‘Banken zien nog steeds perspectief’
Heeft het crisisoverleg wat opgeleverd?
„Ja, dan denk ik wel. Wij kregen afgelopen tijd duidelijke signalen uit onze achterban dat de situatie erg zorgelijk is. Die grote zorgen hebben we tijdens dat overleg duidelijk kunnen uitspreken. Met de vraag of de banken en de diervoedersector die zorgen delen. Dat bleek het geval te zijn. Ik vond het belangrijk dat de banken uitspraken dat ze soepel omgaan met aflossingen en kredietverlening. Dat de kraan dus zeker voor de blijvers met toekomst niet wordt dichtgedraaid. Natuurlijk, dat kunnen wij niet afdwingen, dat is ook onze rol niet, maar ik vind het zeker een winstpunt.”
Maar het gezamenlijk uitspreken van die zorgen is toch nog geen oplossing?
„Nee, dat klopt. De conclusie was dan ook vooral dat dit toch een Europees probleem is. Met een markt met te veel aanbod, gecombineerd met hoge voerprijzen. Oplossingen op nationaal niveau zullen nauwelijks effect hebben. Het is wel goed om te horen dat banken nog steeds kansen zien als het om het economische perspectief voor de varkenshouderij in Nederland gaat.”
Maar dat het om een Europees probleem gaat, wist u toch van te voren?
„Natuurlijk, maar we vonden het toch heel belangrijk om de signalen vanuit onze achterban goed over te brengen. En om van de banken en de veevoederfabrikanten te horen of onze zorgen delen. Dan is het goed dat de banken bijvoorbeeld nog steeds perspectief zien, ondernemers met kansen willen helpen en geloven in de varkenscyclus. Zij het dat die duidelijk trager is en we langer in het dal zitten.”
Had u stiekem niet op meer resultaat gerekend?
„Nee, niet echt, maar dat wisten we eigenlijk van te voren. Ook wij denken voortdurend na over oplossingen en weten heel goed dat die beperkt zijn als je op nationaal niveau actief bent. Je praat toch vooral over 2013 en ander Europees beleid. In een varkensmarkt met te veel aanbod en dus slechte prijzen. En met hoge grondstoffenprijzen, dat maakt deze situatie zo bijzonder moeilijk.”
Gaat u vaker dit soort crisisoverleg organiseren?
„Als het nodig is, zeker, waarom niet? Maar het is niet structureel of zo, we gaan niet om de zoveel tijd bij elkaar zitten. Daarnaast praten we natuurlijk voortdurend met afzonderlijke partijen in en rond de sector, dat gaat altijd door.”
Ziet u al licht aan de horizon?
„Ik denk dat we als varkenshouderij voorlopig in een heel lang en diep dal zitten. Maar er moet een oplossing komen, want deze prijzen kunnen gewoon niet. Toch vrees ik dat we zullen moeten wachten totdat de markt zijn werk doet en het Europese aanbod van varkensvlees gaat krimpen. Ik denk dat zoiets onvermijdelijk is. Maar wanneer dat zal zijn, dat weet ik echt niet, dat is vooral speculeren. Misschien dat volgend jaar de lichten weer wat op groen gaan. Behalve het te grote aanbod van varkensvlees in Europa blijven ook de voerprijzen natuurlijk ontzettend belangrijk, wat gebeurt daarmee? Die hoge kosten zetten nu onze marges ontzettend onder druk. Het moet beter, dat is eigenlijk het enige wat zeker is.”
Onlangs werd het Weekeinde van het Varken gehouden. Zo’n 27.000 bezoekers bezochten de deelnemende varkensbedrijven in heel Nederland. Tevreden over dat aantal?
„Ik vind dat zeker een heel mooi resultaat. Het zijn toch zo’n duizend bezoekers gemiddeld per deelnemer, een mooi aantal voor die een of twee dagen dat het kon. Op de vestigingen van ons bedrijf in Aarle-Rixtel hebben we zelf al jaren zichtstallen en dan heb je ook ongeveer 20.000 bezoekers per jaar.”
Dat zijn best leuke aantallen, maar heeft dat wel genoeg invloed op de publieke opinie? Er wonen tenslotte 17 miljoen mensen in Nederland.
„Je moet toch verder kijken dan alleen deze aantallen bezoekers. Het gaat volgens mij om een drieledig doel. Op de eerste plaats zijn het de mensen die op bezoek komen. Daarmee ga je in gesprek en die zijn behoorlijk enthousiast. Maar al die bezoekers praten in hun eigen netwerk daar weer over op feestjes en bijeenkomsten met familie, vrienden en kennissen. Met die netwerken erbij zijn dat dus veel meer mensen. En als derde, je laat op deze manier via de media zien dat je als sector open en transparant bent, dat je niks te verbergen hebt. Iedereen kan dus bij ons komen kijken. Dat is heel belangrijk voor een sector die vanuit de maatschappij heel kritisch wordt bekeken en gevolgd.”
Inmiddels is er ook het initiatief ‘Varkens Vandaag’ van een groep varkenshouders die de publieke opinie positief willen beïnvloeden. Wat vindt u daarvan?
„Heel goed en heel mooi. Dat is een initiatief van onderaf, dus van de ondernemers in onze sector zelf, dat werkt altijd het beste. Iedereen weet dat we als varkenshouders in deze tijd heel erg kritisch worden bekeken. Dan is het juist heel goed dat ondernemers zichzelf luid en duidelijk laten horen.”
Voelt u zich als LTO niet gepasseerd?
„Absoluut niet. Varkens Vandaag richt zich vooral op de communicatie naar de maatschappij en op de publieke opinie. Dat doen ze heel goed. Als LTO Nederland doen we dat ook wel, maar wij zijn natuurlijk toch een organisatie voor de belangenbehartiging van onze leden. Zo wordt dat natuurlijk ook gezien als wij iets zeggen of een mening geven. Bij Varkens Vandaag zijn het de ondernemers zelf die zich breed tot de maatschappij richten. Dus nogmaals, daardoor voelen we ons zeker niet gepasseerd, integendeel.”
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Susan Rexwinkel