‘Goed luisteren en kijken naar varkens’
Klebsiella
08:00 uur. Een assistente van de Dierenartsenpraktijk in Silvolde komt aanscheuren. Ze opent de poort en binnen twee minuten volgt ook Sanne van Dieten, in haar fonkelnieuwe auto. Boven zwengelt Van Dieten haar computer aan, naast twee collega’s die meer zijn gespecialiseerd in rundvee. De telefoon gaat regelmatig, afspraken worden gemaakt en intussen praten de artsen elkaar bij over een dier met calciumgebrek waar Van Dieten in haar avonddienst naar keek. Van ieder bedrijf staat een map in de praktijk waarin de gegevens worden verzameld.
Sanne van Dieten drinkt de koffie uit een beker met het merk van hondenvoer erop. Maar ze werkt met landbouwhuisdieren, een bewuste keus is het, vanwege het bedrijfsmatige aspect. Binnenkort verwacht ze te moeten kiezen tussen varkens of rundvee. Tot nu toe doet ze beiden. Dan volgt een telefoontje van een boer over Klebsiella: „De besmetting kan het gevolg zijn van verontreinigd zaagsel, maar dat is nog in onderzoek. Het kan ook zijn dat er nog altijd één drager aanwezig is in de stal.” Intussen beantwoordt Van Dieten een vraag over het afboeken van een medicijn.
Abortus Blauw
09:30 uur. Het zoveelste telefoongesprek gaat over een van de weinige varkenshouders in Luxemburg. Hij heeft problemen met biggen uit de Achterhoek. De vermeerderaar vermoedt volgens zijn handelaar dat het Abortus Blauw is. Van Dieten vraagt zich af wat wijsheid is. Naar Luxemburg rijden? Foto’s laten maken en opsturen? Tappen? Ze besluit eerst naar de fokker te gaan en bloed te tappen om te kunnen uitsluiten dat de biggen in Nederland al PRRS hadden.
De varkenshouder serveert koffie en suggereert onder meer dat het ook onderweg in een schoongemaakte maar nog warme en natte vrachtwagen heel goed mogelijk is een virus op te lopen. Van Dieten begrijpt ook dat de Luxemburger nogal wisselt van leverancier, dat daar best iets kan rondwaren en dat haar collega onlangs al bloed heeft afgetapt op het Nederlandse bedrijf. Ze belt het lab dat ze ook moeten checken op Abortus Blauw. Ongeveer 200 van de 700 aan Luxemburg geleverde biggen waren geënt, weet de varkenshouder. „Dat verklaart wellicht ook waarom een deel er wel aardig doorheen komt”, stelt Van Dieten als voorlopige conclusie. De soap duurt voort.
Vakantieperikelen
12:00 uur. Van Dieten houdt een oogje in het zeil op een bedrijf waarvan de eigenaar op vakantie is. „Echt nodig vond de boer het niet, maar als ik er toch langs kom, dan kijk ik even om de hoek.” Het is rustig in de hokken. De 1.200 vleesvarkens doen het prima. „Ik hoor en zie ze nauwelijks niesen of kuchen”, zegt de tevreden dierenarts die zich in rap tempo een weg baant door enorme spinnenwebben en dichte wolken vliegjes. „Zul je net zien dat deze vleesvarkens betere resultaten boeken dan hun broeders en zusters in bijna steriele hokken”, lacht ze terwijl zij de overall weer uittrekt.
De dierenarts werkt de administratie bij en bezoekt de volgende stal op het erf. „Ook zulke stoffige stallen tref ik aan”, zegt Van Dieten. „Douchen is hier niet mogelijk en zolang het goed gaat, gaat het goed. Wij adviseren ter verbetering van de hygiëne en geven het belang aan, maar de veehouder beslist hoeveel prioriteit dit krijgt. Zeker als het een investering vergt. Bovendien zal deze boer niet meer investeren, want hij wil stoppen. Maar helaas voor hem is dat niet mogelijk met de huidige regelgeving.”
Klinische representant
14:30 uur. Terwijl ze voorbij een zeugen- en kraamstal rijdt, krijgt de dierenarts weer een telefoontje over de vermeende Abortus Blauw. Op Duits grondgebied staat een nieuwe stal voor gespeende biggen. Voor veel hokken hangen overalls met bijpassende laarzen. Er zijn al enkele rondes gedraaid; de douchegelegenheid echter is nog in aanbouw. De biggen zijn om door een ringetje te halen. Van Dieten kijkt hok voor hok of er zwakkere dieren aanwezig zijn die zij in aanmerking zou laten komen voor een bloedmonster. „Deze ligt hier nu twee weken en groeit niet helemaal mee met de koppel. Het is goed om die biggen die later problemen kunnen geven, tijdig te herkennen. Zo’n klinische representant gaat dan naar de GD. In de stal wordt zachtjes maar behoorlijk veel geproest.
„Straks ga ik met een nieuwe collega om tafel”, zegt de arts die ook verantwoordelijk is voor het personeel. In de apotheek lijkt het alsof varkens beduidend minder medicijnen nodig hebben dan koeien. „Maar dat is schijn”, lacht Sanne van Dieten die zegt dat hun apotheek in Aalten juist veel meer in huis heeft voor varkens.
Naam: Sanne van Dieten
Functie: dierenarts
Werkgever: Slingeland Dierenartsen
Datum: 18 juli 2012