Winnende varkenshouders geven goede voorbeeld
Ze wonen op nog geen tien minuten rijden van elkaar. Toch hadden ze tot drie jaar geleden nog nooit van elkaar gehoord. Zeugenhouder René Bruns uit Saasveld en vleesvarkenshouder Simone Bekhuis uit Weerselo. Afgelopen oktober op de Landbouwvakbeurs in Den Bosch namen ze samen op het podium de gezondheidsaward van farmaceut Boehringer Ingelheim in ontvangst.
Een publiekelijke beloning voor de stappen in diergezondheid die ze op hun bedrijven hebben gemaakt. De bijbehorende cheque van 3.333 euro, die ze met zijn tweeën moeten delen, kunnen ze goed gebruiken in deze magere tijden. De winst die ze qua resultaten en arbeidsplezier hebben gemaakt, is vele malen groter.
Hogere opbrengstprijs
Tot 2008 loopt het naar wens op het vermeerderingsbedrijf van René en zijn vader Johan Bruns. De 180 zeugen presteren technisch goed en zonder entingen worden gezonde biggen afgeleverd. Met de uitbreiding van 180 naar 500 zeugen eind 2007 komt er einde aan de rust en wordt er een tijdbom binnengehaald. „Er hoefde niet veel te gebeuren om de bom te laten barsten”, kijkt René nu terug. „PRRS dat zich niet direct uitte, maar wel continu sluimerde. Gespeende biggen die een paar weken na opleg begonnen te hoesten en traanstrepen onder de ogen kregen.”
Op dat moment levert de vermeerderaar zijn biggen aan zes verschillende mesters. De omslag komt als Bruns met zijn handelaar Frans ter Haar om de tafel gaat. De insteek voor de zeugenhouder is om te bespreken hoe hij een hogere opbrengstprijs voor zijn biggen kan krijgen. Al snel komen ze tot dezelfde conclusie: een betere diergezondheid realiseren.
Heel frustrerend
Vijf kilometer verderop heeft vleesvarkenshouder Simone Bekhuis uit het nabijgelegen Weerselo net een uitbreiding van 800 naar 2.300 vleesvarkens achter de rug. Toch wil het niet lopen in de nieuwe vleesvarkensstal. Hoestende varkens die niet gelijkmatig groeien. Aan de slachthaak blijkt bijna de helft van de karkassen pleuritis (eenzijdige borstvliesontsteking) te hebben. Verder speelt PIA geregeld op en in sommige afdelingen krijgt 6 procent van de vleesvarkens een endeldarmprolaps (uitzakken van de endeldarm). Veelvuldige inzet van antibiotica moet de problemen verzachten.
Simone probeert met haar toenmalige vermeerderaar tot afspraken te komen om de problemen te verhelpen, maar al snel komt ze erachter dat hij zijn afspraken niet nakomt. „Als je weet dat je er niet veel aan kunt doen, is dat heel frustrerend. Maar tegelijkertijd kun je niets met die frustratie.”
Toomsgewijs spenen
Zeugenhouder Bruns die op zoek is naar een afnemer die meer geld over heeft voor gezondere biggen en vleesvarkenshouder Bekhuis die zoekende is naar gezonde biggen. Handelaar Ter Haar hoeft niet lang na te denken voordat hij een nieuwe match heeft gevonden. Een groot voordeel voor Bruns en Bekhuis is dat ze bij dezelfde dierenarts zijn aangesloten. Valentijn Thuring van Varkensartsen Twente Salland weet wat er op beide bedrijven speelt. Bloeduitslagen bij het vermeerderingsbedrijf van Bruns toonde positieve PRRS-titers aan bij de zeugen.
Eind 2008 wordt gestart met het vaccineren van PRRS bij deze diergroep. Een jaar later komt daar nog een circo-enting bij voor de biggen en halverwege 2010 wordt het entschema uitgebreid met mycoplasma. In overleg wordt het aantal gespeende biggenafdelingen uitgebreid en de hokgroottes aangepast. Voor René Bruns betekent het dat hij de net nieuw gebouwde biggenbatterij weer kan verbouwen. „De hokken waren gebouwd voor 20 biggen, maar wij wilden naar toomsgewijs spenen en we hebben dus de nieuwe biggenafdeling verbouwd naar hokken van 12.”
Om extra ruimte te creëren, wordt een loods omgebouwd naar een stal voor 580 gespeende biggen. In de nieuwe situatie betekent dit drie aparte stallen. Een voor de zeugen en twee met gespeende biggen. Alleen binnen de eerste levensdag worden biggen verlegd. Vanaf dan blijven de biggen tot ze op transport gaan naar Bekhuis toomsgewijs bij elkaar. Naast het werken met overalls van verschillende kleuren tussen de stallen probeert Bruns zoveel mogelijk hygiënisch te werken. Zo wordt elke week de centrale gang zorgvuldig gereinigd en wast hij na het aanraken van een big zijn handen. Sinds april dit jaar is hij gestopt met castreren van beren en dat maakt het preventief gebruik van het antimicrobiële middel Albipen overbodig.
Stoppen met enten
Toch hebben niet alle maatregelen effect. De Tempo eindbeer die wordt ingewisseld voor de Talent brengt niet wat beiden ervan verwachten. „We hebben één jaar lang de Talent gehad, maar hadden last van veel dunne mest en de groei en karkasseneigenschappen als vleesvarken vielen ook niet mee”, vertelt René. Wel zorgde de wisseling van de eindbeer voor een forse afname van endeldarmprolapsen. Desondanks zijn ze in overleg ruim een half jaar geleden overgestapt op de PIC Piétrain.
Simone heeft intussen de eerste afdelingen opgelegd met de nieuwe genetica. Ze durft er nog geen uitspraken over te doen. Wel heeft ze ervaring opgedaan met entingen tegen de ziekte van Glässer en PIA. Ze blijken niet het gewenste effect te hebben. „De extra kosten en het werk van vaccineren wogen niet op tegen de minimale extra groei die we haalden”, verklaart Simone de reden om te stoppen met enten. Qua management heeft zij de afgelopen jaren weinig veranderd.
„Wij waren al heel secuur in onze werkzaamheden.” Een keer in de twee weken worden op maandagmorgen de vleesvarkens geladen voor transport naar de slachterij. De twee lege afdelingen worden constant nauwkeurig gereinigd en ontsmet. Hetzelfde geldt voor de centrale gang. Elke week komt er een koppel biggen van Bruns en wordt een afdeling volgelegd.
Tafel met elf personen
Naast alle verandering die in de stal zijn aangebracht, heeft de grootste verandering zich buiten de stal voorgedaan. Elke februari en augustus van het jaar gaan beide varkenshouder met hun begeleiders samen eerst de stal in om vervolgens bij elkaar aan tafel aan te schuiven. De plek van samenkomen wisselt om de beurt. Dierenarts Valentijn Thuring neemt het initiatief voor het halfjaarlijkse overleg.
Voordat het overleg plaatsvindt, stuurt hij een agenda rond naar de genodigden. Dit zijn naast René, Simone en hun beide vaders, twee voeradviseurs en handelaar Frans ter Haar. Eerst wordt een aantal afdelingen van jong naar oud bekeken. Aan tafel worden de bloeduitslagen, slachtclassificaties en entschema’s besproken. Sinds kort is de tafel met acht personen uitgebreid tot elf.
De tweede mester waar René Bruns zijn biggen aan levert, schuift samen met zijn dierenarts en voeradviseur aan. „Het is een heel zakelijk gesprek met een strakke agenda”, legt Bruns uit. Simone Bekhuis is vanaf het eerste moment fervent voorstander geweest van een structureel overleg. „Gelukkig denkt René met ons mee. Als er iets wordt afgesproken, doet hij er direct iets mee.”
Technisch top
De genomen maatregelen hebben nog niet alle problemen bij Simone Bekhuis doen vergeten, maar wel doen verminderen. Zo is het antibioticagebruik bij de vleesvarkens van 20 naar 7 dierdagdoseringen gedaald. In samenhang met de antibioticadaling zijn de technische resultaten verbeterd. De voerkosten per kg groei zijn met 16 cent gedaald en de uitval is terugdrongen tot 1,4 procent. Toch is nog geregeld antibiotica nodig om de luchtwegaandoeningen in de hand te houden. Sinds twee maanden zijn ze gestopt met koppelbehandelingen en worden de dieren alleen nog individueel behandeld. Dat het een aandachtspunt blijft, blijkt uit het slachtlijnonderzoek waar nog 10 tot 15 procent van de karkassen kampt met pleuritis.
Bij René is het hoesten en traanstrepen bij de gespeende biggen verleden tijd. Hij draait technisch top. Zijn antibioticagebruik is gedaald van 18 naar 7 dierdagdoseringen in het afgelopen jaar. Sinds dit jaar heeft hij de koppelbehandelingen helemaal uitgebannen. Over dit voortschrijdende jaar komt hij uit op ruim 2 dierdagdoseringen. Soms moet hij zeugen behandelen tegen baarmoeder- of uierontsteking. Van streptokokken heeft hij nooit veel last van gehad.
De aanpassingen die volgens hem het meest effect hebben gehad, zijn de gescheiden diergroepen per stal en de biggen die na spenen toomsgewijs worden opgelegd. Het volgende speerpunt is een quarantainestal. De opfokzeugen worden nu nog dekrijp op zeven maanden aangevoerd en direct in de zeugenstapel ingepast.
Niet alleen
Op de vraag of Bruns zijn doel, een hogere biggenprijs, heeft bereikt zegt hij: „Het draait natuurlijk altijd om de prijs. Maar om daar over te beginnen, moet je eerst goede biggen hebben. Simone en ik denken daar hetzelfde over.” Bij het horen hiervan lacht Simone instemmend. „Je kunt als varkenshouder wel twee of drie euro meer toeslag willen, maar eerst moeten de biggen goed zijn. Als ze dat zijn, ben je ook eerder bereid een hogere prijs te betalen.”
Ze heeft als doelstelling om technisch in de top-10 van Nederland te komen. Uit ervaring met haar vorige vermeerderaar weet ze dat dit zonder de medewerking van Bruns onmogelijk is. „Als de gezondheid van de vleesvarkens goed is, dan is afmesten niet meer dan een simpele controle. Je wilt het wel alleen, maar je kunt het niet alleen.”
Maatschap Bruns
De maatschap Bruns bestaat uit René (37) en zijn vader Johan (67). Op het bedrijf zijn 500 zeugen en 2.540 biggenplaatsen. Als genetica gebruikt de maatschap Topigs 20 x PIC Piétrain (PIC426). Het entschema bij de zeugen bestaat uit Parvo + vlekziekte en coli. De gespeende biggen worden gevaccineerd tegen circo en mycoplasma. Hij levert de biggen aan twee verschillende mesters. Biggen die niet 100 procent voldoen, gaan één keer in de drie weken als slachtbig weg. De Twentenaar werkt zonder vreemd personeel. Zijn vader Johan is verantwoordelijk voor de biggenstal met 580 gespeende biggen en helpt verder met alle werkzaamheden in de dek-, kraam- en dragende zeugenstal. Het scannen van de zeugen wordt uitbesteed.
Maatschap Bekhuis-Juninck
Simone Bekhuis-Juninck (39) zit samen in maatschap met haar vader Johan (68). In totaal zijn er op het bedrijf 2.300 vleesvarkensplaatsen. Ze werkt in een tweewekensysteem met groepen van 200 tot 250 dieren. De dieren worden geleverd aan Vion binnen het Good Farming Welfare Beren concept. De gelten en beren worden gescheiden opgelegd. Op soms een kreupel varken na is Bekhuis tevreden over het mesten van beren. Kreupele en zieke dieren worden opgevangen in de oude stal waar nog strohokken zijn. Naast haar werk in de stal werkt Simone twee dagen per week buitenshuis in een kledingzaak. Haar man Henry (45) werkt bij een aannemersbedrijf en helpt op de drukste dagen mee.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Ingrid Zieverink