Prijzen van veevoer zullen vaker pieken
„Als eerste maar het goede nieuws: de voerprijs zal voorlopig niet veel verder omhoog gaan”, stelt LEI-onderzoeker Jakob Jager. „De grootte en kwaliteit van de graanoogst is wel bekend en verdere verrassingen worden niet meer verwacht.”
En omdat de prijs van veevoeder vooral wordt bepaald door de graanprijs, zal die de komende maanden ook niet veel meer stijgen, denkt hij. „Totdat tegen eind van het jaar de oogsten op het zuidelijk halfrond (Australië en Zuid-Amerika) in beeld komen, zullen we geen grote schommelingen meer zien.”
Mislukte oogst
Maar goed, daarmee ligt de prijs van veevoer wel op een niveau dat sinds de jaren tachtig niet meer is bereikt. VLV-start kostte vorige maand 33,09 euro en Big Groei 33,66 euro. Dat was 20 procent meer dan in het begin van het jaar, toen de prijs al hoog was. De mislukte maïsoogst in de Verenigde Staten heeft een laatste zetje gegeven.
De vraag is of 2012 daarmee een uitzonderlijk jaar is. De graanprijs zal de komende jaren nog wel vaker pieken, met de prijs van veevoer in zijn kielzog. De wereldconsumptie van graan is de afgelopen jaren steeds verder toegenomen en die lijn kan in de toekomst worden doorgetrokken. De belangrijkste oorzaak is de stijgende welvaart in landen als China en India.
Steeds meer mensen daar kunnen het zich veroorloven om regelmatig vlees te eten. En dus is er elk jaar meer graan nodig om veevoeder te produceren. Een kg kip kost ruwweg 3 kg graan en1 kg rundvlees zelfs 5 kg.
Kleine buffervoorraden
Waar de vraag naar graan een stijgende lijn vertoont, schommelt de productie van jaar tot jaar. Maar meestal wordt het overgrote deel van de productie geconsumeerd. De buffervoorraden zijn klein, waardoor bij slechte oogsten de prijs snel omhoog kan schieten. En dat is dit jaar gebeurd.
Twee belangrijke oogstgebieden hebben een tegenvallende oogst gehad. De Verenigde Staten, de graanschuur van de wereld, werd getroffen door een wekenlange droogte die de maïsoogst heeft vernield en ook grote schade aan de soja heeft aangericht. Tegelijk hebben de landen rond de Zwarte Zee ook een oogst gehad die ongeveer 20 miljoen ton lager lag dan normaal. En dus piekten de graanprijzen.
Koppeling met graanprijs
De prijzen van veevoeder zijn met de graanprijs mee gestegen. „Er is een duidelijke koppeling tussen de twee”, meent Jager. „De prijs van veevoer wordt voor het overgrote deel bepaald door de graanprijs. Er zijn ook kosten voor voedseladditieven, arbeid en dergelijke in verwerkt, maar met de bulkhoeveelheden graan die een veevoerproducent verwerkt, vallen die andere kosten per kg in het niet.”
De voerprijs volgt daardoor die van graan, maar dat gebeurt niet direct. „Daar zit een maand of twee tussen”, vertelt Jager. „Dat komt door de voorraden die voederproducenten aanhouden. De afgelopen maanden, toen de prijzen snel stegen, hebben ze veel ingekocht. Het graan dat ze nu in voorraad hebben, is gewaardeerd voor de prijzen van een of twee maanden geleden. En dus kunnen ze de prijs van veevoer daarop baseren, in plaats van op de prijzen van nu.”
Daarbij speelt dat veel voerproducenten coöperaties zijn. Die hebben er, via hun leden, belang bij om de prijzen laag te houden. „Bij benzinestations bijvoorbeeld zie je dat een prijsstijging van olie direct wordt doorberekend in de prijzen aan de pomp”, zegt Jager. „Maar de meeste voerproducenten doen dat niet.”
Daarmee fungeren die voorraden als buffers; de echte pieken in de graanprijs worden niet meegenomen in de voerprijs. De voerproducenten teren dan in op hun voorraden en vullen die weer aan wanneer de prijs weer daalt. Of wanneer de voorraad op is.
Schimmels en ziektes
Een andere meevaller voor de voerprijs is de slechte kwaliteit van de tarwe in Noordwest-Europa. Vooral in België en Noord-Frankrijk heeft het in de laatste weken voor de oogstperiode flink geregend. Daardoor kreeg de oogst daar met schimmels en plantenziektes te maken.
Dat betekent dat veel tarwe en gerst waarvan men dacht dat die geschikt zou zijn voor menselijke consumptie, nu is afgewaardeerd naar voederkwaliteit. Daarmee is het aanbod van voertarwe en –gerst wat groter dan oorspronkelijk was ingeschat, wat de prijs enigszins drukt.
Kosten onder controle
Maar toch zijn de prijzen nu hoog. De prijzen voor varkensvoer waren in september het hoogste in een periode van vijf jaar en een kwart hoger dan het gemiddelde over die periode. „Maar een goed georganiseerde varkenshouderij moet dat kunnen verdragen”, meent Joan Janssen, specialist varkenshouderij bij accountants- en adviesbureau Flynth. Een goed georganiseerde varkenshouder heeft zijn bedrijfsvoering geoptimaliseerd en heeft zijn kosten onder controle. Laat ik het zo zeggen: als een bedrijf nu in de problemen raakt, ligt dat niet aan de hoge voerprijzen.”
Als een varkenshouder nu een optimalisatieslag wil maken vanwege het dure voer, is hij daar laat mee, vindt Jansen. Hij ziet wel dat bedrijven hun kostenoptimalisatie meer aandacht geven nu de prijzen hoog zijn. „Dat is dan een positief punt, maar het was beter geweest als die bedrijven dat eerder hadden gedaan.”
Robuuste strategie
Een varkenshouder moet volgens de adviseur zijn middellange bedrijfsstrategie niet laten afhangen van de voerkosten. „Een strategie moet robuust genoeg zijn om hoge voerkosten aan te kunnen en met een risico-analyse kun je kijken of dat zo is”, stelt hij. Dat wil trouwens niet zeggen dat een bedrijf niet moet inspelen op hoge voerkosten. Jansen ziet wel een paar maatregelen die een bedrijf op korte termijn kan nemen.
„Dit is de tijd waarop varkenshouders voer inkopen voor de komende twaalf maanden”, vertelt hij. „Maar je kunt besluiten om maar voor een maand of drie voer in te kopen, en dat over drie maanden weer doen.” Daarmee speculeert een bedrijf dat de voerprijzen dan weer gedaald zijn. „De vraag is of je dat zou moeten doen”, vindt Jansen.
„Als je verkeerd gokt, ben je over drie maanden nog duurder uit. Op die manier breng je meer onzekerheid in je bedrijfsvoering.” Een andere mogelijkheid is om met de voerleverancier prijsafspraken te maken op basis van voerkosten per kg groei. „Zo dek je je kosten af en bouw je meer zekerheid in.” Daarnaast kan de varkenshouder zijn rendement vastleggen via de termijnmarkt. „Ook daarmee geef je jezelf zekerheid”, zegt Jansen. „Je profiteert dan niet als de prijs hoger wordt, maar je kent in ieder geval je inkomstenstroom.”
Kwaliteit gaat achteruit
Daarnaast kan een varkenshouder een andere voermix gebruiken. „Veel varkenshouders gebruiken ccm”, zegt de adviseur, „maar dat is nu relatief duur. Een andere voersamenstelling is misschien mogelijk; dat zou een varkenshouder met een nutritionist kunnen bespreken.” Het uitgangspunt daarbij is dat de kwaliteit van de dieren niet vermindert. „Want het moet niet zo zijn dat de afnemer je biggen niet meer wil kopen of dat de classificatie achteruit gaat.”
Een meer drastische mogelijkheid zou zijn om de stal een keer leeg te laten, of minder dieren te houden, maar Jansen ziet dat niet gebeuren. „Met de financiële lasten van varkensbedrijven is dat vaak geen optie”, stelt hij. „Bovendien kun je dan niet snel schakelen als het rendement verbetert. Tegen de tijd dat je je productie weer op gang hebt, heb je de slag misschien gemist.”