'Qua diergezondheid had ik meer verwacht'
Het is alweer bijna twee jaar geleden dat Rob Kuppen met zijn opmerkelijke overstap in Pig Business verscheen. De varkenshouder uit het Brabantse Mill besloot om met zijn gesloten bedrijf met 240 zeugen om te schakelen naar de opfok van speenbiggen en vleesvarkens. Na de verbouwing die begin 2010 is afgerond, telt het bedrijf 1.500 speenbiggen- en 2.800 vleesvarkenplaatsen. Tijd om eens te gaan kijken hoe het de Brabander en zijn varkens vergaat.
Driemaal gewisseld
„Het gaat goed met de varkens”, beantwoordt Kuppen de vraag. „Natuurlijk is het wel wennen geweest. Hoe kan ik de speenbiggen het beste opvangen? Wat is de beste voerstrategie? Allemaal vragen waar ik een antwoord op heb moeten vinden.” De technische resultaten over de eerste helft van dit jaar vergeleken met vorig jaar tonen over de hele linie een groei aan. De winst waar hij het meest trots op is zijn de gemiddelde voerkosten.
Waar hij vorig jaar ten opzichte van het Agrovision-gemiddelde vier cent meer per kg kwijt was, scoort hij dit jaar drie cent onder het landelijk gemiddelde. Of hij de huidige technische vooruitgang kan doorzetten, is de vraag. Vlak voor het interview heeft Kuppen een tegenvaller moeten incasseren. Hij is gebeld door Family Farmers, waarbij hij is aangesloten, met de mededeling dat zijn huidige vermeerderaar uit het concept stapt. Het telefoontje betekent dat hij opnieuw van vermeerderaar moet wisselen.
Sinds zijn bedrijfsomschakeling begin 2010 heeft hij al drie keer van vermeerderaar moeten switchen. In eerste instantie kreeg hij biggen met Piétrain-bloed die hij aan slachterij Van Rooi Meat leverde. Omdat Kuppen met aanhoudende gezondheidsproblemen kampte, werd in overleg besloten dat zijn toenmalige vermeerderaar zijn biggen ging enten met Circo en PRRS. De entingen zorgden voor extra slijters bij de koppels biggen die de zeugenhouder aan andere vleesvarkenshouders verkocht.
Er werd besloten om de samenwerking te beëindigen. De tweede keer is hij van handelaar geruild waardoor hij automatisch een nieuwe vermeerderaar kreeg. Sinds begin dit jaar heeft Kuppen de overstap gemaakt naar het nieuwe vleesvarkenconcept Pro Farmers van Family Farmers. Het gevolg was weer een nieuwe biggenleverancier.
Grootste verandering
Het concept Pro Farmers draait sinds begin dit jaar. Volgens Rob Kuppen zijn binnen het concept zes vleesvarkenshouders aangesloten die samen ongeveer 12.000 vleesvarkens houden. Zijn ervaringen met het concept zijn tot nu toe goed. Alleen de extra toeslag die Kuppen vooraf is beloofd, blijkt niet realistisch te zijn. „Dat kunnen ze nog niet altijd waarmaken. Meestal krijg ik de standaard Vion-notering uitbetaald.”
Om je aan te sluiten bij het samenwerkingsverband van Family Farmers moet je aan meerdere eisen voldoen. De Brabander is verplicht om zijn biggen met een Talent als eindbeer af te nemen bij een andere deelnemer in het concept. Liefst minimaal 700 biggen per levering. Kuppen werkt met een vierwekensysteem en neemt daardoor één keer in de vier weken 750 speenbiggen af. Bovendien moet hij zijn varkens bij Vion afzetten.
In tegenstelling tot voorheen ben je als deelnemer niet meer verplicht om bij een door Family Farmers voorgeschreven mengvoederfabrikant het voer af te nemen. Wel is een voorwaarde dat je per bestelling 32 ton mengvoer moet afnemen. Voor Kuppen was dit geen probleem.
De grootste verandering voor hem was de overstap van dierenartsenpraktijk. Hij was jarenlang aangesloten bij Dierenartsenpraktijk De Peelhorst in Mill. Met de overstap naar Pro Farmers heeft hij zich moeten aansluiten bij Dierenartsenpraktijk De Eenhoorn uit Deurne. „Het grote voordeel was dat mijn vorige dierenarts al jarenlang op mijn bedrijf kwam. Hij kende het bedrijf goed en wist wat er speelde”, blikt hij nu terug.
PRRS en circo
Met zijn vorige dierenarts werd na de bedrijfsomschakeling al vrij snel besloten om PRRS te gaan enten. De reden was dat er continu in de biggenbatterij PRRS doorheen sluimerde en dit virus maakte zo de weg vrij voor streptococcen. Omdat Kuppen en zijn dierenarts niet tevreden waren over het resultaat van de PRRS-vaccinatie werd niet veel later ook een circo-enting ingezet. Deze combinatie blijkt wel voldoende vruchten af te werpen. Beide entingen worden door de vermeerderaar uitgevoerd.
Sinds hij begin februari is overgestapt naar De Eenhoorn komt zijn antibioticagebruik uit op 11,76 dierdagdoseringen. Dit is het totale gebruik vanaf speenbig tot het afleveren als vleesvarken. Vooraf had hij gehoopt met minder antibiotica toe te kunnen. „Ik had verwacht met de overstap naar speenbiggen het gezondheidtechnisch iets gemakkelijker zou zijn. Vooral in het begin bij aankomst, blijken de biggen vrij gevoelig te zijn voor ziektes.”
Kuppen past op zijn bedrijf een vierwekensysteem met all-in-all-out toe. Om de vier weken worden op zondagavond ruim 700 vleesvarkens geladen. De lichtste varkens laat hij liggen en gaan een maand later weg. De dagen erna spuiten hij en zijn vader afwisselend de hokken schoon. Donderdagmiddag worden de borgen en gelten uit de biggenbatterij gescheiden opgelegd in de schone hokken.
Ook hier blijven de achterblijvers achter in de biggenbatterij, zodat ze nog vier weken extra krijgen om op gewicht te komen. Vrijdag en het weekend gebruiken Rob en zijn vader om de hokken te reinigen. Op woensdag krijgt hij 750 nieuwe speenbiggen van gemiddeld 6,5 kg op zijn bedrijf aangeleverd.
Gelijkblijvende opbrengstprijs
Twee jaar geleden gaf Kuppen te kennen dat zijn overstap mede te maken had met het steeds drukker wordende bestaan bij de zeugen. Als jonge vader wilde hij graag meer tijd aan zijn gezin besteden. Hij moet concluderen dat zijn wens is uitgekomen. Elke maand is hij anderhalve week druk met varkens laden, verzetten en stallen reinigen. Daarna heeft hij het tweeënhalve week rustig met alleen controlewerkzaamheden. Deze minder drukke periodes geven hem de gelegenheid om bij te klussen bij een loonwerker in de buurt.
Zelf zegt hij over het werken in een meerwekensysteem. „Ik vind het fijn om te werken met grote groepen varkens in dezelfde leeftijdsgroep. Er zit zo veel structuur in je werkzaamheden.” Nu de technische resultaten beginnen op te lopen, geeft hem dit extra voldoening. Het enige wat hij nog wenst, is een betere financiële verdienste. Zijn hoop is gevestigd op een minimaal gelijkblijvende opbrengstprijs bij de vleesvarkens deze winter. „Zakken ze een dubbeltje dan wordt het moeilijker.”
Rob Kuppen
De Brabantse varkenshouder Rob Kuppen (34) uit Mill heeft 1.500 speenbiggen en 2.800 vleesvarkenplaatsen. Begin 2010 heeft hij de overstap gemaakt van een gesloten bedrijfsvoering met 240 zeugen naar de opfok van speenbiggen en het afmesten van vleesvarkens. Kuppen is sinds dit jaar aangesloten bij het vleesvarkenconcept Pro Farmers van Family Farmers. De biggen hebben als genetica Topigs 20 x Talent.
Hij werkt met een vierwerkensysteem met groepen van 750 dieren. In de piekperiodes helpt zijn vader nog regelmatig mee in de stallen. In de rustige weken klust de varkenshouder bij een loonwerker in de buurt bij. Bij zijn huis heeft Kuppen 7,5 hectare grond waar hij maïs voor ccm teelt. Bovendien koopt hij jaarlijks 10 hectare ccm aan. Deze losse grondstof mengt hij met tarwe en mengvoer en voert dit aan de vleesvarkens. De gespeende biggen krijgen uitsluitend mengvoer.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Susan Rexwinkel