Megastallen: het moet anders, maar hoe?
Het moet anders in de varkenshouderij. De huidige regelgeving voldoet niet. De Commissie van Doorn sloot daarom het Verbond van Den Bosch en de Commissie Alders spreekt van de Verklaring van Doorn. ‘Van mega naar beter‘ luidt de naam van het rapport dat de voorzitter van de dialoog over megastallen en voormalig minister van VROM vrijdag 23 september aanbod aan staatssecretaris Henk Bleker.
Waarom net niet?
Prachtige verklaringen en betitelingen. Maar hoe kan het dat de betrokkenen al zo vaak hebben geconcludeerd dat het anders moet, maar dat ze toch niet in staat zijn om dat ook te bewerkstellingen, vraagt Alders zich af. In 2001, tien jaar geleden, schreef voormalig Rabobank-directeur en SER-adviseur Herman Wijffels het rapport: ‘Toekomst van de veehouderij, agenda voor een herontwerp van de sector.’
In het rapport ‘Van mega naar beter’ geeft Alders zelf antwoord op die vraag. Hij concludeert dat doelstellingen onvoldoende worden vertaald in concrete doelen en tijdpaden. Daarom stelt hij een andere aanpak voor: er moet een stip aan de horizon worden gezet. Verbind er tijdpaden aan die voor de maatschappij inzichtelijk zijn.
Alders kaart ook de veelheid aan organisaties en deelnemers aan in de varkenshouderij. Daardoor voelen individuele veehouders zich niet verplicht om afspraken uit te voeren. Verder wordt de discussie tot nu toe vooral gevoerd met de voorlopers, de middengroep doet onvoldoende mee en de ‘free riders’ kunnen hun gang gaan. Als er al beweging komt, dan is er teveel begrip voor de achterblijvers die voor hun gedrag worden beloond met het uitstellen van verdere wettelijke eisen en het verlengen van overgangstermijnen. Er wordt niet doorgepakt en dit frustreert de koplopers. Alders doelt daarbij ondermeer op het Huisvestingsbesluit en de ammoniakregelgeving, zonder het expliciet te noemen.
Kiezen voor de blijvers
Kiezen voor de blijvers in plaats van de wijkers, adviseert Alders. Daarbij plaatst hij de kanttekening dat er eigenlijk een saneringsregeling voor stoppende varkenshouders zou moeten zijn, maar dat het niet realistisch is om te denken dat de overheid daar nu in crisistijd geld voor heeft. Wellicht is er een fiscale regeling mogelijk.
Vooral de kleine en middelgrote gezinsbedrijven met vleesvarkens komen in de knel, zo blijkt uit een analyse van Ge Backus van het LEI. Het gaat om een relatief grote staartgroep die niet in staat is te moderniseren en te ontwikkelen, maar omdat ze gewend zijn te besparen op privé-uitgaven en buitenshuis bijverdienen, zijn het ook bedrijven die niet zomaar failliet gaan.
Het LEI noemt het opvallend dat het vooral om vleesvarkensbedrijven gaat. De zeugenhouderij wordt gekenmerkt door dynamiek en de biggenmarkt is een kwaliteitsmarkt in tegenstelling tot de markt voor varkensvlees.
Prisoners dilemma
Maar ‘business as usual’ is geen begaanbare weg voor de toekomt. Dat blijkt uit de dialoog die maandenlang is gevoerd. Niet alleen via Internet, maar ook met burgerpanels die zich enkele dagen in de materie verdiepten en een groep van belanghebbenden (steakholders) die tot de verklaring van Doorn leidde.
Wie deze conclusie legt naast het marginale verdienmodel voor de sector, realiseert zich al snel dat er sprake is van een ‘prisoners dillema’, luidt de conclusie in het rapport ‘Van mega naar beter’. (Een ‘prisoners dillema’ betekent dat twee individuen die een gezamenlijk besluit moeten nemen vaak uitkomen op de slechts mogelijke oplossing omdat alleen besluiten de meest rationele keuze is-red).
Terugverdientijd stallen
Prachtige termen voor vervelende processen, maar wat gaat staatssecretaris Henk Bleker nu doen? Voorlopig houdt hij de kaarten voor de borst al zegt ook hij dat de situatie zoals het nu is, ‘met de rug naar de maatschappij doorboeren’, niet kan blijven bestaan. „Ik heb de ambitie om de varkenshouderij uit de hoek te trekken waarin ze zich voortdurend moet verdedigen. Dat wil toch niemand, jaar in jaar uit. Zelfs bewindslieden niet.”
Een concrete aanpak met tijdspaden en einddoelstellingen heeft hij zeker nog niet paraat. Uiterlijk in november 2011 schrijft Bleker de Tweede Kamer een brief met een voorstel voor het vervolg van de megastallen-dialoog.
Zowel Bleker als Alders realiseren zich dat de kern van het probleem ook schuilt in de terugverdientijd van stallen en tussentijdse nieuwe wettelijke verplichtingen.
Hoe lang gaat een stal mee? Hoe langer de stal meegaat, des te meer de varkenshouder verdient. Ook speelt de dubbele moraal van de consument een rol. Bleker: „Het probleem is dat we geen 16 miljoen mensen hebben in Nederland, maar 32 miljoen. 16 miljoen burgers die vinden dat het zo niet kan doorgaan en 16 miljoen mensen die kiezen voor goedkoop vlees.”
RDA-voorzitter tegen grotere stallen
De voorzitter van de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA), dierenarts Henk Vaarkamp, is tegen grotere veestallen. Dat is een mening op persoonlijke titel, die ingaat tegen de teneur van de Commissie Van Doorn. Dit adviserend rapport pleit er voor niet meer te praten over aantallen, maar over waarborgen voor milieu en dierenwelzijnskwaliteit.
Vaarkamp: „Ik heb er spijt van dat we in 2008 geen bezwaar hebben gemaakt, toen de RDA een officieel rapport uitbracht. Naar aanleiding van de Q-koorts ruimingen waaraan ik zelf heb meegewerkt, ben ik van mening dat het beter is om vier stallen met 500 geiten te hebben dan 1 met 2.000. Breekt er een ziekte uit in een megastal dan is het ook meteen een megaramp. Je moet je wel realiseren dat het aantal relaties tussen dieren kwadratisch toeneemt, hoe groter het bedrijf wordt.”
In het rapport ‘Van mega naar beter’ wordt een relatie gelegd met antibioticagebruik en de ontwikkeling van resistentie. Daar neemt Vaarkamp afstand van. „Toen keken de journalist en de heer Alders me met glazige ogen aan en hebben ze ervan gemaakt ‘wie de geschiedenis bestudeert van het gebruik van antibiotica moet zich realiseren dat….’