan, waaruit blijkt dat consumenten het waarderen als ze de herkomst van hun vlees kennen, en dat ze bereid zijn om daarvoor te betalen. En ook binnen de keten is transparantie nuttig. Het ministerie wil dat stimuleren, vertelde ze. Daarom loopt nu bijvoorbeeld een pilot met blockchain in de sector, waardoor de hele keten informatie deelt. Eind dit jaar worden de eerste resultaten daarvan verwacht.
Verborgen kosten
Een ander punt dat verschillende Kamerleden naar voor brachten waren de externe, verborgen, kosten van vooral de vleesproductie. „De consument moet de werkelijke prijs kunnen zien, hij moet kunnen zien wat de duurzame keuze is", stelde De Groot. „Soms is vlees duurzamer dan plantaardig.”
Schouten was het ook daarmee eens, maar ze wil eerst een goed inzicht krijgen in de maatschappelijke kosten, vertelde ze. „Het is een moeilijk probleem", stelde ze. „Kalveren zijn bijvoorbeeld een bijproduct van de melkveesector, en moeten dus niet an sich bekeken worden." Vierkantsverwaarding speelt daar ook een rol bij, stelde ze, en de vraag hoe de externe kosten over de verschillende delen van een dier moeten worden verdeeld.