Zuid-Koreanen: 'Nederlanders zijn de ‘meesters’ van de varkenshouderij'
![](http://d3ncyx4db87lab.cloudfront.net/82/853/piggybank-with-south-korean-flag.-detail.jpg)
Om te onderzoeken op welke manier kennisoverdracht aan Koreaanse varkenshouders het beste werkt, is met medewerking van WUR in Zuid-Korea een demobedrijf ingericht met Nederlandse stalinrichting en management dat op Westerse leest geschoeid is. Ook organiseert WUR cursussen in Nederland voor Zuid-Koreaanse varkenshouders en adviseurs. De boeren die hier op cursus zijn geweest, gaan in Zuid-Korea naar zogenoemde 'studieclubs'. Ten behoeve van informatie-uitwisseling over technische en economische aspecten van de bedrijfsvoering in de studieclubs wordt software gemaakt. Vooral het onderling uitwisselen van informatie onder varkenshouders is een effectief middel om te leren. Het is in Noordwest-Europa een kritische succesfactor voor het bereiken van topprestaties, en vraagt in Zuid-Korea nog veel aandacht en begeleiding.
Copying the master
Koreanen zijn niet gewend om hun eigen prestaties ter discussie te stellen en feedback te vragen. Dit lijkt ook sterk samen te hangen met de invloed van Confucius in Zuidoost-Azië, die vooral leerde dat je de meester moet volgen en nadoen, in plaats van zelf experimenteren en verantwoordelijkheid nemen. Dit is dus een heel andere managementstijl. Advisering is in Zuid-Korea dan ook minder het begeleiden van ondernemers in hun eigen zoektocht, maar meer het uitleggen van handboeken en voorschriften. Hoste: „Je hebt een meester en die doet jou dingen voor en als je dat allemaal kopieert, dan komt het wel goed.” Zo worden vaak Westerse technologieën succesvol gekopieerd.
Hiërarchische stijl
Hoste: „Het is kennelijk zo in de aard van de mensen ingebakken dat het een onderdeel van de cultuur is geworden. Je vindt het in China, en ook in Zuid-Korea; ondanks dat dit laatste land een christelijke cultuur kent. Je merkt het ook bij de boeren die hier op cursus komen en bij de instituten in Zuid-Korea waar WUR mee te maken heeft. Het is een volgende, hiërarchische stijl. Vooral als je boven iemand staat, een hogere positie hebt of ouder bent, dan wordt dat ook heel duidelijk geuit in Zuid-Korea. In Nederland kunnen we onze directeur met de voornaam aanspreken. No way in Zuid-Korea. Een voorbeeld: de oudste persoon in een gezelschap begint als eerste te eten. Er is heel veel respect voor ouderen en hogeren in stand.”
Nederlandse meesters
Nederland wordt gezien als een 'meester' omdat het productieniveau beduidend hoger is dan in Zuid-Korea. Dat is fascinerend en lastig tegelijk. Dan zeggen ze: 'Met dat apparaat kun je dus geur verminderen, je kunt het welzijn verbeteren, je kunt het mestprobleem oplossen. Vertel ons maar bij welk bedrijf we het kunnen bestellen en dan is het probleem opgelost.' Hoste antwoordt dan dat de eerste stap 'awareness' is, bewustzijn, en dan pas komt de hardware. Het komt echter bijna niet over: „Het lukt ons nog niet om duidelijk te maken dat bewustzijn voorafgaat aan investeren in 'dingetjes'.”
Zelf experimenteren
De Zuid-Koreaanse overheid zet sterk in op 'smart farming': intelligente systemen die op basis van (big) data, processen helpen vereenvoudigen. Dat is heel mooi, maar daarmee gaan ze niet het Nederlandse niveau bereiken. Er ontbreekt namelijk iets: zelf experimenteren en weten welke factoren een rol spelen in de bedrijfsvoering. Nederlanders zijn wat dat betreft vaak anders. Hoste wil niets veroordelen; het is een observatie. Maar het ondernemende, het zelf nadenken, het innovatieve, dat vind je bij de Koreaanse boeren en adviseurs meestal niet terug. De uitdaging voor WUR is dan om creatieve manieren te bedenken om hen wel mee te krijgen in onze aanpak van efficiënt en daarmee duurzamer werken. Lukt dat als je te maken hebt met een filosofie die al duizenden jaren oud is?
Nederland aanbodmarkt
Er zijn grote verschillen tussen de varkensproductie in Nederland en Zuid-Korea. In Nederland bestaat een aanbodmarkt: er is meer vlees dan binnenlandse vraag. Dan gaat het erom de goedkoopste te zijn. Daarnaast hebben ondernemers te maken met milieueisen, welzijnseisen, lokale eisen van lokale overheden in een dichtbevolkt land, en ook met de eisen vanuit Brussel. Omdat in Nederland varkenshouders door zware marktomstandigheden zeer efficiënt moeten zijn om te overleven, bevordert dat sterk het innovatieve denken en zoeken naar oplossingen. Er wordt wel steeds meer gedacht in termen van marktconcepten vanuit de wens om toegevoegde waarde te creëren door onderscheidend te zijn. De markt is dan niet sturend, maar wij 'zetten de markt'. Denk bijvoorbeeld aan Beter Leven en Livar. Bedrijven die dit proberen, ontworstelen zich als het ware aan de greep van het denken vanuit aanbod en kostprijs.
Goed boeren
In Zuid-Korea hebben bedrijven ook met milieuwetgeving en dergelijke te maken, maar dan minder. Wat daar vooral speelt, is dat het een importerend land is: ze produceren onvoldoende zelf waardoor de marktprijs behoorlijk hoog is. Er gaat ook Nederlands vlees naartoe in aanvulling op wat ze zelf produceren. De winstgevendheid is zo hoog dat het voor de boeren niet veel uitmaakt hoe hard of efficiënt ze werken. In Zuid-Korea kun je goed geld verdienen als je een middelmatige ondernemer bent. Dus waarom zou je dan nog heel erg je best doen?