Varkenshouder wacht 2013 af
Heeft u al iets ondernomen voor 2013? Bent u een stopper of doorgaande boer? Naar welk systeem gaat uw voorkeur uit? Met die vragen hebben ze met z’n tweeën ruim anderhalf jaar lang alle varkenshouders in Nederland gebeld. In totaal ging het om circa 4.500 adressen die bij de Kamer van Koophandel staan ingeschreven als varkenshouder. Het duo Erik Franc en Karin van Kasteren van Balansbal geeft nu de eerste resultaten van hun onderzoek prijs.
Emotionele gesprekken
De grote onrust onder varkenshouders, dat is Erik Franc vooral bijgebleven van de telefoongesprekken. „Ze moeten investeren in een systeem en ze verdienen er niks van terug. Varkenshouders voelen zich met de rug tegen de muur gezet. Waarom worden wij nu weer aangepakt?” Dat de verplichte investeringen in combinatie met de magere opbrengstjaren hun tol beginnen te eisen, hebben Franc en Van Kasteren meermaals ondervonden.
Emotionele gesprekken waren aan de orde van de dag. „Je wordt er niet vrolijk van”, zegt Van Kasteren. Hoewel Franc het niet kan staven met harde cijfers, verwacht hij dat ongeveer zeker driekwart van de ondervraagden in financiële problemen zit. „Ik heb varkenshouders gesproken die rond de 45 jaar zijn en door willen, maar geen geld krijgen van de bank om door te gaan.”
Uit onderzoek van Balansbal blijkt pas 21 procent van de varkenshouders te voldoen aan de ammoniakdoelstellingen van 2013. Ruim de helft van de 4.500 ondervraagden geeft aan dit nog te willen doen en door te gaan. 16 procent wil aan de Stoppersregeling meedoen en doorgaan tot 2020. Bijna één op de vijf varkenshouders is al gestopt of doet dit nog voor 1 januari. Met de stoppende boeren zijn ongeveer 1 miljoen varkens gemoeid. Om hoeveel zeugen, vleesvarkens of gespeende biggen het, heeft Balansbal niet onderzocht.
Geen saldo voor stoppers
Voor varkenshouders die aan de Stoppersregeling willen meedoen, organiseerde voerfabrikant Boerenbond Deurne eind vorige maand een bijeenkomst. Hoe kunnen varkenshouders die willen doorgaan tot 2020 nog geld verdienen met varkens? Varkensspecialist en huisvestingsdeskundige Twan de Groot maakte saldoberekeningen van de meest toepasbare stoppersmaatregelen. „Er is een hele lijst met stoppersmaatregelen. Alleen maatregelen als schuine putwand en stalen roosters zijn niet praktisch toepasbaar in bestaande stallen. Ik heb de meest praktische onder elkaar gezet: wat kost het en wat brengt dat op?”
De Groot rekende zes verschillende combinaties door met als maatregelen: zonder aanpassingen minder dieren gaan houden, Balansbal, Vevovitall en verlaagd eiwitgehalte. Voor de twijfelaars heeft hij een heldere boodschap: Als je technisch goed presteert, is het altijd financieel lucratief om mee te doen aan de Overgangsregeling (zie tabel ‘alle opties voor 2020 op rij’). „Met enkele maatregelen kun je extra saldo met dezelfde stal behalen. Als je stopt, heb je geen saldo meer.”
Bovendien waarschuwt De Groot varkenshouders die willen stoppen of minder dieren gaan houden. „Als alles binnen de gestelde vergunningen gebeurt, heeft het verleden vaak zat uitgewezen: hoe voller de stal, des te gunstiger de varkenshouder uit is. Je weet nooit wat er in de toekomst gebeurt. Die rechten die je niet benut, kun je goed kwijtraken.”
Als overbrugging gebruiken
Sommigen gebruiken de Overgangsregeling als een overbrugging. Varkenshouders die aan de regeling meedoen, kunnen tot 2020 altijd overwegen om daarna alsnog door te gaan. Meestal geldt dit voor ondernemers die midden in een overname zitten of het financieel anders niet rond krijgen. Wel schuilt hier een klein gevaar in zegt De Groot.
„Stel dat we dadelijk een links kabinet aan de macht krijgen, dan kan het zeggen: jullie hebben je opgegeven als stopper dus voor jullie houdt het op na 2020. Al acht ik deze kans niet groot, maar je weet het nooit.” Erik Franc is geen groot voorstander om de Stoppersregeling als overbrugging te gebruiken. „Doe je aan de regeling mee dan wordt gedoogd dat je onder bepaalde voorwaarden door mag. Bij al deze deelnemers wordt de milieuvergunning per 2020 ingetrokken. Ze zullen daarna nog flink moeten investeren om door te mogen.”
De man van Balansbal merkt veel onwetendheid over de Stoppersregeling. „Veel varkenshouders weten niet dat je bij de Stoppersregeling de vergunningprocedure niet hoeft af te wachten. Dat was eerst zo, maar is veranderd. Als je meedoet, kun je direct aan de slag.” Verder waarschuwt hij boeren met minder dan 250 vleesvarkens. „Bij hen leeft het besef dat ze niet hoeven te voldoen aan de milieueisen. Al heb je twee varkens, dan nog zul je de ammoniakrichtlijnen moeten inlossen.”
Kortetermijndenken
Hoeveel varkenshouders daadwerkelijk gaan meedoen aan de Stoppersregeling hangt volgens Twan de Groot af van hoe het sentiment in de markt de komende maanden is. „Wat doen de varkensprijzen? Komt er dadelijk een links kabinet? Het zijn voor varkenshouders allemaal factoren die bepalen wat ze doen. Het is korte termijn denken en dat is eigenlijk niet goed, maar het geeft wel aan hoe veel varkenshouders ervoor staan.” Ongeacht wat er gaat gebeuren, geeft hij de varkenshouder het nadrukkelijke advies mee dat hij voorbereid moet zijn. „Elke varkenshouder moet in beeld hebben wat er kan op zijn bedrijf. Wat moet ik investeren en wat verdien ik dan?”
Erik Franc ondersteunt dit verhaal en benadrukt dat de varkenshouder een plan moet hebben en vooral moet kijken naar de kosten. „Het is een investering die nooit rendeert. Varkenshouders moeten daarom te rade gaan bij zichzelf wat voor hen op jaarbasis het goedkoopste systeem is.” Uit eigen berekeningen op basis van een vleesvarkensbedrijf met 1.500 dieren dat moet omschakelen, heeft hij de jaarkosten op een rijtje gezet. Uitgaande van zeven jaar zijn de investeringskosten per jaar van een luchtwasser 8.570 euro, koeldeksysteem 6.430 euro en van balansballen in combinatie met Vevovitall 2.250 euro.
Voor een aantal varkenshouders is dit bedrag niet op te brengen. Om hen die geen krediet meer bij hun bank krijgen tegemoet te komen, heeft Balansbal samen met de Rabobank een constructie opgezet. Varkenshouders kunnen bij aanschaf van balansballen een aparte financiering aangaan. Mocht dit nodig zijn dan staat het bedrijf borg voor het bedrag. De aflossingstermijn is vijf tot zeven jaar.
Afwachtende houding
De massale opkomst van ruim honderd varkenshouders op de informatieavond van Boerenbond Deurne bevestigt de vragen waar veel ondernemers mee zitten. De Groot merkt een onzekere en afwachtende houding. Dit is deels door de overheid veroorzaakt. „De ammoniakeisen zijn al eens uitgesteld van 2010 naar 2013. Vlak voor het verstrijken van de deadline van 1 juli is de inschrijftermijn voor de Overgangsregeling voor de zoveelste keer uitgesteld. Varkenshouders gaan zich afvragen of dadelijk niet alles weer wordt opgeschort.”
Balansbal kan de afwachtende houding in de markt goed merken. Tot op heden heeft het bedrijf slechts 100.000 ballen verkocht. Afgaande op de telefonische rondgang verwacht het bedrijf ongeveer 1,5 miljoen balansballen af te zetten. „Varkenshouders wachten niet tot vijf voor twaalf, maar vijf over twaalf. Ze vermoeden dat het weer wordt uitgesteld”, stelt Van Kasteren.
Hoe strikt de deadline van 1 januari 2013 is, durven ze bij Balansbal niet in te schatten. Mocht de deadline van 1 januari intact blijven dan hangt veel af van hoe gemeentes het beleid gaan naleven. Om dat te onderzoeken, staat de volgende belronde alweer gepland. „We willen alle gemeentes gaan bellen met de vraag wat hun beleid is qua handhaving.”
Alle opties voor 2020 op rij
Voerfabrikant Boerenbond Deurne heeft de belangrijkste opties voor varkenshouders die aan de Stoppersregeling willen meedoen doorgerekend. De berekeningen tonen dat toepassen van benzoëzuur in het voer plus balansballen het hoogste extra saldo geeft. Het is een indicatieberekening met de nu beschikbare gegevens. Het is ee bedrijf met 1.000 vleesvarkens en 2,5 kg ammoniak per dier. Verdere uitgangspunten:
► Goede vleesvarkensstal (tot 1-1-2020)
► Spleetbreedte rooster 20 mm
► Varkens worden gehuisvest vanaf opleg op 0,8 vierkante meter per dier
► Voerwinstindex van 107 procent
► Saldo van 47 euro per gemiddeld aanwezig vleesvarken
► Saldo van 39 euro per extra aanwezig vleesvarken
Fréderic van der Heijden: ‘Overbrugging’
Fréderic van der Heijden (30) staat nog aan het begin van zijn carrière als varkenshouder. Toch moest hij al radicale keuzes maken om door te kunnen gaan na 2013. Hij zit in maatschap met zijn ouders Harrie (65) en Rina (62). Samen hebben ze een gesloten bedrijf met 160 zeugen en 1.150 vleesvarkens in het Brabantse Erp. Ze werken met een driewekensysteem. Vijf jaar heeft de Brabander in de metaalsector gewerkt met altijd in het achterhoofd dat hij het varkensbedrijf van zijn ouders wil overnemen. Om toch te kunnen doorgaan en aan de ammoniakdoelstellingen te voldoen, stoppen ze met de zeugen. Met de vleesvarkenstak gaan ze door.
De combinatie van balansballen plus voermaatregelen zorgt ervoor dat ze binnen de eisen van de Stoppersregeling vallen. Financieel is voor hen dit één van de weinige mogelijkheden die zijn overgebleven. Eén vleesvarkensstal is nog slechts vijf jaar oud, de andere stal dateert van dertig jaar terug. Ze hebben een luchtwasser overwogen, maar die viel vanwege de hoge investeringen af. „Het is een hoge investeringspost en levert geen extra centen op”, verklaart Fréderic de keuze waarom de luchtwasser is afgevallen.
Zijn vader Harrie valt hem bij. „De investering van tienduizenden euro’s in een luchtwasser krijg je nooit terugverdiend. Bovendien zijn de banken niet happig om extra krediet te verstrekken als het niets opbrengt. De zeugen opruimen was één van de weinige opties die overbleef. Ik zag dat het vrat aan Fréderic. Hij werk altijd met veel plezier in de kraamstal. Op een gegeven moment werd de weg naar 2013 steeds korter en moesten we knopen doorhakken. Hij heeft uiteindelijk de keuze gemaakt en beseft ook dat als het niets oplevert, het weinig zin heeft om door te gaan. De druk naar 2013 is nu weg.”
In november stoppen ze met het insemineren van de zeugen. Vanaf eind maart worden de dieren na het spenen afgevoerd naar het slachthuis. Fréderics vrouw gaat straks dagelijks de vleesvarkens controleren. Hij wil fulltime aan de slag bij een andere varkenshouder. „Ik heb er liefhebberij in en wil toch affiniteit houden met de varkenshouderij.” Met het instanthouden van de vleesvarkensstapel verzekeren ze zich van het behoud van de milieuvergunningen.” Fréderic en zijn vrouw hopen zo de komende jaren te kunnen overbruggen. „Ik wil spek op de ribben opbouwen.” Of hij al weet hoe hij na 2020 verder wil? „Dan zijn we acht jaar verder, dat zien we dan wel weer. Misschien stoppen we alsnog, maar het liefst ga ik door.”
‘Hok kleiner maken’
In bestaande hokken van 7 vierkante meter mogen nu nog 10 vleesvarkens. Per 1 januari is de verplichte minimale leefoppervlak per dier 0,8 vierkante meter. Vleesvarkenshouders met hokken van 7 vierkante meter mogen dan nog maximaal 8 dieren opleggen. „Juist daar wringt de schoen”, zegt varkensspecialist en huisvestingsdeskundige Twan de Groot van voerfabrikant Boerenbond Deurne. „Bij hokgroottes van 7 vierkante meter liggen de acht dieren op 0,88 vierkante meter.”
„Bij vleesvarkens die ruimer dan de 0,8 vierkante meterliggen, gaat de overheid uit van een verhoogde ammoniakuitstoot van 2,5 naar 3,5 kg per dier. Het gevolg is dat er binnen hetzelfde ammoniakplafond veel minder varkens mogen worden gehouden.” Hij doet daarom een klemmend beroep op de overheid om hier vleesvarkenshouders in tegemoet te komen. „Eerst moeten ze minder dieren opleggen in het hok vanwege de strengere welzijnregels en dan moeten ze hokken kleiner maken om aan de milieueisen te voldoen. Dat noem ik het paard achter de wagen spannen.”
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Ellen Meinen