Jan Groot Boerle laatste Nederlandse varkenshouder in Denemarken
Vanaf de jaren negentig zijn er zeker 500 Nederlandse melkveehouders neergestreken in Denemarken. Elke gemeente op het grootste schiereiland Jutland heeft wel een Nederlandse achternaam in het telefoonboek staan. Misschien nog wel verbazingwekkender is hoe weinig varkenshouders naar het Scandinavische land zijn verhuisd. Tot voor kort waren er precies twee. Alleen de economische malaise heeft ook de Deense landbouw hard getroffen. Jan Groot Boerle mag zich de laatst overgebleven Nederlandse varkenshouder in Denemarken noemen.
Hun zoon achterna
Wat de verklaring is voor de minimale belangstelling van Nederlandse varkenshouders in Denemarken weet Groot Boerle niet. Hij kan alleen voor zichzelf praten. Vijftien jaar geleden had hij ook niet durven voorspellen dat hij nu in de varkensbusiness zit. Tot 1998 woonde Jan Groot Boerle met zijn vrouw Elly en twee kinderen in Voorst (Gld.). Geen boerenbedrijf, gewoon in een burgerhuis. Hij werkte in de technische dienst van een ziekenhuis. Voor de hobby had hij wel een paar honderd schapen op 4 hectare lopen.
Gevoed door de hype wilde één van zijn zonen een melkveebedrijf beginnen in Denemarken. Jan en Elly besloten hun destijds 19-jarige zoon te helpen en financierden het bedrijf mee en reisden hem achterna. Voor 9 miljoen Deense Kroon (1,2 miljoen euro) kochten ze een melkveebedrijf met ruim 1 miljoen liter quotum en 106 hectare grond. „Het was een verwaarloosd bedrijf, maar wel met veel perspectief”, kijkt Jan Groot Boerle nu terug. Achteraf verkeken ze zich op de zorgen die ze erbij kochten. „De eerste nacht belde de buurman op dat onze koeien in zijn graan liepen. Mestschrapers die je herstelt en de volgende dag zijn deze een stukje verderop kapot. Je verkijkt je op de stress die een dergelijk bedrijf met zich meebrengt.”
Het avontuur veranderde al snel in een nachtmerrie die voor spanning binnen het gezin zorgde. „Er zijn zoveel aanvaringen dat je op een gegeven moment roept: nu is het af!” Ook omdat Elly met ernstige gezondheidsproblemen kampte, besloten ze om uit het bedrijf te stappen dat op hun zoons naam stond. Hij verkocht het bedrijf een paar jaar later.
Bedrijf op slot
Teruggaan naar Nederland was geen optie voor Jan Groot Boerle. „Je wilt niet teruggaan, omdat je je dan een verliezer voelt. De trots zat mij te veel in de weg.” Jan en Elly bleven in Denemarken en kochten in het naburige Vrads een varkensbedrijf met 1.200 vleesvarkens en 37 hectare grond. Wie aankomt rijden op boerderij Damgard zal zich verwonderen over de prachtige natuur. Het is ook meteen de valkuil gebleken. Het varkensbedrijf ligt middenin een Natura 2000-gebied en zit daardoor op slot.
„Iedere nacht trekken een paar honderd edelherten over mijn land. Het is een verschrikkelijk mooie natuur. Alleen van natuur kun je niet eten.” Om toch meer varkens te houden, besloot de Nederlander om twee locaties in de buurt te huren. Van vier boeren in de omgeving pacht hij grond en hij heeft zijn grondareaal uitgebreid tot bijna 200 hectare. Normaal gesproken teelt hij rogge, tarwe en wintergerst voor eigen voergebruik.
Afgelopen jaar heeft hij alleen gerst geteeld. Al het graan droogt en slaat hij op in de grote graansilo van 750 ton die op zijn erf staat. Met de aankoop van wat soja en mineralen heeft hij net voldoende voer voor de 4.200 vleesvarkens die hij op jaarbasis op zijn thuislocatie afmest. Zijn rantsoen bestaat voor 50 procent uit een mix van tarwe en gerst, 17 procent soja en 4 procent mineralen. Deze droge bijproducten vult hij aan met water tot een brijmengsel met 30 procent drogestof.
Overgestapt van slachterij
Voor de twee huurlocaties moet hij al het voer aankopen. Op zijn thuislocatie alleen voor de gespeende biggen. Groot Boerle koopt al zijn varkens aan als speenbig op 7 kg. Op de eerst huurlocatie verblijven ze tot 30 kg. Daarna worden de biggen opgelegd in zijn tweede huurstal. De biggen die hij niet zelf kan opleggen verkoopt hij. Op zijn thuislocatie legt hij alle aangekochte speenbiggen op als vleesvarken.
Sinds vijf jaar levert Groot Boerle zijn slachtvarkens aan Jutland Meat. De slachterij is in 2005 als afsplitsing van Danish Crown overgenomen door de Nederlander Frans Stortelder. Groot Boerle is kritisch over de grootste slachterij van het land waar hij zijn varkens voorheen aan leverde. „De brutoprijs van Danish Crown is de nettoprijs van Jutland Meat.”
De varkenshouder zegt dat de Danish Crown-notering gaat uit van de meest ideale omstandigheden. Afhankelijk van het bedrijfsresultaat van de binnenlandse slachterijcoöperatie krijgen boeren aan het eind van het jaar een nabetaling over de geleverde kilogrammen. Bij Jutland Meat krijg je meteen de brutoprijs van Danish Crown uitbetaald en deze kan nog oplopen door bonussen, afhankelijk van de kwaliteit van de slachtvarkens. „Deze bonus krijg je direct uitbetaald en boeren worden niet net als bij Danish Crown als bank gebruikt.”
Waarom dan niet meer varkenshouders zijn overgestapt naar Jutland Meat heeft volgens Groot Boerle met een aantal factoren te maken. „Een Deen is vrij conservatief. Wat verder niet mee heeft gewerkt, is dat slachterijen een opzegtermijn van een jaar hanteren.” De Nederlander heeft van een andere boer wel eens gehoord dat Jutland Meat in het verleden teveel aanbod heeft gehad en ze boeren hebben gevraagd of ze de varkens een week later konden leveren. Dit leidde tot onvrede bij sommige boeren. „Ik ben ook wel eens gebeld met dit verzoek maar als het mij niet uitkwam, haalden ze altijd de varkens op. Ik ben honderd procent tevreden over Jutland Meat.”
Miljoenen verloren
In Denemarken werken ze met twee prijsnoteringen. De exportnotering en de berekende notering. De berekende notering is een prijs die afhankelijk is van de voer- en opbrengstprijzen. Volgens Groot Boerle een prachtig systeem als je in een gesloten markt werkt die niet afhankelijk is van export. Alleen Denemarken is met een zelfvoorzieningsgraad van 600 procent enorm aangewezen op het buitenland. Afhankelijk van de buitenlandse vraag wisselen de exportnotering en berekende notering elkaar dan ook regelmatig af.
Om tot een eerlijke prijs te komen, maakte Groot Boerle met zijn vermeerderaar de afspraak om beide noteringen voor de helft aan te houden. Wat de Nederlander niet voorzag, was de sterke vraag naar biggen vorig jaar die zelfs voor toeslagen zorgden. Iets wat voor Denen normaal niet aan de orde is. „Vorig jaar heb ik alleen al aan toeslagen 450.000 Kroon (ruim 60.000 euro, red.) betaald. Ik moest wel, anders had ik geen biggen.”
Met de stijgende voerprijzen erbij stapelden de onkosten zich voor hem op. Sojaprijzen die in twee jaar zijn verdriedubbeld. Elke maand koopt hij 16 ton soja aan. Voor zijn twee huurlocaties moet hij al het voer aankopen. „De voerprijs heeft ons opgebroken. Ik heb miljoenen Kronen aan voer verloren.”
Varkenshouder failliet
Niet alleen Groot Boerle gaat door een financieel diep dal, de hele Deense varkens- en melkveehouderij hangt aan de kunstmatige beademing. „We zijn allemaal hard met de tong over het asfalt gegaan. Zo is één van de grootste Deense varkenshouders vorige maand failliet verklaard.” Uit de laatste berichten heeft Groot Boerle vernomen dat dit varkensbedrijf weer een doorstart maakt.
Bang dat de grote varkensbedrijven zullen omvallen, is hij niet. Volgens hem hebben de banken nog teveel geld in deze bedrijven om ze te laten vallen. Hij is meer ongerust over bedrijven met zijn omvang en die veel voer hebben moeten inkopen. „Varkenshouders die qua voer voor het merendeel zelfvoorzienend zijn en die de laatste jaren weinig hebben geïnvesteerd, zijn nu het beste af.”
De laatste weken zijn in navolging van Nederland ook de opbrengstprijzen in Denemarken gestegen. Hoognodig volgens de emigrant omdat het anders voor veel bedrijven te laat is.
Te duur systeem
Met 2013 in zicht verwacht hij dat de opbrengstprijzen op een hoog niveau zullen blijven. Zeker omdat er nog een groep zeugenhouders zal afvallen. „Het grootste gedeelte voldoet aan de eisen van groepshuisvesting. Alleen die nog niet voldoen, hebben een groot probleem. Geld loskrijgen bij de bank is bijna onmogelijk.” Op de langere termijn is hij somber gestemd over de binnenlandse varkenshouderij. Volgens hem is alles net iets duurder.
Als voorbeeld haalt hij de onkosten voor de dierenarts aan die hij verplicht elke maand moet laten komen. „Voor de dierenarts betaal je 1.474 Kroon (circa 200 euro, red.) per uur en dan komt er nog kilometervergoeding bij.” De btw- of landbouwregeling kennen ze in Denemarken niet. Hij ontvangt over zijn varkens 25 procent btw, maar moet over al zijn bedrijfsaankopen hetzelfde btw-tarief betalen. Maandelijks een kostenpost voor zijn bedrijf van circa 5.000 euro.
Het zijn allemaal kosten die volgens Groot Boerle het Deense systeem te duur maken. „Je ziet dat Danish Crown met hun prijsnotering niet concurrerend kan zijn. Met als gevolg dat slachterijen hun slachthaken niet vol krijgen. De varkens in Duitsland laten slachten en weer terughalen is goedkoper. Ik zie het als een doodlopende weg voor de vleesvarkenshouderij in Denemarken.”
Oude dag slijten
Hoe ze de komende maanden financieel rondkomen, is ook voor Jan en Elly Groot Boerle spannend. Om de voerkosten te drukken, liggen nu de helft van de 6.000 varkensplaatsen vol. De komende weken beslist Groot Boerle of hij weer biggen gaat opleggen en hoeveel. Het contract van de twee huurbedrijven loopt nog een jaar door. Hij weet al zeker dat hij daarna op beide locaties stopt. Gedwongen door gezondheidsproblemen moet hij het rustiger aan doen. Op de thuislocatie wil hij voorlopig nog wel doorgaan. Doordat het bedrijf op slot zit, is het onverkoopbaar als varkensbedrijf.
Hij verwacht dat hij en zijn Elly hier hun oude dag slijten. Sociaal gezien hebben ze weinig reden tot klagen. „Als je jezelf buiten gesloten voelt, ligt dit puur aan jezelf. Iedere twee weken in de winter zijn er allerlei activiteiten in het dorpshuis. Elly is bij twee verenigingen aangesloten en ik wil mezelf bij een hondenvereniging aanmelden nu ik het rustiger krijg.”
Regelmatig hebben ze stagelopers uit Nederland ontvangen. Volgens hem vermaken ze zich prima. „Ik heb wel eens gehoord dat Nederlandse jongeren in de weekenden terug gaan voor het uitgaan. Onzin, is helemaal niet nodig. Het omgekeerde gebeurt eerder. In een stad als Silkeborg op een half uur rijden, kun je op vrijdag en zaterdag prima uitgaan.”
Landbouwonvriendelijk
Groot Boerle is dan ook beslist niet negatief over Denemarken. „Het is een mooi land en de gezondheidszorg is uitstekend. Als ik zie hoe ze Elly hebben behandeld en hoe ze is genezen, vraag ik mij af of ze in Nederland hetzelfde hadden bereikt. Het is alleen een bureaucratisch en momenteel landbouwonvriendelijk land.”
Dat de varkenshouderij in een diep dal zit, laat zich zien door het grote aanbod van varkensbedrijven. Groot Boerle zegt dat de prachtigste varkensbedrijven te koop staan voor relatief lage bedragen.” Toch waarschuwt hij mensen die zich hierdoor laten verleiden. De varkenshouder adviseert geïnteresseerden om eerst twee jaar in loondienst te werken en bekijk dan of het land wat voor je is. Het is een lering die Jan Groot Boerle uit zijn Deense avontuur heeft getrokken. „We hebben in de verkeerde tijd op de verkeerde plaats gezeten. Dat heeft niet zozeer aan Denemarken gelegen, maar meer aan ons.”
Denemarken
Het zuidelijkste Scandinavische land is iets groter dan Nederland en telt ruim 5,5 miljoen inwoners. Denemarken behoort tot de meest toonaangevende varkenslanden van Europa. De binnenlandse varkensstapel telt ongeveer 12 miljoen dieren, waarvan 1 miljoen zeugen en ruim 3 miljoen vleesvarkens. De dieren liggen verspreid over 4.500 bedrijven. Ruim 1.800 bedrijven houden zowel zeugen als vleesvarkens. Er zijn 550 gespecialiseerde vermeerderingsbedrijven. Denemarken produceert zes keer zoveel varkens als het consumeert. Jaarlijks exporteert het land 7,5 miljoen biggen, 750.000 vleesvarkens en voor 3 miljard euro aan varkensvlees.
Aflopende huurcontracten
Jan (56) en Elly (55) Groot Boerle emigreerden in 1998 vanuit Voorst (Gld.) hun zoon achterna die een melkveebedrijf begon in Denemarken. Na een aantal jaren zijn ze uit dit bedrijf gestapt en hebben ze een vleesvarkensbedrijf met 37 hectare grond in Vrads op Jutland gekocht. Ze hebben er daarna nog twee locaties voor gespeende biggen en vleesvarkens bij gehuurd voor een duur van vijf jaar.
Hij koopt speenbiggen op 7 kg aan en mest een deel als vleesvarken af en verkoopt daarnaast jaarlijks 5.500 biggen op 30 kg. Jaarlijks levert Groot Boerle 9.000 vleesvarkens aan slachterij Jutland Meat. Als volgend jaar de huurcontracten aflopen, gaat Groot Boerle alleen nog vleesvarkens op zijn thuislocatie houden. Door pacht is het grondareaal uitgebreid tot 200 hectare. Hij verbouwt hier graan voor zijn varkens.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Wiegaarden