Voldoende monsters nemen voor zekere PRRS-diagnose

Voor het aantonen van PRRS bij biggen in de kraamstal is PCR-onderzoek de aangewezen methode. Hiermee toont u, in samenwerking met uw dierenarts, de aanwezigheid van virus op het moment van monstername aan. Voor een zekere diagnose, zeker in de vroege biggenfase, is het belangrijk dat u voldoende monsters laat onderzoeken.

Zodra uw biggen in de kraamstal al PRRS-positief zijn, is dat meestal het gevolg van met PRRS-virus geboren (viremische) biggen. Bij een acute uitbraak kan het percentage viremische biggen behoorlijk oplopen tot wel 20-50% van de biggen. Gaat PRRS constant (in lichte mate) rond op uw bedrijf, dan ligt dat percentage veel lager (1-5%).

Om te bepalen hoeveel monsters u nodig heeft, dient u in samenwerking met uw dierenarts een inschatting te maken van de besmettingsgraad. Is de verwachting dat er veel biggen besmet zijn, dan zult u met relatief weinig monsters waarschijnlijk al snel virus vinden. Bij een lage besmettingsgraad zijn er veel meer monsters nodig om het PRRS-virus aan te tonen óf uit te sluiten. Onderstaande tabel kunt u als richtlijn aanhouden voor een 95% zekere PRRS-diagnose. Overleg altijd met uw dierenarts over de monstername en diagnostiek op uw bedrijf.

Richtlijn aantal benodigde monster voor een zekere PRRS-diagnose bij biggen.

Bron: www.winepi.net

Voldoende monsters nemen voor zekere PRRS-diagnose

Deel dit artikel