ING-bank legt het af tegen argumenten Varkens in Nood
Een belangrijk argument van Varkens in Nood was dat de ING ook varkenshouderijen financiert waar varkens niet beschikken over de Vijf Vrijheden zoals die worden genoemd in artikel 1.3 Wet dieren. En dat gaat om: vrij zijn van honger en dorst; ongemak; pijn, verwondingen of ziekte; mogelijkheden om natuurlijk gedrag te vertonen en het vrij zijn van angst en (chronische) stress.
Open normen
ING verweerde zich dat in de leningsdocumentatie aan klanten is opgenomen ‘dat de klant zich dient te houden aan de toepasselijke wet- en regelgeving. In een sterk gereguleerd land als Nederland mag ING vertrouwen op het wetgevings- en handhavingsmechanisme van de overheid. Daarbij kan ING voor de naleving van de Vijf Vrijheden verwijzen naar de bestaande wet- en regelgeving (de Wet dieren), waarin deze vrijheden verankerd zijn’. Het gaat hier dus om zogenoemde open normen.
Niet automatisch
Op de zitting verwees Varkens in Nood naar een Auditrapport van de EC (DG Sante 2017-61250). Dat maakt aannemelijk dat verschillende omstandigheden in Nederlandse varkenshouderijbedrijven weliswaar volgens de Nederlandse wetgeving zijn toegestaan, maar in strijd zijn met één of meer van de Vijf Vrijheden. Vertrouwen op het handhavingsmechanisme van de overheid leidt volgens Varkens in Nood niet automatisch tot handelen overeenkomstig de Vijf Vrijheden.
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC en beveelt adverteerder ING aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Slechts een richtsnoer
De Reclame Code Commissie (RCC) suggereert met de uitspraken dat het naleven van de Vijf Vrijheden voor varkens in de gangbare varkenshouderij onmogelijk is. Wordt dit ook onderschreven door onderzoekers en heeft de RCC hen nog geraadpleegd over deze materie? Hans Hopster, sr. onderzoeker Dierwelzijn bij Wageningen Livestock Research doet geen uitspraken over het oordeel van de RCM. Over de Vijf Vrijheden zegt hij: „De Vijf Vrijheden vormen een richtsnoer aan de hand waarvan men vragen kan stellen over een werkbaar welzijnsideaal. Het is geen wetenschappelijk, maar vooral een moreel concept dat richting geeft aan het beleid."
Niet letterlijk nemen
Hopster vervolgt: „De Vijf Vrijheden zijn basale ideeën over wat voor dieren belangrijk is en waarin veel mensen zich in kunnen vinden. Je moet het evenwel niet al te letterlijk nemen. Het zal moeten worden geconcretiseerd in grootheden die bij voorkeur meetbaar zijn aan het dier. Feitelijk is de Welfare Quality-benadering een operationalisering van het concept van de Vijf Vrijheden in de vorm van concrete criteria voor toepassing op praktijkbedrijven en met nadruk op het belang van diergerichte monitoring.” Op de vraag of de sectie Dierwelzijn van de Wageningen Livestock Research nog benaderd is door de RCC om tot deze uitspraak te komen antwoordt Hopster: „Onze policy is om daar geen uitspraken over te doen.”
In een soortgelijke zaak van Varkens in Nood tegen ABN AMRO, wees de RCC de klacht af. Hierin speelt een rol dat deze financier melding maakt van het voorstellen van een verbetertraject bij haar klanten en dat een monitoring daarvan deel uitmaakt als de handelswijze niet overeenstemt met de Vijf Vrijheden.
Tekst: Broer de Boer
Groeide op in de NOP, op een gemengd landbouwbedrijf. Na de HAS startte hij in 1980 bij de varkens K.I. Tien jaar later ging hij naast deze baan voor Agrio schrijven. Zijn landbouwkundige en technische kennis gebruikte hij vanaf 1996 als redacteur voor TNO en andere uitgevers. Sinds 2015 is hij weer actief als redacteur voor Pig Business.
Beeld: Ingrid Zieverink
Bron: Reclame Code Commissie