Gebruik luchtwasser kan veel voordeliger
Luchtwasserfabrikanten doen graag geheimzinnig en ingewikkeld over de werking van luchtwassers. Helemaal niet nodig, vindt Gerben de Vries. „Het is geen hightech apparaat waar hocus pocus dingen in gebeuren. Simpelweg doet een wasser niet meer dan het spoelen van lucht met nevel.”
Filterpakket verstopt
De Vries mag zich met recht een specialist op het gebied van luchtwassers noemen. De DLV’er was in het verleden projectleider van het project ‘Luchtwasser op de Gelderse Vallei’ en het netwerk ’De luchtwasser meester’. Het inmiddels afgesloten netwerk moest veehouders begeleiden bij de subsidieaanvraag voor een luchtwasser. Hij merkte dat het bij veel gebruikers aan kennis over luchtwassers ontbrak. Met het project ’Doelmatig gebruik luchtwasser’ liet het vervolg niet lang op zich wachten. Het doel was om de werking van luchtwassers meetbaar te maken.
Nu bijna twee jaar later bevindt het praktijknetwerk zich in de afrondende fase. In totaal hebben achttien veehouders aan het project meegedaan. Er bleek een grote behoefte aan handvatten. Getallen, richtlijnen en referenties waar de veehouder de werking van zijn wasser mee kan controleren. Hij haalt een extreem praktijkvoorbeeld aan. „Ik ga langs bij een varkenshouder om te kijken hoe zijn luchtwasser werkt. ‘Die wasser werkt perfect, ik heb er geen omkijken naar’, krijg ik als antwoord. Als ik wil gaan kijken kan ik de deur van de drukkamer niet open krijgen door de aanwezige luchtdruk van 250 Pascal! De filterpakketten bleken helemaal verstopt te zijn. Moet je voorstellen wat de energiekosten deze varkenshouder heeft gehad.”
Andere verschillen waar hij zich bij het netwerk over heeft verbaasd zijn de kosten bij de afzet van spuiwater. „Sommige veehouders laten het spuiwater in de mestkelder lopen en moeten dus de standaard mestafzetkosten per kuub betalen. Anderen zetten het gratis af bij de buurman die het als kunstmestvervanger gebruikt.” De exploitatiekosten van wassers variëren volgens hem dan ook enorm. Uit berekeningen van DLV blijken veehouders gemiddeld jaarlijks tussen de 15 en 20 euro per 100 kuub luchtwascapaciteit kwijt te zijn. Dit is exclusief arbeid en inclusief rente en afschrijvingen.
Per gemiddeld aanwezige zeug komt dit jaarlijks neer op een bedrag tussen de 30 en 40 euro. Bij vleesvarkens moet je tussen de 15 en 20 euro per ligplaats rekenen. Dit betekent een forse aanslag op het totale saldo dat gemiddeld bij de zeugen rond de 400 euro en bij vleesvarkens om en nabij de 70 euro schommelt. Zijn advies is dan ook om de aanschaf van luchtwasser zo lang mogelijk uit te stellen.
Digitaal logboek
De Vries beseft ook dat veel varkenshouders niet in de luxe positie verkeren om deze keuze te maken. Een luchtwasser is een efficiënte maatregel om aan de ammoniakdoelstellingen te voldoen. Uit het praktijknetwerk kent hij ook voorbeelden van stallen met duizenden dieren waar je buiten bij de uitgaande lucht met je neus boven kan hangen. Omdat dit de maatstaf moet zijn, pleit de projectleider voor een aantal veranderingen.
„Om een varkenshouder inzicht te geven in het functioneren van zijn luchtwasser zou net zoals bij een klimaatcomputer er een kastje op een centrale plek moeten hangen. De gebruiker kan aan de hand van parameters als temperatuur, drukverschillen en geleidbaarheid het functioneren bijhouden.” Enkele fabrikanten hebben een dergelijk systeem al sinds kort op de markt gebracht. Via deze dataregistratiesystemen kan de varkenshouder dagelijks in één oogopslag zien of alles naar behoren werkt.”
„Alle informatie die wordt verzameld, is digitaal beschikbaar. De varkenshouder kan deze historie als logboek aan gemeentes aanbieden. „Dit zorgt voor een verbeterd logboek dat voor alle wassers gelijk zou moeten zijn. Voor controleurs wordt de wasser hiermee inzichtelijker. Voor de boer betekent het minder arbeid en lagere kosten.”
Uitgebreide controle
De DLV’er vindt dat de sector met een verhaal moet komen. Hij beseft dat handhaving een heikel punt is bij luchtwassers. De verwachting is dat de overheid halverwege volgend jaar met nieuwe regelgeving omtrent elektronische monitoring van luchtwassers komt. De Vries kent voorbeelden van ambtenaren die voor de eerste keer een luchtwasser zien. Maar ook de gelouterden die een koffertje met meetapparatuur voor zuurgraadbepaling en geleidbaarheid bij zich hebben. Volgens hem een omgekeerde wereld. Hij wil dat het initiatief bij de gebruiker ligt.
„Behoudt de wasser het rendement ammoniak, fijnstof en geur waar deze op is verkocht? In veel milieuvergunningen ben je als veehouder verplicht om eens in de drie jaar een rendementsmeting uit te voeren. Een meting kost de veehouder al snel tussen de 2.000 en 4.000 euro. Wat heb je dan”, vraagt hij zich hardop af. „Een momentopname waarvan je soms een half jaar op de resultaten moet wachten.” Ter vervanging van deze verplichte controle is hij een groot voorstander van een jaarlijkse controle uitgevoerd door een onafhankelijk bedrijf.
„Deze controle omvat een test naar de werking van de sensoren die de dataregistratie bepalen, maar ook naar het rendement van de luchtwasser. Het zal moeten zijn geborgd, wil de varkenshouder het wantrouwen wegnemen. Als een buurtbewoner beweert dat de varkens stinken, moet de varkenshouder meteen kunnen aantonen dat zijn wasser werkt.”
Handleiding luchtwassers
Het project wordt komende maanden afgesloten. Naast bestaande wassergebruikers heeft het netwerk zich ook gericht op veehouders die een luchtwasser willen aanschaffen. De Vries heeft met twaalf luchtwasserfabrikanten om de tafel gezeten. Het speerpunt is om nog dit jaar met een handleiding te komen voor aanstaande gebruikers. „De veehouder moet een duidelijk overzicht krijgen met allerlei gegevens van de wasser die hij koopt met referenties als stroomverbruik, weerstand en spuiwateropbrengsten.”
De veehouder zou zich volgens hem dan ook meer moeten verdiepen in luchtwassers voor hij deze koopt. Al deze maatregelen moeten volgens hem ervoor zorgen dat de sector de luchtwasser als kans voor promotie niet laat lopen. Of zoals De Vries zelf aangeeft: „Met de luchtwasser van kostenpost en noodzakelijk kwaad naar een visitekaartje van de veehouderij. Dat moet je niet alleen uitstralen, maar ook waarmaken.”
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Ruben Meijerink