PRRS praktijkproef van start
Een hoge diergezondheidsstatus in de varkenssector is van belang voor terugdringing van het antibioticagebruik, voor de positie op de biggenexportmarkt en voor de afzetmogelijkheden van varkensvlees naar met name derde landen.
De proef In 2012 is gewerkt aan de organisatie en invulling van een regionale praktijkproef in een relatief varkensarm gebied. Deze aanpak werd aanbevolen in een eerder uitgevoerde studie over de risicofactoren die een rol spelen bij de introductie en verspreiding van het PRRS-virus en de mogelijke managementmaatregelen op het varkensbedrijf. Uiteindelijk is een regio in Noord Nederland gekozen als proefgebied. Varkenshouders en hun dierenartsen in deze regio zijn door het Productschap Vee en Vlees benaderd voor deelname aan de praktijkproef. Zo zijn 75 varkenshouders gevonden die met de aanpak van PRRS aan de slag willen. Daarmee wordt bereikt dat vrijwel alle varkensbedrijven in de regio in beeld zijn en deelnemen.
Een PRRS-deskundigengroep, aangesteld door het Productschap, heeft zich gebogen over de invulling van de proef. Daarbij zijn zaken als bemonsteringsschema, hygiëneprotocollen voor erf- en stalbetreders en eisen aan laboratoria en te gebruiken testen vastgesteld, evenals welke gegevens van de bedrijven verzameld dienen te worden. Bedrijfscoaches hebben de deelnemers bezocht, de specifieke bedrijfssituatie geïnventariseerd en per bedrijf een pakket van managementmaatregelen geadviseerd.
Voor de deelnemers en hun dierenartsen zijn eind 2012 informatie-bijeenkomsten gehouden ter voorbereiding op de start van de vier jaar durende praktijkproef. De ervaringen uit deze praktijkproef en de toenemende kennis over het PRRS-virus en de verspreiding en beheersing ervan zullen op termijn bepalend zijn voor de invulling van een landelijke aanpak die, als het enigszins kan, zal worden doorgezet nà 2013 ondanks de opheffing van het Productschap Vee en Vlees.
Insleeprisico’s beperken Het Productschap bespreekt met transporteurs in het gebied en Rendac of er afspraken te maken zijn over maatregelen bij transport die het risico op verspreiden van het virus verkleinen. De belangrijkste rol in de preventie is echter weggelegd bij de varkenshouder zelf. Zijn manier van werken, de aan- en afvoer van dieren, de afvoer van kadavers, zijn hygiëneprotocollen voor erfbetreders en materialen zijn bepalend voor de bioveiligheid. Hiervoor is continu aandacht nodig bij eenieder die op het bedrijf werkt of het bedrijf bezoekt.
Tekst: Productschap
Beeld: Ellen Meinen