Betrek dierenarts bij stalontwerp
Het onderwerp zit ‘m hoog. Rick Janssen, varkensarts bij Veterinair Centrum Someren, maakt dan ook graag even tijd vrij om te praten over het belang van veterinair advies bij uitbreiding of grootschalige renovatie. „Het gebeurt nog veel te vaak dat de dierenarts pas om advies wordt gevraagd als de vergunning al binnen is\", zegt hij. „Dan kun je nergens meer mee schuiven. Diercategorieën, looplijnen, de plaats van de luchtwasser, alles ligt dan al vast.\"
Een goed veterinair advies, in een vroeg stadium van de ontwerpfase, kan later behoorlijk schelen bij de insleep of het verslepen van ziektes op het bedrijf, stelt hij. „Het gebeurt soms zelfs dat de hygiënesluis gewoon wordt vergeten\", aldus Janssen. „Of dat de inrichting zo is, dat je na het douchen toch weer buitenom moet gaan om in een andere stal te komen.\"
Vreemde situaties
Janssen weet ook van een zeugenbedrijf dat zo werd gebouwd dat de ventilatielucht van de dragende zeugen werd gebruikt als binnenkomende lucht bij de gespeende biggen. „Heel economisch, want je hoeft minder bij te verwarmen. Maar uit ziektekundig oogpunt natuurlijk het ongelukkigste wat je maar kunt bedenken.\" „Je komt soms inderdaad de raarste dingen tegen\", bevestigt ook Manon Houben. Zij is als varkensarts verbonden aan bureau PorQ in Son, dat varkenshouders adviseert op het gebied van gezondheid en management.
„Ik ben een keer op een bedrijf geweest met een aflopend erf. Daar liep al het regenwater vanaf de verste stal voor alle andere stallen langs. Dat had tijdens de bouw gemakkelijk kunnen worden voorkomen door het erf op afschot te leggen richting de openbare weg.\" Een ander voorbeeld dat Janssen in de praktijk vaak ziet: de plaats waar varkens op de vrachtauto worden geladen zit pal naast de luchtinlaat. Idem voor de bulkwagen die de silo’s komt vullen. Een vrachtauto is nooit 100 procent schoon, er kan van alles mee de stal in komen via de luchtinlaat.
„Er zijn zelfs SPF-bedrijven die zo zijn gebouwd. Terwijl je ook kunt kiezen om aan een kant van de stal de luchtinlaat te maken en aan de andere kant de laad- en losplaats.\" Ook de plaats van de kadaverkoeling verdient aandacht. Zit die buiten de stal, dan moet je dus regelmatig de stal in en uit. Een interne kadaverkoeling, van waaruit je één keer per week de gang naar de openbare weg maakt, is in dat opzicht hygiënischer, tipt hij.
Traditioneel en goedkoop
Volgens beide dierenartsen wordt er doorgaans heel traditioneel gedacht, uitgaande van zo goedkoop mogelijk bouwen. Een nieuwe vleesvarkensstal heeft bijna standaard bij de ingang een hygiënesluis, de voerkeuken en dan de centrale gang. Janssen: „Maar waarom zou je geen hygiënesluis maken in het midden van de stal? Dan kun je die opsplitsen, zodat de leeftijdscategorieën logisch en beter gescheiden zijn.\"
Door de luchtwasser niet achteraan, maar in het midden van de stal te plaatsen, kun je ook een scheiding creëren, bijvoorbeeld tussen de kraamstallen en dragende zeugen en gespeende biggen, schetst hij. Ook Houben pleit voor het ‘knippen’ van diercategorieën en desnoods afdelingen. „Het kost een paar muren extra, maar je koopt flexibiliteit. Dan kun je een afdeling al leeg hebben, terwijl de andere nog even kan blijven liggen.\"
Rick Janssen geeft een praktijkvoorbeeld van een gesloten varkensbedrijf waar in het oorspronkelijke nieuwbouwplan was bedacht om opfokgelten terug te halen vanuit de vleesvarkensstal. „Dat brengt natuurlijk enorme ziekterisico’s met zich mee. Gelukkig kon het nog op tijd worden aangepast. In het nieuwe bouwplan komt er een aparte afdeling voor opfokgelten binnen de zeugenstal.\" De zeugen vormen altijd het hart van een (gesloten) bedrijf, stelt hij. Daar moet ziekte-insleep koste wat ‘t kost worden vermeden. „Bij vleesvarkens kun je altijd nog besluiten om een afdeling of een stal tijdelijk leeg te laten staan.\"
Wat Janssen zeugenhouders ook wil adviseren: stel dat je gaat uitbreiden van bijvoorbeeld driehonderd naar duizend zeugen. Dan moet je toch al veel gelten aankopen; waarom zou je dan niet meteen overschakelen op een hogere gezondheidsstatus? Je kunt even je bedrijf helemaal leegdraaien (of je oude zeugen tijdelijk onderbrengen in huurstallen, om de cashflow in stand te houden) en vervolgens de nieuwe locatie of de nieuwe stal vullen met schone gelten.
Vooruit kijken
Janssen en Houben benadrukken dat het bij een ingrijpende renovatie of nieuwbouwproject heel belangrijk is om even stil te staan en vooruit te kijken. Denk eens tien of twintig jaar verder, hoe ziet je bedrijf er dan uit? Janssen: „Je wilt groeien, misschien kan de biggenstal dan wel kraamstal worden. Of je overweegt om op termijn over te stappen op het meerwekensysteem. Houd daar dan alvast rekening mee met de maatvoering.\"
Dat doorrekenen van het aantal dieren, het aantal afdelingen en de verhouding tussen de diercategorieën is iets wat Manon Houben altijd uitgebreid doet, als ze wordt geconsulteerd door een varkenshouder met nieuwbouwplannen. Juist op die punten gaat het vaak mis, weet ze. Ook zij ervaart echter dat ze meestal pas wordt gevraagd om een blik op de tekening te werpen als de grote lijn al vastligt. „Kun je alleen nog meepraten over de details.\"
De meest gemaakte fout volgens Houben: er wordt vooral gekeken naar de bouwkosten. De varkenshouder had oorspronkelijk wel een wensenlijstje, maar in de loop van het drukke bouwproces wordt dat losgelaten, schetst ze. Soms ook op advies van de aannemer: dit kan goedkoper, dat kan wel weg... Er ontstaat een soort tunnelvisie. Iets past in eerste instantie niet, en vervolgens wordt er nooit meer naar gekeken.
Dan blijkt uiteindelijk de quarantainestal veel te klein te zijn, of men komt in de knel met de ruimte voor achterblijvers. Waar is het mis gegaan? Dat is dan niet meer te achterhalen. Houben: „Dat is zo jammer, want het is wel iets waar je dan dertig jaar tegenaan loopt. Er is meer dan alleen goedkoop bouwen. Je kunt beter in de ontwerpfase er heel veel mensen naar laten kijken, dan dat je achteraf spijt hebt.\"
Tekening aangepast
Precies dat is ook het uitgangspunt van varkenshouder Jos School uit Heesch. „Liever tien keer nadenken, dan dertig jaar spijt\", beaamt hij. „Een bouwtekening kun je rustig een paar keer aanpassen, dat kost niet alles. Maar een stal bouwen doe je maar één keer. Je wilt wel dat die toekomstbestendig is.\"
De Brabantse ondernemer heeft zijn vleesvarkenstak de laatste jaren aanzienlijk uitgebreid, maar de zeugentak is niet even hard meegegroeid. Met het stijgen van de biggenprijzen begint dat steeds meer te wringen en daarom wil hij de zeugenstapel uitbreiden. School is nu volop bezig met het ontwerp van een nieuwe zeugenstal. De varkenshouder heeft zich al meerdere malen over de bouwtekening gebogen, niet alleen met Manon Houben maar ook met zijn stalinrichter, zijn klimaatspecialist en de voeradviseur.
„Het punt is dat je als varkenshouder vandaag de dag zelden of nooit meer bij andere bedrijven over de vloer komt\", geeft hij aan. „En zeker niet meer bij de grote, toekomstgerichte bedrijven. Ja, op een open dag, maar dan is alles nieuw en nog niet in gebruik. Wij moeten als varkenshouders dus gebruikmaken van de expertise van anderen, die wél op allerlei andere praktijkbedrijven komen.\"
De input van de betrokken deskundigen heeft inmiddels geresulteerd in een tweede bouwtekening. „We kwamen erachter dat de afdeling voor de guste zeugen helemaal achteraan in het bedrijf stond getekend. Terwijl je eigenlijk aan je guste dieren veel aandacht moet besteden. Dat wil je meteen ‘s morgens doen als je de stal binnenkomt. Dus die afdeling hebben we naar voren gehaald. Als je guste zeugen wilt afvoeren, is het ook handig dat ze dicht bij de uitgang liggen, dicht bij de openbare weg. Dat je niet met een dier de hele stal door moet.\"
Een andere aanpassing in de tekening is dat de kraamafdelingen zijn gekoppeld aan het aantal biggenafdelingen, zodat alle dieren uit één kraamafdeling één op één over kunnen gaan naar één biggenafdeling. „En binnen de biggenafdelingen hebben we nog twee aparte hokjes gemaakt voor achterblijvers, zodat de kleine biggen uit één groep bij elkaar kunnen zitten.\"
Pig Plaza
Een bijzonder plan voor een nieuw te bouwen bedrijf is Pig Plaza in Sint Anthonis. Het uitgangspunt is een vleesvarkensbedrijf dat uit meerdere ronde stallen is opgebouwd, die in het midden aansluiten op een centraal binnenerf. Daar bevinden zich de voerkeukens, de silo’s en de laad- en losplaatsen. Ook in dit plan wordt nadrukkelijk meegedacht door Manon Houben en betrokken dierenarts Jan Paul Langens uit Oss.
Zo moeten er in de ronde stallen in plaats van een centrale gang meerdere concentrische, cirkelvormige gangen komen, met afdelingen aan weerszijden. „In de meeste stallen ga je naadloos over van de ene naar de andere leeftijdscategorie\", geeft projectleider Raymond Derks van ZLTO aan. „Hier kom je aan het einde van de gang weer uit op het punt waar je bent begonnen. De biggen schuiven per leeftijdscategorie één ring op naar buiten. En het personeel werkt alleen in zijn eigen ring.\" De haalbaarheidsstudie voor Pig Plaza moet in september zijn afgerond, hoopt Derks.