Schouten trekt 120 miljoen euro uit warme sanering varkenshouderij
„We zien dat in diverse delen van het land enerzijds discussie ontstaat over hoe om te gaan met geuroverlast in veedichte gebieden en anderzijds de varkensboeren klem zitten met hun bedrijf“, stelt Schouten in een verklaring. „Het kabinet kiest ervoor dit samen met provincies, gemeenten en de sectorpartijen aan te pakken.“ Met de sanering en verduurzaming wil ze meerdere slagen tegelijk slaan: ondersteunen van varkensbedrijven die willen stoppen, stimuleren van innovaties en investeringen in nieuwe stalsystemen die de uitstoot van stoffen zoals methaan, fijnstof en ammoniak voorkomen, werken aan de verdere verduurzaming en het verbeteren van de leefomgeving rond veehouderijen. „We zullen de varkenshouders die willen stoppen zo goed mogelijk ondersteunen en we helpen toekomstgerichte veehouders met de innovaties die ze willen doorvoeren.“
Saneren
De 120 miljoen euro voor sanering zal worden ingezet in de concentratiegebieden Zuid en Oost. De doelgroep bestaat uit varkenshouderijen met een grote geurimpact op omwonenden. Het zijn volgens de regering vaak ondernemers die geen ontwikkelingsperspectief hebben en voor de vraag staan of er een toekomst is voor hun bedrijf. Welke bedrijven precies in aanmerking komen wordt nog uitgewerkt. Maar niet al het geld zal gaan naar het uitkopen van de varkenshouders. Minister Schouten wil een deel van het geld ook bestemmen om verrommeling van het platteland tegen te gaan - en dus te besteden aan zaken als de sloop van stallen en het verwijderen van asbest.
Investeren
Maar de regering wil niet enkel deze bedrijven aanpakken; voor een toekomstbestendige en maatschappelijk geaccepteerde varkenshouderij moet de sector ook verder verduurzamen. De minister besteedt daarom een deel van het geld aan een innovatie- en investeringsspoor voor de ontwikkeling van emissie-arme stallen. Ze reserveert er 40 miljoen euro voor, en een zelfde bedrag komt van de coalitie Vitalisering Varkenshouderij, samen met gemeenten en provincies. Daarnaast reserveert de minister 20 miljoen euro aan een zelfde investeringstraject voor de pluimvee- en geitensectoren. Tenslotte rekent de minister met ongeveer 10 procent uitvoeringskosten; dat is 20 miljoen van de 200 miljoen die in het regeerakkoord was gereserveerd.