‘Sloopregeling asbestdak noodzaak’
Wat moet een varkenshouder doen als hij asbest wil laten verwijderen van zijn stal?
„In ons geval gaan we eerst op bezoek bij de boer. In overleg met de opdrachtgever bepalen we hoe we te werk gaan. Als wij de opdracht krijgen, moet een boer eerst een asbestinventarisatierapport laten opstellen waarin staat waar, hoeveel en om welk soort asbest het gaat.
Dit doet een speciaal bureau en kost ongeveer 300 tot 400 euro. Vervolgens gaat hij naar de gemeente voor een sloopmelding. In de meeste gevallen volstaat een melding. Dan kan het saneren van start gaan. Bij de oplevering van het project moet tenslotte door een geaccrediteerd laboratorium een visuele inspectie worden uitgevoerd voor een asbestvrijverklaring.”
Zijn varkenshouders zich ervan bewust dat ze een keer iets moeten doen met asbest op hun bedrijf?
„Ja, maar ze schuiven het vaak voor zich uit. Het is natuurlijk een flinke kostenpost. Als je bedenkt dat het saneren van een golfplaten dak gemiddeld 7,5 tot 8 euro per vierkante meter kost. Maar dan heb ik het alleen nog maar over de buitenkant. Als je asbest binnen in een stal wilt saneren, tikt het qua kostenplaatje flink door. Voor een gemiddelde stal gaat het al snel 9.000 tot 10.000 euro kosten. Vooral in de varkenssector zijn de saneringskosten hoog.”
Waarom is het in de varkenssector duurder?
„Daar zie je veel asbest in plafondplaten, in scheidingswanden en zelfs asbest in de bekisting van de mestkelders. Saneren is een bewerkelijke klus, vooral omdat bij binnensaneringen de hele stal in in onderdruk moet worden gezet. Het in onderdruk zetten van een ruimte moet zelfs al als het om een klein plaatje asbest gaat.”
Asbest saneren is dus behoorlijk duur en de regelingen om het aantrekkelijker te maken, zijn beperkt. Wat zou een oplossing zijn om meer boeren over de streep te trekken?
„Subsidieregelingen om slopen te stimuleren. Asbest saneren moet betaalbaar blijven, maar als het zo doorgaat, ben ik bang dat bij bedrijfsbeëindiging en bij verkoop van bedrijfsgebouwen boeren zelf creatieve oplossingen gaan zoeken en illegaal te werk gaan met asbestsanering.”
Maar er zijn toch fiscale voordelen voor boeren?
„Ja, maar deze voordelen gelden alleen bij vervangen van asbesthoudende daken van gebouwen. Dan kan een boer met de MIA/Vamil-regeling gebruik maken van belastingvoordeel. Als hij gaat slopen, geldt dit voordeel niet. Aan de MIA/Vamil heeft hij niets als hij niets verdient, want het voordeel kan worden afgetrokken van de fiscale winst. De asbestprojecten voor zonnepanelen zijn op zich prima, maar ook dat is een subsidiekwestie waar meer geld voor moet komen om het aantrekkelijker te maken.”
Zijn de regels voor asbestsanering soms niet te overtrokken?
„Zo lijkt het soms wel. Ik snap wel dat boeren wel eens vreemd opkijken als er een heel asbestteam komt opdraven, verkleed als maanmannetjes met overalls aan en maskers op. Er worden borden op het erf geplaatst, er komt een mobiele douchewagen bij te staan, natuurlijk is dat een hele toestand. En als ze twee uur hebben gewerkt, moeten ze een uur rusten. Het probleem met asbest is dat je er op het moment geen gevolgen van ondervindt, maar op termijn kleven er wel degelijk gevaren aan.”
Is het haalbaar om in Nederland in 2024 asbestvrij te zijn?
„Nee, ik denk het niet. Ik zie het als een streefdatum, ik zie het niet gebeuren dat het lukt. De regelgeving en de controle is de laatste jaren flink aangescherpt. Toen wij begonnen met saneren in 1993 deden we bijna 1.000 meter dakgolfplaten op een dag, nu is dat 400 tot 500 meter per dag.”