Inzicht in griep bij varkens
Griep bij varkens
Griep bij varkens wordt veroorzaakt door type A influenza virussen. Influenza virussen zijn zeer veranderlijk. Hierdoor worden er binnen de influenzavirussen van het type A verschillende subtypes onderscheiden. Deze subtypes worden onderscheiden op basis van twee eiwitten die voorkomen op het oppervlak van het virus, nl. hemaglutinine (H) en neuraminidase (N).
De belangrijkste subtypes die in de Europese varkensstapel voorkomen zijn het H1avN1, H1huN2 en H3huN2 subtype. Deze subtypes circuleren sinds lang in de varkenspopulatie en worden de klassieke subtypes genoemd. De vermelding “av” en “hu” in de benaming wijzen op de oorsprong van het virus, respectievelijk aviair (“van vogels”) en humaan (“van de mens”).
Sinds 2009 is er een nieuwe variant opgedoken, de zogenaamde pandemische griep H1panN1, beter bekend als de “Mexicaanse griep”. Deze stam heeft zich destijds zeer snel wereldwijd verspreid onder mensen en ondertussen ook bij onze varkens.
Meerdere subtypes kunnen tegelijk voorkomen op een varkensbedrijf en als gevolg hiervan kunnen ook mengvormen (reassortanten) tussen de subtypes gevormd en teruggevonden worden. Zo circuleren er ondertussen ook het pandemisch subtype H1panN2 en het klassieke subtype H1avN2 op onze varkensbedrijven. (1)
Het griepvirus richt zich op de luchtwegen en vermenigvuldigt zich in de cellen van het slijmvlies van de luchtwegen. De geïnfecteerde cellen sterven, waardoor een sterke immuun- en ontstekingsreactie in de luchtwegen ontstaat. Dit uit zich in luchtwegproblemen en algemene ziekte.
Het is belangrijk te vermelden dat griep bij varkens niet seizoensgebonden is en gedurende het hele jaar voorkomt. De griepvirussen die bij varkens circuleren hebben een zoönotisch potentieel. Dat wil zeggen dat ze in min of meerdere mate beschikken over het vermogen om mensen te infecteren.
Wat zijn de risicofactoren?
Influenzavirussen zijn uiterst besmettelijk. Eén besmet dier zal gemiddeld 3 tot 7 soortgenoten besmetten tijdens de periode waarin het virus uitgescheiden wordt. Een besmet dier kan het griepvirus gedurende meer dan 7 dagen uitscheiden. (2)
Besmetting vindt plaats door nauw contact met besmette varkens en via de lucht, maar ook vanuit een besmette omgeving en via besmette materialen. Overdracht via de lucht werd aangetoond over een afstand van 2 km. (3) Dit verklaart grotendeels de besmetting tussen naburige varkensbedrijven en de besmetting tussen dieren die in verschillende hokken en stallen in hetzelfde bedrijf zijn gehuisvest.
In een Frans onderzoek werden verschillende risicofactoren geïdentificeerd die verband houden met griepinfecties bij vleesvarkens. (4) Deze houden ofwel verband met een verhoogd risico op overdracht van het virus of met een verminderde immuniteit. Zo hebben praktijken die leiden tot meer contact tussen varkens een ongunstig effect: grote hokken en afdelingen, mengen van dieren van verschillende oorsprong of leeftijd, hoge hokbezetting, luchtcirculatie tussen afdelingen, ... Stress ten gevolge van een slecht stalklimaat (koude temperaturen, storingen in de ventilatie, ...) verzwakt de immuniteit ter hoogte van de longen.
Wat zijn de klinische symptomen?
- Symptomen bij het individuele dier
Op het niveau van een individueel dier verschijnen de klinische symptomen snel na de infectie (1 tot 4 dagen later) en beginnen meestal met niezen en een loopneus. De infectie bereikt snel de luchtwegen en de longen. Dit veroorzaakt hoesten, ademhalingsproblemen en longjacht.
Tegelijkertijd leidt koorts (>40°C) tot lusteloosheid bij de varkens, die blijven liggen en weinig eten. In het geval van fokdieren zijn er ook abortussen, onvruchtbaarheid, verminderde melkproductie, ...
Het komt vrij vaak voor dat een griepinfectie fungeert als een "vonk die een explosie veroorzaakt", waarbij co-infecties met Streptococcus suis of Mycoplasma hyopneumoniae gelijktijdig of kort na een griepinfectie optreden.
Zonder co-infecties nemen de respiratoire en algemene klinische symptomen spontaan af binnen 8-10 dagen. Meestal zijn er echter ook co-infecties aanwezig. In dit geval kunnen de klinische symptomen veel ernstiger en/of gevarieerder zijn: sterfte, bacteriële longinfecties, vermagering, zenuwsymptomen door bacteriële hersenvliesontsteking, enz.
- Symptomen op bedrijfsniveau
Op bedrijfsniveau worden twee klinische vormen beschreven:
1. Epidemische vorm
De epidemische vorm komt vooral voor wanneer een bedrijf een eerste keer wordt besmet met influenza of wanneer het wordt besmet met een nieuwe variant van het influenzavirus. Het merendeel van de varkens op het bedrijf worden binnen korte tijd (10-15 dagen) besmet en ziek. De ziekte “gaat rond” op het bedrijf. De symptomen zijn duidelijk zichtbaar, omdat veel varkens stoppen met eten en blijven liggen.
2. Endemische vorm
De endemische vorm volgt vaak op een primaire infectie. Het griepvirus blijft op het bedrijf aanwezig, maar treft minder varkens. Zo worden varkens op veel bedrijven stelselmatig ziek rond dezelfde leeftijd, vaak na het spenen, en dit het hele jaar door. We spreken van terugkerende griep. Deze chronische vorm kan ook de zeugenstapel treffen en kan leiden tot voortplantings- of lactatiestoornissen en koorts bij een beperkt aantal dieren.
Hoe stel je de diagnose van griep?
De eerder beschreven klinische symptomen zijn een eerste belangrijk element voor de verdenking van een griepinfectie. Om een definitieve diagnose te stellen, is laboratoriumonderzoek noodzakelijk. De beste keuze is om aan het begin van de kliniek te proberen het griepvirus op te sporen door middel van PCR-onderzoek. Omdat het griepvirus zich richt op de luchtwegen, wordt het virus het best opgespoord in neusswabs en tracheobronchiaalswabs. Wanneer het niet mogelijk is om dieren in het acute stadium van de ziekte te bemonsteren, dan kan op een later tijdstip ook gezocht worden naar afweerstoffen in het bloed van varkens die recent klinische symptomen hebben vertoond (minstens 10 dagen na het ontstaan van de symptomen). Deze techniek is echter niet geschikt voor dieren jonger dan 10-12 weken leeftijd, omdat er geen onderscheid kan worden gemaakt tussen biestantistoffen en antistoffen verkregen na een infectie en omdat deze dieren na infectie minder afweerstoffen zullen aanmaken door de aanwezigheid van biestantistoffen.
Wat zijn de technische en economische gevolgen van griep op uw bedrijf?
Iedereen die al eens werd geconfronteerd met griep op zijn bedrijf, kent de gevolgen ervan:
- Daling van de groei
- Verminderde voederopname
- Sterfte en achterblijvers
- Verhoogde medicijnkosten voor de behandeling van koorts en/of co-infecties
- Abortussen, vruchtbaarheidsproblemen, daling van het aantal geboren en het aantal gespeende biggen
De economische impact is zwaar. Voor fokzeugen werd de economische impact van griep op twee verschillende bedrijven in een recent onderzoek geschat op respectievelijk 15,8 en 18 euro per aanwezige zeug. (5)
Bronnen
- Van der Wolf et al. 2023. Influenza A subtypes found in diagnostic samples from swine in The Netherlands in the period January 2018 through to and including September 2022. Proceedings of the 14th ESPHM, 2023.
- Rose et al. 2013. Dynamics of influenza A virus infections in permanently infected pig farms: evidence of recurrent infections, circulation of several swine influenza viruses and reassortment events. Veterinary Research, 44:72.
- Corzo et al. 2013. Airborne Detection and Quantification of Swine Influenza A Virus in Air Samples Collected Inside, Outside and Downwind from Swine Barns. PLoS ONE 8(8): e71444. doi:10.1371/journal.pone.0071444
- Fablet et al. 2013. Different herd level factors associated with H1N1 or H1N2 influenza virus infections in fattening pigs. Preventive Veterinary Medicine 112, 257-265.
- Créach et al. 2020. Impact économique d’une infection des reproducteurs par un virus influenza dans deux élevages porcins. Journées de la Recherche Porcine 2020.