Staatssecretaris speelt paniekvoetbal met forse verlaging emissiefactor luchtwassers
Het was te verwachten dat de emissiefactoren van luchtwassers aangepast zouden worden. Al lange tijd denkt de overheid dat luchtwassers in de praktijk minder geurrendement hebben dan de cijfers op de RAV-lijst aangeven. Het onlangs verschenen WUR-rapport bevestigde de vermoedens, maar concludeerde ook concreet wat de oorzaken waren van het lagere geurrendement. Meer onderzoek is nodig, luidde de reactie van de WUR-onderzoekers.
Het is vreemd dat de regering nu al vrij direct komt met aanpassingen in de emissiefactoren van luchtwassers zonder de aanpassing van de reductiepercentages met wetenschappelijke feiten te onderbouwen. Gezien de reacties uit politiek en maatschappij op het WUR-rapport lijkt deze stap meer op paniekvoetbal van de staatssecretaris. Uiteraard zullen na de inspraakprocuderes de emissiefactoren minder drastisch zijn, maar ervaring leert dat de regering nu ‘onderhandelingsruimte’ heeft om toch tot een aanzienlijke verlaging van de reductiepercentages te komen.
Reductie noodzakelijk
In het voorstel wordt een forse verlaging van de reductiepercentages gepresenteerd. Voor biologische luchtwassers daalt het reductiepercentage van 75 of 85 procent naar 45 procent. Dat geldt ook voor de combiwassers en voor een aantal chemische luchtwassers waar wat betreft de reductiepercentage een nog grotere verlaging van de percentages geldt, namelijk van 70 tot 80 procent naar 30 procent.
Volgens de staatsecretaris is een dergelijke forse reductie noodzakelijk, zodat deze overeenkomen met de geuremissie van deze luchtwassers in de praktijk. Vooral in Noord-Brabant, Gelderland en Limburg worden de gecombineerde luchtwassers en biologische hoogrenderende luchtwassers door varkens- en kalverbedrijven gebruikt. Zij zullen straks geconfronteerd worden met aanmerkelijk lagere reductiepercentages.
Bestaande situaties
Volgens het ministerie heeft de aanpassing van de normen geen gevolgen voor bestaande situaties. Vergunningplichtige bedrijven mogen blijven handelen volgens de vergunning. Bedrijven die onder het activiteitenbesluit vallen, mogen met de huidige normen blijven rekenen zolang ze hun bedrijf niet aanpassen of uitbreiden. Niet-vergunningplichtige veebedrijven die al een aanvraag hadden gedaan voor uitbreiding, mogen tijdelijk nog met de oude (huidige) emissiefactoren blijven rekenen. Een gevolg van de aanpassing kan zijn dat bedrijven minder uitbreidingsmogelijkheden hebben en eventuele toekomstplannen moeten gaan aanpassen of andere technieken gebruiken, die bijvoorbeeld nu in de Gelderse Vallei worden getest. Ook Animal Life Plus komt over twee of drie jaar met een geurreductietechniek gebaseerd op bacteriële reiniging.
Inspraakprocedure
Hoewel Tweede Kamerlid Jaco Geurts nog geen officiële overheidstukken heeft ontvangen - het is immers een voorstel - wacht hij met interesse op de nieuwe normering die na de inspraakprocedure worden opgesteld. „Dan pas kunnen wij het debat aangaan, maar ik adviseer iedere belanghebbende om op de internetconsultatie te reageren.” Over twee weken is er in de Tweede Kamer een debat over de misstanden in de varkenshouderij en Geurts verwacht wel dat tijdens dit debat over luchtwassers gesproken zal worden.
Belanghebbenden kunnen tot 30 mei reageren op de internetconsultatie van het voorstel van staatssecretaris Stientje van Veldhoven van milieu.
Download het voorstel
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat