Zeugenhouders gaan zware tijd tegemoet
Varkenshouders zijn gewend om te gaan met prijsschommelingen. Het huidige prijsdal houdt echter buitengewoon lang aan en de voerprijzen zijn al geruime tijd aan de hoge kant. In 2010 kampte een kwart van de varkensbedrijven met een fors liquiditeitsprobleem. Op deze varkensbedrijven was de negatieve kasstroom niet op te vangen uit eigen middelen, zoals spaargeld, kleine besparingen op onderhoudskosten of uitstel van privé-uitgaven of aflossingen.
Grondstofprijs blijft hoog
De onevenwichtigheid tussen kosten en opbrengsten doet het rendement in de varkenshouderij de das om. De grondstofprijzen blijven onverminderd hoog. Betaalde een zeugenhouder in januari 2010 19,50 euro voor zeugenbrok dracht, in juli 2011 was dit 28,40 euro. Een stijging van 45 procent. Op dit moment komt een vleesvarkenshouder 30 cent per kg geslachtgewicht tekort.
Volgens het biggenprijzenschema van WUR Wageningen was in augustus de kostprijs van een big van25 kg 56,20 euro terwijl de marktprijs circa 39 euro was. Een negatief verschil van 17,20 euro per big. Bij een maandelijkse aflevering van 700 biggen betekent dat de zeugenhouder iedere vier weken ruim 12.000 euro moet bijpassen.
Oplopende tekorten
Vooral de zeugenhouders krijgen het de komende maanden heel zwaar door ernstige liquiditeitsproblemen, vreest Mark Bankers, senior relatiemanager bij ABAB Accountants en Adviseurs. „De tekorten lopen bij hen snel op. Juli, augustus, september en oktober worden naar verwachting hele slechte maanden.
De voerwinst van 420 euro per zeug in het eerste half jaar resulteert in een tekort van 27,50 per zeug. Een blik op de actuele biggenprijzen en de termijnmarkt laat voor de komende maanden een verwachte voerwinst zien van slechts 250 euro. Dit betekent een tekort van 100 euro per zeug, per saldo over het hele jaar een tekort van 125 euro. Dit zorgt voor gigantische liquiditeitsproblemen”, vreest Bankers.
ABAB probeert zijn cliënten te ondersteunen met behulp van een liquiditeitsprognose in combinatie met een bedrijfsmonitor, waardoor zij verder vooruit kunnen kijken. Zo kan de varkenshouder bij een toekomstig liquiditeitsprobleem tijdig met een helder verhaal bij de bank aankloppen. „En niet pas als het tekort zich daadwerkelijk aandient en hij de rekeningen niet meer kan betalen. Dan heb je echt een probleem”, waarschuwt Mark Bankers.
Lagere voerkosten
Ondanks de nijpende situatie is de betalingsmoraal door de varkenshouders naar omstandigheden nog goed, zeggen zowel de mengvoerfabrikanten Brameco Zon en Boerenbond Deurne. Coöperatie Brameco Zon heeft weinig of geen slecht betalende debiteuren/varkenshouders in zijn klantenbestand. „Vrijwel al onze voerafnemers betalen op tijd.”
„Circa 95 procent gaat per automatische incasso en krijgt één procent betalingskorting. De rest heeft een betalingstermijn van twee weken”, zegt adjunct-directeur Jan Minten. Een mogelijke oorzaak van deze vooralsnog goede betalingsmoraal is volgens Minten dat de gemiddelde voerkosten per kg groei bij varkenshouders van Brameco Zon al twee jaar 5 cent onder het Agrovision-niveau ligt.
„Op een bedrijf van 3.000 vleesvarkens scheelt dit 40.000 euro per jaar. Dit draagt bij aan de betalingscapaciteit.” Minten krijgt via de buitendienstmedewerkers wel signalen dat steeds meer varkenshouders keuzes moeten gaan maken. Bijvoorbeeld een stal leeg laten staan of minder zeugen houden. Minten onderstreept de grote verschillen in de onderlinge bedrijfsresultaten. „Bedrijven die alles perfect voor elkaar en georganiseerd hebben, weten toch nog positieve resultaten te behalen, terwijl anderen het al tijden slecht doen.”
Het advies van Minten is om systeemfouten in het hele bedrijf nu op te lossen. „Bespaar niet op kosten die later tegen je keren, zoals entingen overslaan. Hou bovendien de liquiditeitspositie continue in de gaten en overleg regelmatig met de bank. Geef je financiën niet over aan leveranciers, dan verlies je de ondernemersvrijheid.”
Vervroegde nabetaling
Met het oog op de actuele marktsituatie hebben de afnemers/leden van Boerenbond Deurne het bestuur opgeroepen alle mengvoerders zo scherp mogelijk te calculeren. Het bestuur geeft hier gehoor aan door tot en met oktober 2011 vervroegd een extra nabetaling te doen van in totaal 1,5 miljoen euro. De afnemers ontvangen over de tot en met juni afgenomen mengvoeders 4 euro per ton en daarnaast een extra bonusuitkering van 6 euro per ton.
Boerenbond Deurne constateert een kleine toename van afnemers die een factuur niet of te
laat betalen. „Het betreft vooral gesloten- en zeugenbedrijven”, zegt Frank van Eijkelenburg, manager varkenshouderij. „De betalingsachterstanden laten wij niet te hoog oplopen. Ons advies is om dit met de bank te bespreken en zo te analyseren of het een tijdelijk of structureel probleem is.”
Zaak van lange termijn
„Betalingsproblemen bij varkenshouders komen voor ons doorgaans niet als een verrassing. In dergelijke gevallen gaan we met de ondernemer aan tafel en kijken gezamenlijk naar het perspectief, de ambities en andere (financierings-) mogelijkheden”, verklaart Wilbert Hilkens, sectormanager intensieve veehouderij bij ABN-Amro. Met al zijn intensieve veehouderij klanten onderhoudt de bank een intensief contact. Eerder is geïnventariseerd of de bedrijven ‘2013-proof’ zijn en zo niet wat er moet of kan gebeuren.
„Als bankier kijken we naar de lange termijn. Bij de financiering van varkensbedrijven houden we bovendien steeds rekening met de varkenscyclus. Bij het gros van onze klanten is niets aan de hand”, concludeert Hilkens. Door de inventarisatie heeft de bank een duidelijk zicht op de perspectieven van zijn varkenshoudende cliënten. „Ongeveer 20 procent van onze klanten geeft aan de varkenshouderijtak te beëindigen. Bij diegene die willen investeren, heeft circa de helft voldoende mogelijkheden, bij 30 procent is dit nog onduidelijk en bij 20 procent is het beter deze tak te staken.”
Hilkens verwacht dat de huidige crisis in de varkenshouderij nog zeker een jaar aanhoudt. Hij stoelt zijn verwachting op het grote aanbod, waarbij vooral de groei van de Duitse varkenshouderij een rol speelt. „Duitsland was eerst voor 70 procent zelfvoorzienend, nu voor circa 115 procent.”
Zoeken naar oplossing
Een duidelijke noodroep klinkt bij de organisatie ‘Zorg om Boer en Tuinder’ (ZOB). De ZOB ondersteunt boeren en tuinders en hun gezinsleden die hun bedrijf (gedeeltelijk) willen of moeten beëindigen. Wekelijks zit Wim Verbeek van ZOB bij varkenshouders aan de keukentafel zoekend naar een oplossing.
„Onze ervaringen zijn heel bitter. Vooral voor zeugenhouders met ongeveer 200 tot 300 zeugen is de situatie bar en boos. Er is geen geld om te voldoen aan de 2013-normen. Banken zijn niet bereid dergelijke investeringen te financieren. Stoppen is de enige uitweg. Vervolgens blijven ze zitten met een onverkoopbaar bedrijf. Het aanbod van bedrijven is heel groot en de vraag minimaal.”
„De uiteindelijke zeugenopbrengst is hooguit voldoende om openstaande facturen te betalen. Beide partners moeten vervolgens een fulltime baan zoeken voor het aflossen van de bankschuld”, legt Verbeek in een notendop de alarmerende situatie uit. Hij adviseert varkenshouders om op tijd te beslissen. „Het is vijf voor twaalf. Voor de meesten zou het beter zijn geweest als ze eerder waren gestopt.”