Varkenshouder wil CDA terug in kabinet
Van de deelnemende varkenshouders aan de enquête gaf 48 procent aan dat zij tevreden zijn over de uitslag waarin VVD en PvdA de meeste stemmen wisten te winnen en het CDA werd gedecimeerd. Net iets meer dan een derde (37 procent) is niet tevreden over de uitslag, terwijl 15 procent aangeeft geen oordeel te hebben, of dit niet kenbaar wil maken. Akkerbouwers en melkveehouders zijn veel positiever over de uitslag. Van hen gaven respectievelijk 64 en 60 procent aan tevreden te zijn over de uitkomst van de verkiezingen.
Strategisch stemmen
Dat de varkenshouderij, die zich sinds de verkiezingen vertegenwoordigd weet door oud-varkenshouder en oud-secretaris van de Nederlandse Varkenshouders Vakbond (NVV) Jaco Geurts (CDA), lager scoort is niet zo verwonderlijk. Varkenshouders, waarvan de grootste groep uit Noord-Brabant afkomstig is, zijn overwegend CDA-stemmers, zo valt uit de peiling op te maken. 52 procent van hen geeft aan op de christendemocraten te hebben gestemd.
Akkerbouwers en melkveehouders gaven hun stemmen vooral aan de VVD met respectievelijk 61 en 46 procent van de stemmen. Een aantal varkenshouders geeft aan strategisch te hebben gestemd. „In het verleden stemde ik CDA. Nu heb VVD gekozen, omdat de PvdA anders misschien de grootste zou worden”, meldt een Limburgse varkenshoudster.
Een coalitie met daarin VVD-PvdA en CDA is het populairst bij alle boeren. Toch ziet 63 procent van de varkenshouders graag het CDA terugkeren in het kabinet. Een coalitie met VVD-PvdA-CDA en D66 geniet bij 14 procent van de stemmers uit de varkenssector de voorkeur. Slechts 13 procent geeft voorrang aan een coalitie met alleen VVD-PvdA. „Twee partijen met erg verschillende doelen zijn nu aan zet. Dat geeft met name voor de agrarische sector veel onzekerheid”, verwacht een varkenshouder uit Overijssel.
Vooralsnog staat de vanouds sterk aanwezige regentenpartij CDA buitenspel bij de vorming van het nieuwe kabinet. De VVD die de meeste stemmen wist te verzamelen tijdens de Tweede Kamerverkiezingen is een ondernemerspartij bij uitstek. „Goed dat de VVD de grootste is geworden”, onderstreept een varkenshouder uit Noord-Holland. „Als de VVD samen met de PvdA gaat regeren blijft er dan wel nog iets over van beide zo verschillende partijbelangen. Rechts en links zonder een goed midden.”
Dierenwelzijn
De VVD legt de invulling van belangrijke onderwerpen als productiemethoden en dierenwelzijn, zoals het een liberale partij betaamt, bij de sector zelf neer. Iets wat nu ook al onder het beleid van CDA-staatssecretaris Henk Bleker in gang is gezet met betrekking tot het antibioticagebruik en het terugdringen van fosfaatoverschot. De regering formuleert een doelstelling waarna zij de bal bij de sector legt om deze binnen het gestelde termijn te behalen. Wat dat betreft, zal er met de VVD in een eventueel kabinet niets veranderen. ‘Al deze extra regelgeving leidt tot een beperking van economische ontwikkeling van bedrijven’, meldt de VVD in haar recente verkiezingsprogramma.
De PvdA daarentegen ziet wel een rol voor overheid weggelegd om de ontwikkeling van de veehouderij richting te geven. Voor de PvdA is het voorzorgprincipe leidend. Dat betekent dat zij de volksgezondheid voorkeur geeft boven economische belangen, zo staat in het partijprogramma te lezen. Daarin staat verder dat ’concentraties van dieren tot meer risico’s leiden. Daarom zijn wij tegen verdere intensivering of bouw van megastallen (zonder de term megastal verder te specificeren). Wij willen eisen stellen aan dierwelzijn, mate van grondgebondenheid en milieu gezondheidseffecten’.
Daarnaast wil de PvdA het stelsel ven gecompartimenteerde dierrechten handhaven totdat er alternatieven zijn die hetzelfde effect sorteren op het gebied van natuur, milieu, gezondheid en ruimte. De visies van VVD en PvdA verschillen wat de intensieve veehouderij betreft (geen van beide partijen noemt de varkenshouderij expliciet), maar lijken niet onoverbrugbaar.