Binnen half jaar 100 gram groei erbij
Vol trots laat Martien van Kempen de recentste bevindingen van zijn dierenarts zien. Op het blaadje staat met de hand geschreven: ‘Perfect! Geen veterinaire opmerkingen waarneembaar in de stal.’ Van Kempen doet verslag vanuit zijn vleesvarkensstal in Leunen die uitblinkt in eenvoud. „Dit is een stal uit 1984 met simpele deurventilatie en waarin het voerpad eigenlijk te smal is voor een goede ventilatie.”
Het klinkt juist uit zijn mond vreemd. Jarenlang heeft hij in een etagestal met mestbanden geëxperimenteerd totdat die stal ruim twee jaar geleden volledig afbrandde. Samen met het Varkens Innovatie Centrum Sterksel en een aantal andere bedrijven is hij nu bezig met de bouw van het Starplus-stalconcept. Een hightech varkensstal die dierenwelzijn met energiewinning moet combineren. Bovendien past hij al jaren mestverwerking toe met de nieuwste technieken. De techneut die varkens en kippen houdt, is echter afgelopen jaar tot nieuwe inzichten gekomen. „Goed voer en een goede big zijn het allerbelangrijkste.”
Voeropname stokte
De reden voor de omslag in denken gaat terug naar begin vorig jaar. Na de omschakeling van Talent naar Piétrain eindbeer wilde het maar niet lopen in de vleesvarkensstallen bij Van Kempen. Tot 70 dagen na opleg was er niets aan de hand. Maar na de overschakeling op afmestvoer stokten de voeropname en groei. Met zijn voeradviseur en dierenarts ging hij op onderzoek naar mogelijke oorzaken: klimaat, ventilatie, water en bloedmonsters.
Alles werd gemeten en gecontroleerd. Het resultaat bleef uit. De groei van de varkens zakte verder weg en kwam in het tweede kwartaal gemiddeld uit op 685 gram. Van Kempen besloot de voersamenstelling zelf aan te passen. Hij stelde een eigen voer samen en liet het produceren bij twee mengvoerfabrikanten. Restproducten als raapzaadschroot en zonnepitschroot werden teruggebracht tot een minimale hoeveelheid. Hij vulde het aan met de enkelvoudige grondstoffen maïs, soja en tarwe.
Met de nieuwe voersamenstelling zag de Limburger over de gehele mestperiode een stabiele voeropname. De wekelijkse gewichtsmetingen die hij verrichtte, bewezen wat hij in de stal zag. De groeicurve stokte niet na 70 dagen en bleef in een nagenoeg rechte lijn omhoog gaan. De verbeterde resultaten zorgden wel voor een conflict met zijn toenmalige voervoorlichter. „Alles kreeg de schuld, behalve hun voer. Ik mocht hen van alles vragen, maar als het over voer ging, wisten ze mij niets te vertellen.”
Maïs, soja en tarwe
Niet veel later stapte Van Kempen over naar Mijnvoer.nl. Een nieuw initiatief van Pieter Snoeijen en Maurice van den Eijnden dat halverwege 2011 werd gelanceerd. Veehouders kunnen op Mijnvoer.nl zelf hun mengvoer samenstellen en direct zien wat het effect is op de prijs. Eén van de negen aangesloten mengvoerfabrikanten die op dat moment de bestelling tegen de laagste prijs kan leveren, mag de veehouder het voer bezorgen.
Van Kempen heeft nu bijna een half jaar ervaring met Mijnvoer.nl en heeft er nu een volledige ronde mee gedraaid. Bij de eerste koppel behaalde zijn varkens gemiddeld 787 gram groei met een uitval van 1,6 procent. De tweede groep varkens kwam gemiddeld uit op 819 gram groei en 0,6 procent uitval. Vanaf opleg voert hij brijvoer dat voor 70 procent bestaat uit maïs, soja en tarwe.
Gedurende de afmestperiode loopt dit aandeel terug tot 50 procent. Deze enkelvoudige grondstoffen bestelt hij in kruimelvorm via de website van Mijnvoer.nl. Verder wil hij zo min mogelijk raapzaadschroot (ongeveer 3 procent) en zonnepitschroot (ongeveer 3 procent). Hij vult het voer aan met premixen die kalk en vitaminen bevatten.
Tarwegries en zout zijn uit den boze voor hem. Tarwegries voegt voor hem niets toe en zout wil hij niet, omdat het alleen maar geld kost en bij zijn mestverwerking lastig te scheiden is. De voersamenstelling die hij via Mijnvoer.nl bestelt, wordt aangevuld met de natte bijproducten: aardappelstoomschillen, tarwegistconcentraat, broodmelange, Bondamix en voermelk.
Kleiner darmpakket
In zijn voersamenstelling valt vooral het hoge aandeel maïs, soja en tarwe op. „Constante hoogwaardige producten waarbij vooral soja een hoog en goed verteerbaar eiwitgehalte heeft”, verklaart Van Kempen. „In Nederland bestaat de helft van het voer uit restproducten. Deze restproducten bevatten veel ruwe celstof die voor een verzadigd gevoel bij het varken zorgen, maar waarvan het dier nauwelijks kan groeien.”
„Dat was het probleem bij mijn vorige afmestvoer. Sinds ik ben overgestapt op betere enkelvoudige grondstoffen is mijn inslachtingspercentage bij de Duitse Autofom-classificatie gestegen van 80,5 naar 81,5 procent. De oorzaak is dat de dieren een veel kleiner darmpakket hebben.” Het is volgens de Limburger ook de hoofdreden waarom de technische resultaten in de Nederlandse vleesvarkenshouderij al decennialang onverbeterd blijven.
„Mijn vader haalde in dezelfde stal in 1984 al meer dan 800 gram groei per dag. Nu hebben we moeite om dat te halen. In Nederland zitten de vleesvarkens in de modernste stallen. Maar Duitsland, Frankrijk, Noord-Amerika en zelfs Brazilië streven ons nu voorbij.” De verklaring is voor hem heel simpel. In die landen voeren ze hoofdzakelijk soja, maïs en tarwe.
Te weinig lysine
Niet de energiewaarde van het Nederlandse mengvoer, maar de eiwitcomponent is het zorgenkindje is de overtuiging van Van Kempen. Om dit te bewijzen, gebruikt hij zijn vleesvarkensstal in Leunen als proefstal. De bevindingen gebruikt hij in zijn huurstal in Helden met 3.000 vleesvarkens. Hij experimenteert nu de eerste twee tot drie weken na opleg met 12 gram lysine per kg voer.
Met een voergift van 1,5 kg per varken betekent dit dagelijks 18 gramlysine per varken. Lysine is één van de twintig aminozuren. Dieren en mensen gebruiken aminozuren bij het aanmaken van eiwitten. Sommige van deze aminozuren kunnen niet door mensen en dieren worden aangemaakt en moeten door middel van voeding in het lichaam komen.
Lysine is één van deze aminozuren. Van Kempen zegt dat het hieraan in varkensvoer ontbreekt. „Luxe startvoerpakketten komen niet verder dan 10 gram lysine per kg voer. Ik wil weten wat het optimum is tussen de kosten van de extra lysine en de extra groei die het oplevert zonder dat het varken gaat vervetten.”
Voerhandleiding
Sinds Van Kempen is overgestapt op Mijnvoer.nl wordt hij niet meer bijgestaan door een voervoorlichter. Wel heeft hij regelmatig contact met zijn broer die is gespecialiseerd in varkensvoeding en met zijn neven die ook vleesvarkensbedrijven hebben. Als handleiding gebruikt hij de voermanuals van Topigs en Inraporc. Bij het bestellen op Mijnvoer.nl bepaalt hij eerst de grondstofsamenstelling.
Vervolgens kijkt hij naar de aminozuren en energiewaarde. Wanneer hij het voer naar zijn keuze heeft geoptimaliseerd, berekent de website het effect op de prijs uit. Tenslotte is er een keuze mogelijk uit korrel, meel of kruimel. Als Van Kempen alles heeft ingevuld, selecteert het systeem twee aanbieders. Een eventuele voorkeursleverancier en de goedkoopste. Hij kiest altijd voor de laatste optie. Zo kwam het voor dat hij tijdens één mestronde van drie verschillende mengvoerfabrikanten voer kreeg.
Deze wisselingen hadden desondanks geen enkel effect op de groei door de constante samenstelling van de grondstoffen. Of hij Mijnvoer.nl geschikt acht voor elke varkenshouder? „Nee zeker niet. Het is alleen geschikt voor varkenshouders die sturing willen krijgen op het varken. Varkenshouders die inzicht in de voersamenstelling willen en dit tegen de goedkoopst mogelijke prijs willen.”
Verschil van 5 euro
Van Kempen is ervan overtuigd dat varkenshouders bij het mengvoer te veel voor de marketing betalen. Hij hoort de laatste jaren allerlei flitsende nieuwe productnamen voorbij komen. Het geeft hem het gevoel dat mengvoederfabrikanten dit gebruiken om hun hogere voerprijs te kunnen verantwoorden. „In Mijnvoer.nl zitten nu al spreidingen van twee euro per 100 kg voer tussen de duurste en goedkoopste voerfabrikant.
Per afgeleverd vleesvarken is dit een bedrag van 5 euro. Een verschil van 0,25 tot 0,50 cent per 100 kg kun je nog toeschrijven aan voorlichting, maar geen één of twee euro.” Uit het veld hoort de vleesvarkenshouder dat de prijsverschillen tussen mengvoerfabrikanten zelfs kunnen oplopen tot 5 euro per 100 kg.
Bij Mijnvoer.nl hebben zich tot nu toe negen mengvoerfabrikanten aangesloten. Van Kempen hoopt dat meer fabrikanten zich aansluiten bij het initiatief. Tegelijkertijd beseft hij dat de bal bij de varkenshouder ligt en dat zij eerst zullen moeten overstappen op Mijnvoer.nl. „Hoe meer varkenshouders zich aansluiten bij Mijnvoer.nl des te meer tonnage voer er wegvloeit bij voerfabrikanten en is het zaak voor hen om mee te doen.”
Vleesvarkens en leghennen
Martien van Kempen (38) houdt 3.000 vleesvarkens in een huurstal in Helden en 1.248 op zijn thuislocatie in Leunen. Hij past all-in all-out toe en krijgt de biggen aangeleverd van twee vermeerderaars. In Helden liggen biggen met de genetica Topigs 20 x Duitse Piétrain en in Leunen Topigs 40 x Top Pie. Alle vleesvarkens worden geleverd aan een Duitse slachterij.
Sinds hij is overgestapt op een eigen voersamenstelling is zijn antibioticagebruik gereduceerd tot nagenoeg nul dierdagdoseringen. Naast vleesvarkens heeft hij twee locaties met kippen in Leunen. In totaal heeft de Limburger 110.000 opfok- en leghennen. Op zijn bedrijf heeft Van Kempen een mestverwerkingslocatie. De laatste stap in het proces is omgekeerde osmose waardoor de dunne fractie loosbaar is op het oppervlaktewater.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Susan Rexwinkel