Het is goed boeren in warm Down Under
Er zullen weinig landen zijn waar de economische crisis zo ongemerkt voorbij gaat als in Australië. Het land teert op de mijnbouw: kolen, ijzererts en goud. De delfstoffen vinden massaal hun weg naar het dichtbijgelegen Azië en dan vooral China waar de economie op volle toeren draait. Evenals de mijnbouw profiteert ook de binnenlandse landbouw van de gunstige ligging.
Alles afbetaald
Op de vraag hoe het gaat, is hij duidelijk. „Het is hier goed boeren.” Varkenshouder Egbert Selten boert nu elf jaar in Australië. In 2001 emigreerde hij samen met zijn vriendin Alexandra naar Down Under. In het afgelopen decennium hebben ze het bedrijf volledig gerenoveerd en uitgebouwd tot een gesloten bedrijf met 500 zeugen. Het grondareaal is uitgebreid naar 260 hectare.
Als hobby heeft de Nederlander nog 70 stuks vleesvee rondlopen. Bovendien is er op het erf een nieuw woonhuis gebouwd waar Egbert, Alexandra en hun drie kinderen wonen. „Alles is afbetaald”, reageert hij. Het geeft aan hoe het het koppel de afgelopen jaren financieel voor de wind is gegaan. Al benadrukt Selten dat het zeker niet vanzelf is gegaan.
„Tot we kinderen kregen, was het werken, werken en nog eens werken. Zo hard als we konden.” Nu sinds afgelopen juni is het bedrijf klaar zoals we het willen hebben en is er tijd voor bezinning.”
Klein aanbod
Elf jaar geleden lieten ze in het Brabantse Mill een varkensbedrijf met 350 zeugen, 600 vleesvarkens plus een akkerbouwtak achter. De stallen verdeeld over twee locaties waren grotendeels aan vervanging toe en Selten zag het vlak na de varkenspest niet meer zitten in Nederland. In Australië was hij al meerdere keren op vakantie geweest. Het aangename klimaat plus de volop aanwezige ruimte zorgden voor de overstap naar de andere kant van de wereld.
Het aanbod aan varkensbedrijven dat ze aantroffen was niet groot. Veel van de bedrijven bleken slecht onderhouden en dat maakte de keus gemakkelijk. Ze kochten in de zuidoostelijke staat New South Wales het enige bedrijf dat nog in redelijke staat was. Een groot pluspunt van deze locatie is de hoeveelheid goed drinkwater en de aanwezigheid van krachtstroom. Op drie kilometer van het dorp Narrandera lag het bedrijf met een toenmalige milieuvergunning voor 250 zeugen gesloten met 80 hectare akkerbouwgrond.
Het bedrijf was eigendom van drie eigenaars die nog een knecht in dienst hadden. „Eén eigenaar is gebleven en heeft ons geholpen met de verbouwingen en nieuwbouw. Veertig zeugen liepen buiten te vervetten. Wij hebben alle zeugen naar binnen gehaald en zijn begonnen met de bouw van een dekstal.”
Hoog slachtgewicht
Met de juiste kennis, mentaliteit, inzet en hulp van de vorige eigenaar bouwde Selten het bedrijf jaar voor jaar uit. De vorige eigenaar is vandaag de dag nog steeds aanwezig en is verantwoordelijk voor al het onderhoud. De 500 zeugen plus bijbehorende vleesvarkens doet hij nu samen met een fulltime medewerker. Zijn vriendin Alexandra springt af en toe in de weekenden bij. Voor Australische begrippen een uitzonderlijk lage arbeidsbezetting.
Het is één van de redenen waarom Selten financieel goed draait. Zijn gemiddelde kostprijs ligt nu op 1,60 euro per kg geslacht gewicht terwijl hij ongeveer 2,10 euro per kg beurt. Hij verwacht tussen de 11.000 en 12.000 vleesvarkens op jaarbasis af te leveren met een gemiddeld slachtgewicht van 83 kg.
Een snelle rekensom leert dat het totaalbedrag richting de half miljoen euro oploopt. Andere redenen die de varkenshouder noemt voor zijn goede presteren zijn de bovengemiddelde technische resultaten en hoge slachtgewicht. Zijn gemiddelde slachtgewicht is 83 kg. Het landelijk gemiddelde is 73 kg. „De laatste kilo’s zijn easy to manage.”
Geen varkensland
Selten beseft dat hij geluk heeft gehad met deze vette opbrengstjaren. Volgens hem is er al jaren een tekort aan vers varkensvlees op de binnenlandse markt. Voor concurrentie vanuit het buitenland is hij niet bang. Er is alleen invoer van bevroren vlees toegestaan. De opbrengstprijzen kennen een jaarlijks systematisch verloop. In juni en juli is de dip, rond Kerstmis de piek. „Het is elk jaar hetzelfde, alleen je weet nooit hoe diep het dal is en hoe hoog de piek.”
In 2008 met de ernstige droogte en hoge voerprijzen heeft er een kaalslag plaatsgevonden onder varkenshouders. Of zoals Selten zegt alle gelegenheidsvarkenshouders zijn gestopt. Het zorgde voor een prijspiek tot ver boven de 3 euro per kg geslacht gewicht. Toch verwacht de Nederlander niet dat veel mensen in de varkensbusiness stappen. „Australië is niet echt een varkensland. Het is het land van schapen, rundvee en graan. De kennis onder varkenshouders is minimaal. Er zijn ook geen opleidingen voor.”
Antibioticum onder voer
Een groot voordeel voor Australië is dat het volledig is omringd door zee. Bescherming van de eigen markt is daardoor gemakkelijk controleerbaar. Levend materiaal of zelfs sperma komt het land niet binnen. Volgens Selten zijn de Australiërs niet eens bekend met ziektes als Varkenspest en MKZ. Het land is vrij van Abortus blauw, Aujeszky, Influenza en Circo.
Zelf voert Selten al acht jaar geen gelten aan op zijn bedrijf. De meest naastgelegen varkensstal ligt op 15 kilometer afstand van zijn bedrijf. Eenmaal per jaar krijgt hij een dierenarts op bezoek voor de certificering. Bij de kraamzeugen zet hij soms antibiotica in om ze op te zuiveren na de geboorte. Een enkele behandeling bij de kraambiggen tegen kreupelheid volstaat.
Bij de gespeende biggen en vleesvarkens gebruikt hij helemaal geen injectiespuit. Wel zit er standaard het antibioticum Tylosin tartrate onder het voer dat hij krijgt aangeleverd van de voerfabriek. Dit is gebruikelijk en volgens hem speelt de antibioticadiscussie geen rol Down Under.
Tot 45 graden Celsius
Wel worden de Aussies vanaf 2017 verplicht tot groepshuisvesting bij de dragende zeugen. Selten past dit al standaard vier weken na dekken toe op zijn bedrijf. Zijn stallen kenmerken zich door het open karakter. De nok is open. In de zomer kan hij nog de bovenste 1,5 meter van de zijmuren openzetten. Met temperaturen die in de zomermaanden kunnen oplopen tot 45 graden Celsius is dit geen overbodig luxe.
In de wintermaanden in juli, juni en augustus kan het ’s nachts een paar graden vriezen. Toch duurt dit niet lang. „Als de zon opkomt rond 10 uur ’s-morgen is het alweer bijna 20 graden Celsius.” Door de lage luchtvochtigheid voelt het niet snel benauwd aan en kunnen de zeugen de zomers redelijk doorstaan zonder heel veel productieverlies. Voor de extreme zomerse waarden zijn de kraamstallen uitgerust met een airconditioner die zorgt dat de temperatuur niet verder oploopt dan 32-33 graden Celsius.
Voor de rest zijn de kraamhokken vrij standaard naar Nederlandse begrippen ingericht. Bij de gespeende biggen is het een ander verhaal. Die lopen zes weken lang op een dikke laag strooisel. De vleesvarkenshokken zijn gangbaar. De mestkelders bij de zeugen en vleesvarkens zijn niet meer dan 40 centimeter diep. Via een rioleringssysteem wordt de mest opgevangen in twee open bassins. Bij het eerste bassin loopt de dunne fractie eraf naar het tweede opvanggat. Mocht het nog nodig zijn dan spoelt Selten de putten door met deze dunne fractie. De mest rijdt hij zelf over het land uit bij een akkerbouwer in de buurt. Hier ontvangt hij niets voor.
Buurten met collega’s
Tussen al de Nederlandse zinnen strooit Selten met Engelse woorden. Vooral met het vinden van de juiste vaktermen in zijn moedertaal heeft hij soms moeite. Toch hoor je nog duidelijk zijn Brabantse accent. De gemoedelijkheid en gezelligheid uit deze provincie ervaren hij en zijn vriendin als een groot gemis. „Australiërs zijn heel erg op zichzelf gericht. Ze zullen nooit spontaan binnenlopen. Nooit vragen of de kinderen een keer kunnen komen spelen.”
In het verleden hebben ze wel een paar goede vrienden gehad. Maar als ze er zelf geen energie in stopten, bloedde de vriendschap al snel dood. Hoewel ze goed contact hebben met de buren en er geregeld gaan barbecueën, blijft er een gat. Nederlanders in de directe buurt zijn er niet. Hij is wel goed bevriend met een Nederlandse akkerbouwer op 2 uur rijden.
Überhaupt zijn er niet veel veehouders in de wijde omgeving van Narrandera. Iets wat een gemis is voor Selten. Hij mist het buurten met collega’s. „Als je in de varkenshouderij werkt, ben je geïsoleerd. Je kunt wel zeggen dat het goed gaat, maar niemand snapt je.”
Gek van sport
Het sociale gemis is zelfs zo groot dat Egbert en Alexandra hebben besloten om hun bedrijf te verkopen. Sinds een maand staat het in de verkoop voor een vraagprijs boven de 3 miljoen Australische dollar. Dit is inclusief grond, stallen, veestapel, machinepark en woonhuis. Volgens hem is alles in goede staat en kan het minimaal nog vijf tot tien jaar mee zonder groot onderhoud of verbouwingen. Dat hij het helemaal verkoopt is nog niet zeker.
Mocht hij het bedrijf in samenwerking met een andere Nederlander kunnen runnen dan zal hij hier zeker over nadenken. Wat voor een persoon je moet zijn om in Australië te slagen? In eerste instantie zegt Selten dat je voldoende kennis en motivatie moet hebben. „En je moet zeker ook een goede werker zijn.” Na even nadenken vult hij het rijtje aan. „Je moet van sport houden. Australiërs zijn gek van sport. Meld je aan bij een sportvereniging en zorg dat je onder de mensen komt.”
Hij zegt dat dit misschien ook wel de fout is die zij hebben begaan en daar nu de tol voor betalen. „Altijd hebben we al onze energie in het bedrijf gestopt. We hebben nooit vrijwilligerswerk gedaan, we hebben ons niet aangemeld bij een sportvereniging.”
Geen varkensbedrijf
Zelf vindt hij het vooral zakelijk gezien jammer dat hij Australië gaat verlaten. „Als ik niet zou teruggaan zou ik zeker nog een varkensbedrijf durven opzetten. Ik zie de toekomst rooskleurig in. Er is voldoende vraag naar vers vlees. Natuurlijk kan er altijd een slecht jaar komen en dat sluit ik niet uit. Alleen wij hebben in die jaren dat we hier zitten nog nooit onder de kostprijs gewerkt.”
Het bedrijf staat nog niet officieel te koop, het is alleen nu mondeling ter sprake gebracht. Wanneer ze vertrekken, durft Selten daarom niet te zeggen. Wel is het vrijwel zeker dat ze terugkeren naar Nederland. Hij is niet van plan om weer een eigen varkensbedrijf te kopen. Financieel vindt hij dit te gevaarlijk.
In de varkensstal onder een baas werken ziet hij ook niet zitten. Het werken in het bedrijfsleven sluit hij niet uit. Of hij niet bang is dat ze zich na tien jaar Australië weer moeten aanpassen aan Nederland? „We hebben ons hier kunnen aanpassen, dan moet dit in Nederland ook wel weer lukken.”
Australië
Als kleinste continent ter wereld is Australië ruim 186 keer zo groot als Nederland en telt bijna 22 miljoen inwoners. Het aantal varkensbedrijven is de laatste decennia gedaald van 20.000 naar circa 3.000 nu. Met een varkensstapel van ongeveer 300.000 zeugen is de gemiddelde bedrijfsomvang 100 zeugen.
Sinds de droogte in 2008 en de hoge graanprijzen zijn veel varkenshouders gestopt en is de gemiddelde bedrijfsomvang toegenomen. De meeste varkenshouders bevinden zich in het zuiden en zuidoosten van Australië. Sinds enkele jaren is de export van varkensvlees aanzienlijk gestegen. Export vindt vooral plaats naar Azië. Australië heeft het grote voordeel van een korte afstand tot deze markten, wat het mogelijk maakt om gekoeld vlees te leveren.
Bedrijf te koop
Met de verkoop van hun varkensbedrijf en akkerbouwtak in Mill (N.-Br.) emigreerden Egbert (45) en Alexandra (43) Selten in juni 2001 naar Australië en kochten een eigen varkensbedrijf in Narrandera. Een dorp met 5.000 inwoners in de staat New South Wales. Het toenmalige gesloten bedrijf met 250 zeugen en 80 hectare grond hebben ze uitgebreid tot een gesloten bedrijf met 500 zeugen, 260 hectare grond en 70 stuks vleesvee.
Selten voert geen fokgelten aan op zijn bedrijf en past rotatiekruising toe. Hij heeft PIC-gelten met als eindbeer de PIC 500-lijn. Hij levert de vleesvarkens direct aan de slachterij. In Australië zijn hun kinderen Naomi (9), Fleur (7) en Yuri (5) geboren. Sinds een maand staat hun bedrijf te koop en ze willen terugkeren naar Nederland. De reden is dat ze het sociale leven in Nederland te veel missen.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Familie Selten