RIVM: Effect van individueel meetstation ammoniak zeer beperkt
„In de trend van de ammoniakconcentratie over Nederland, worden de metingen van Vredepeel wel meegenomen”, laat het RIVM in een reactie op het onderzoek van journalist Geesje Rotgers en wetenschapper Jaap Hanekamp op haar website weten. „Daarin is Vredepeel echter slechts een van de 35 meetlocaties. Daarnaast wordt in de trendanalyse rekening gehouden met het concentratieniveau op de meetlocaties” (er vindt normering plaats op de gemiddelde concentratie).
Metingen lokaal beïnvloed
Het RIVM houdt in analyses naar eigen zeggen rekening met het feit dat de metingen op Vredepeel lokaal beïnvloed worden door ammoniakbronnen. Zo worden de metingen niet gebruikt in de kalibratie van de depositieberekeningen die gebruikt worden in de PAS en de Grootschalige Depositie Kaarten.
Het RIVM stelt dat de organisatie zich bewust is van de situatie rond het meetpunt Vredepeel. „De ammoniakmetingen zijn in de jaren 90 onder meer uit kostenoverwegingen toegevoegd aan het bestaande station Vredepeel. Er is niet gekozen om een nieuw meetpunt op te zetten.”
Referentiemetingen
In de huidige meetstrategie voor ammoniak verricht het RIVM op vele plaatsen, met eenvoudige monstername metingen: het Meetnet Ammoniak in Natuurgebieden (MAN). Deze metingen worden vervolgens geijkt aan de metingen in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML). Belangrijkste functie van de zes LML-stations waaronder Vredepeel, is daarmee dus te fungeren als referentiemetingen voor het MAN. In deze referentiemetingen spelen lokale invloeden geen rol.
De onderzoeken die het RIVM op basis van de metingen uitvoert ter onderbouwing of evaluatie van het ammoniakbeleid worden volgens de rijksdienst nauwelijks beïnvloed door specifieke omgevingsomstandigheden bij het meetstation Vredepeel. Het RIVM deelt de conclusies van de publicatie van Rotgers en Hanekamp dan ook niet.