Kringlooplandbouw kan Nederland weer voorop laten lopen
Vijftig jaar geleden heeft Nederland een omslag gemaakt in de landbouw, en in die tijd is Nederland heel goed geworden in het optimaliseren van productie. We horen daarin tot de top, en de rest van de wereld kijkt naar ons.
Maar nu moeten we een nieuwe omslag maken, stelt WUR-professor Martin Scholten. Een waar niet het optimaliseren van productie centraal staat, maar het optimaliseren van kringlopen. Nederland kan ook hier weer een voorbeeld voor de rest van de wereld worden.
Onderweg verloren
Bij kringlooplandbouw gaat het om het optimaliseren van het gebruik van biomassa in een circulair systeem. Op het moment komt wereldwijd slechts een derde van de biomassaproductie op tafel. Een derde gaat onderweg verloren, en een derde zit vast in het systeem en komt er niet uit, vertelde Scholten. Het idee achter circulaire landbouw is om het voedselproductieproces niet te optimaliseren in termen van maximale opbrengst, maar in maximaal gebruik van biomassa. En daarbij hoort een goede inzet van reststromen; mest, plantenresten en voedselresten. „We hebben op de wereld maar een beperkte hoeveelheid biomassa", stelde hij. „Om de wereld te voeden moeten we die zo efficiënt mogelijk gebruiken."
Omslag
Om dit te bereiken is een radicale omslag nodig in de manier waarop we nu voedsel produceren. Ons land kan dat - we hebben het ook gedaan na de Tweede Wereldoorlog toen we de huidige weg insloegen. En de tijd is er rijp voor; we hebben nieuwe technologieën ter beschikking en een maatschappij die nieuwe eisen stelt. Maar om het te bereiken, waarschuwde Scholten, moeten we een beroep doen op het hele agribusinesscomplex, niet enkel op de boer. We moeten ook bijvoorbeeld kijken naar de grondstoffen voor diervoer, en we moeten mest gaan zien als waardevol product.
Met zo'n omslag moeten er ook nieuwe verdienmodellen komen, betoogde Scholten. Meer nadruk voor de landschappelijke waarden, voedsel produceren met een goed verhaal. De samenleving is hier tegenwoordig vatbaar voor. Maar het is een spannende stap en een grote opgave.
Beren op de weg
De Kamer had veel vragen, maar wilde vooral weten hoe Nederland die omslag kan maken. We hebben nu een systeem dat volop in productie is, stelde Kamerlid Jaco Geurts (CDA). Kan je dat zomaar verbouwen? Mensen willen risico vermijden, dacht Arne Weverling (VVD). Hoe haal je ze over? William Moorlag (PvdA) wees op de sociaal-maatschappelijke gevolgen en zag enorme weerstanden tegen verandering van het systeem.
Maar Scholten vertelde de Kamer juist kansen te zien voor ondernemers. Er zijn goede kansen om het verdienmodel te verbeteren met kringlooplandbouw, hield hij de Kamer voor. Kringloopgrondstoffen die goedkoper zijn dan de huidige, en een markt die bereid is meer te betalen voor duurzame producten.
Ierland als voorbeeld
Zijn collega Reinier Schulte, die mee heeft gewerkt aan een omslag naar een kringlooplandbouw in Ierland, vertelde de Kamer hoe een dergelijke omslag gemaakt kan worden. „We staan hier voor een enorme systeemverandering", vertelde hij de Kamer. „De boer kan dit niet alleen." Hij sprak over de 'think-do-gap' die hij in Ierland was tegengekomen; het gat tussen bedenken hoe het moet en het daadwerkelijk in actie komen.
In Ierland had zijn team meer dan 50 van deze 'gaten' in kaart gebracht, in sessies waarin alle stakeholders bij elkaar kwamen. In het plan dat vervolgens werd opgesteld, werden voor elk gat 'eigenaren' vastgesteld; de mensen of instellingen die hier een antwoord voor moesten vinden. Het Ierse ministerie van Landbouw leidde het project, maar pakte zelf geen probleem aan. Het voerde vooral de regie. Dat ownership is belangrijk, vertelde hij. Als de stakeholders zelf proberen de problemen op te lossen blijf je regulering voor.
Stip op horizon
Je moet beginnen om met stakeholders te bekijken waar je naartoe wilt. Zet een aantal stippen op de horizon. Vervolgens moet je de juiste mensen, groepen of instituten vinden die een weg daarnaartoe kunnen uitstippelen. De valkuil hierbij is om meteen een oplossing te willen vinden, bijvoorbeeld 'minder dieren'. Maar zo moet je niet werken, stelde Schulte. Het kan een uitkomst zijn van het proces, maar wacht eerst het proces af. Bekijk eerst wat voor bedrijfssystemen gewenst zijn in de maatschappij, en als dat bekend is, kan je gaan rekenen. De uitkomst kan zijn dat er minder dieren moeten komen, gaf hij als voorbeeld richting Esther Ouwehand (PvdD), maar dat is dan een uitkomst - niet een uitgangspunt.
Nederland leidend
Nederland is beter in staat dan andere landen om op dit pad grote stappen te zetten, denkt Scholten. Voor een echte kringlooplandbouw heb je zowel dierlijke als plantaardige sectoren nodig, en die zijn hier beide goed georganiseerd. Anders dan bijvoorbeeld in Ierland, dat vooral veehouderij heeft, of Frankrijk, waar veelal akkerbouw plaatsvindt. Bovendien zit het vakmanschap de Nederlanders in de genen. We hebben ondernemerschap, kennis van het onderwerp en voldoende jonge ondernemers die de omslag kunnen maken. We zitten nu weliswaar in het systeem van vijftig jaar geleden, zei hij, maar juist omdat we zo goed zijn in landbouw kunnen we die verandering maken, en hoeven we niet te blijven hangen in een systeem dat na de Tweede Wereldoorlog is opgezet.
„De rest van de wereld kijkt naar Nederland", vertelde hij. „Die willen weten met welke oplossingen ons land komt." Als we trots willen zijn op Nederland als landbouwnatie, stelde hij, laten we dan op een slimme manier die kringloop benaderen. Dan hebben we de wereld wat te bieden.