Martin Scholten: ‘Schaalvergroting is noodzakelijk’
Op het rapport van Hans Alders nam de Commissie Van Doorn begin september al een voorschot. Waar Alders heeft aangegeven heeft dat er ontwikkelingsruimte is, heeft Van Doorn de richting waar de varkenshouderij naar toe moet uitgestippeld. Een route waar volgens Martin Scholten voor een puur kostprijsgedreven varkenshouderij in Nederland geen ruimte meer is.
Wat vindt u van de reacties op het rapport?
„Het zijn vooral bemoedigende reacties geweest. Ik heb geen reactie gehoord met de strekking: wat een onzin. Wel waren de reacties vanuit de overheid lauw. Normaal gesproken is de overheid dol op rapporten van commissies en de primaire sector denkt alweer zo’n rapport. Nu is het andersom. Ik denk omdat we in de ogen van de overheid te weinig concreet zijn. We hebben richting gegeven naar welke kant de veehouderij op moet. Ondernemers geven we de ruimte om dit zelf in te vullen.”
De Dierenbescherming heeft het niet ondertekend.
„Ja, teleurstellend. Ik ga er vanuit dat we allemaal het dier centraal stellen. Met het Beter Leven keurmerk van de Dierenbescherming bereik je nu 10 procent van de consumenten. Straks hebben ook de gangbare varkens het goed en is dit de standaard in de markt. Tel uit je winst. Je kunt niet van ons verlangen dat we gaan zeggen: zoveel speeltjes moeten er in de hokken aanwezig zijn. Ik hoop niet dat ze hun Beter Leven Keurmerk gaan afzetten tegen ons akkoord. Dat zou hun lauwe reactie verklaren.”
Wordt de huidige varkenshouder door de commissie Van Doorn in bescherming genomen?
„Wij leggen nu eens niet alle last op de schouders van de boer. De boer zit in een stijf stramien van kostprijsgericht produceren. Hij wordt gedwongen om dingen te doen die hem niet lief zijn. De druk op de boer is veel te groot. De altijd beproefde intensivering houdt op, want de technologische vooruitgang is niet oneindig. Qua kostprijs gaan we het op de mondiale markt verliezen.”
Er wordt gesproken in het rapport over het mondiaal stijgende voedselvraagstuk. Is dat voor de Nederlandse sector van belang?
„Ik zie Noordwest-Europa als één markt. Binnen deze markt kunnen we niet verlangen van het buitenland dat ze voor ons vlees blijven produceren. Van het vlees dat hier wordt gegeten, komt 60 procent van buiten Noordwest-Europa. Als Nederland moeten we deze markt kunnen bedienen van vlees en de retail moet niet meer zo gemakkelijk bulk importeren van buiten deze regio. De winst voor de retail is dat ze dichter bij de burger komen te staan.”
De commissie gebruikt vaak de term zorgvuldige veehouderij. Wat is dat?
„Een zorgvuldige veehouderij is dat het dier, de volksgezondheid en het milieu centraal staan. In het rapport hebben we aangegeven dat we dat moeten meten om de prestaties van de boer te bepalen. Maar het is niet alleen het bedrijf, maar ook de omgeving waarin de varkenshouder acteert. De ketenpartijen en buren zijn de belangrijkste schakels. Zorgvuldigheid vergt vakman- en ondernemerschap van de varkenshouder. Om dat professioneel in te vullen, is een bepaalde bedrijfsgrootte nodig.”
Schaalvergroting is onvermijdelijk?
„Ik zou willen zeggen schaalvergroting is noodzakelijk. Schaalvergroting is nu kostprijsgedreven. Schaalvergroting moet managementgedreven worden, net zoals in de gezondheidszorg. De maatschappij eist dat je op een professionele wijze duurzaam en zorgvuldig bezig bent. Met een kleine schaal is dat lastiger te bereiken als voor een grotere varkenshouder. De schaal is dan niet meer het doel, maar wel een middel.”
In Groot-Brittannië zijn ze al 13 jaar geleden overgestapt naar strengere dierenwelzijnseisen. Het heeft voor een halvering van de varkenssector gezorgd. Staat de Nederlandse sector niet hetzelfde te wachten?
„De meeste varkenshouders zullen moeten afhaken. Het is echt koffiedik kijken, maar als ik een schatting moet geven, denk ik dat maximaal de helft van het aantal ondernemers zal overblijven. Ik verwacht dat de Nederlandse varkensstapel met een kwart inkrimpt.”
Een kwart minder varkens. Heeft dit niet enorme gevolgen voor de gehele agribusiness?
„De totale agribusiness is momenteel één van de belangrijkste pijlers onder de Brabantse economie. Ik denk dat het aantal ondernemers en dieren afneemt en plekken waar varkensbedrijven zich kunnen vestigen beperkt zal zijn. De agribusiness zal met een kwart inkrimpen. Maar zo doorgaan kunnen we niet langer. Als je niet ingrijpt, is de schade groter.”
Waarom is er nauwelijks aandacht besteed aan prijsvorming in het rapport?
„Dat lijkt maar zo. De retail heeft zorgvuldig geproduceerd vlees nodig, de productie daarvan zal beperkt zijn. Vraag en aanbod zullen beter in balans zijn. Doordat prijs het resultaat is van vraag en aanbod zal dit de prijs ten goede komen. We kunnen de markt niet regelen, wel beïnvloeden. We moeten zorgen dat er voor de blijvers goede marktomstandigheden zijn.”
Het rapport betrekt zich tot Noord-Brabant, terwijl de Nederlandse varkenshouderij zaken doet in heel Europa. Waarom is er niet verder gekeken?
„Kijk naar het castratiedossier waar Nederland het voortouw heeft genomen en waar de rest van Europa snel volgde. We hopen zo weer het voorbeeld te kunnen zijn. Door zelf eerst actie te ondernemen, kun je alleen maar zien hoe de rest reageert.”
Dus u hebt helemaal geen contact gehad met instanties in bijvoorbeeld Duitsland?
„De verwachting is gestaafd bij onze oosterburen en ik ben er positief over dat ze snel zullen volgen.”
Welke varkenshouders zullen overleven?
„Iemand die zorgvuldigheid hoog in het vaandel heeft staan en met kennis van zaken opereert. De free riders die de varkenshouderij puur als business zien, zullen het moeilijk krijgen. Ook empatische varkenshouders met de beste bedoelingen, maar die voortdurend voortmodderen om het hoofd boven water te houden en op alles moeten bezuinigen, zullen het niet redden. De toekomstige varkenshouder moet ondernemer en vakman zijn.”
Wanneer gaan we voor het eerst in de praktijk iets merken van de Commissie van Doorn?
„Vanaf 1 januari 2012 als er een einde komt aan het preventief gebruik van antibiotica en er een zwarte lijst met verboden middelen komt.”
Stel dat ik als varkenshouder aan een slachterij lever die niet het rapport heeft ondertekend. Hoef ik mij als varkenshouder dan niet aan de regels te houden?
„De vraag is of hij dat wil gaan doen. De omstandigheden veranderden voor hen. Wie niet het zwarte schaap wil zijn, zal zich moeten aansluiten. We hebben met de commissie alleen de grootste marktpartijen in de keten benaderd om het rapport te ondertekenen. We verwachten dat de kleine partijen in de slipstream van de grote meegaan. Partijen zullen elkaar controleren. Consument richting de retail, retail naar slachterij en de slachterij richting varkenshouder. Met de klokkenluidersregeling kunnen personen anoniem misstanden melden. Het moet een laatste prikkel zijn om free riders uit te bannen.”
Hoe de hele keten maar ook hoe de varkenshouder met zijn dieren omgaat, wordt vastgelegd in het Good Management Practice, de opvolger van het IKB-systeem. Betekent dit niet een verhoogde administratieve last?
„Er worden meer eisen gesteld aan de verzorging en het meten van de performance van het dier. Dit zal arbeidsintensiever zijn. Varkenshouders moeten metingen aan het dier verrichten. Die komen terug in Good Management Practice en is de cockpit van het bedrijf. Dit kun je grotendeels automatiseren. De varkenshouder is de piloot in de cockpit die al de metingen beschouwt en daarop reageert. Het mag geen administratieve belasting worden, maar moet wel voor transparantie zorgen. Vergelijk het met een schoolrapport. Elke varkenshouder krijgt een rapport op basis van resultaat en niet op basis van inspanning.”
Wie gaat dat handhaven en betalen?
„Wij pleiten in het rapport voor een onafhankelijke regievoeder. Dus geen overheidsinstantie of sectorpartij. Het moet een partij zijn die daar tussenin staat. De provincie Brabant zien wij als eerste kostendrager.”
Heeft het rapport uw visie veranderd?
„Voor mij is de grootste eyeopener geweest dat je door radicaal anders te denken je in de varkenssector meer kunt bereiken dan je voor mogelijk houdt. We zijn eerst gaan beschrijven wat een zorgvuldige veehouderij is en zijn van daaruit bovenaan de keten bij de consument begonnen. Door daar een duw te geven kun je de rest bereiken.”
Wie hebben het rapport ondertekend?
Op 2 september is het Verbond van Den Bosch ondertekend. Daar is de intentie uitgesproken om uiterlijk in 2020 een totale duurzame Nederlandse varkenshouderij te realiseren. Vanaf 1 januari gaat het plan gefaseerd in. Het akkoord volgt op het rapport dat door de Commissie Van Doorn is opgesteld. De commissie bestaat uit: Daan van Doorn, Marijke Vos, Ab Klink, Ad Hectors, Rogier Arntz, Pieter Winsemius, Jeroen Naaijkens, Felix Rottenberg en Martin Scholten.
Zowel ketenschakels als partijen om de keten heen hebben de intentieverklaring ondertekend. Het gaat om de volgende partijen:
Belangenorganisaties:
LTO Nederland, ZLTO en NVV
Mengvoederleveranciers:
Agrifirm, De Heus Voeders en Nutreco
Slachterijen:
VanDrie Group, Plukon Royale en Vion Food Group
Supermarkten:
Jumbo Supermarkten, Albert Heijn, Plus Supermarkten, C1000, MCD Supermarkten, Sligro Food Group, Coop Supermarkten, Spar, Vomar, Deen Supermarkten, Dekamarkt, Dirk van den Broek, Hoogvliet, Jan Linders, Nettorama, Poiesz Supermarkten en Boni-Markten
Overheid:
Provincie Noord-Brabant
Maatschappelijke organisaties:
Brabants Landschap
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Susan Rexwinkel