Agrifacts: ‘Van der Wal gaat de mist in met uitleg over stikstofonderzoek UvA’
Daardoor kloppen er volgens Agrifacts nogal wat van haar beweringen niet. Depositie is de hoeveelheid stikstof (de kilo’s) die op de bodem en in de vegetatie terecht komt. Concentratie is de hoeveelheid stikstof die in de lucht zweeft. En verspreiding betreft het percentage dat dichtbij de bron blijft, respectievelijk verder weg waait.
Minister Van der Wal schrijft dat voor het onderzoek rond twee boerderijen de ammoniakemissie, de ammoniakconcentratie en de stikstofdepositie op een gangbare manier is gemeten en dit is vergeleken met de stikstofopname in het gewas (biomonitoring).
Het klopt dat de ammoniakconcentratie op de gangbare manier is gemeten, zoals het RIVM dit ook doet. Dat de resultaten vergelijkbaar zijn met die van het RIVM was dan ook te verwachten. Het klopt niet dat de ammoniakemissie is gemeten (die werd berekend), het klopt ook niet dat de stikstofdepositie is gemeten. De stikstofdepositie wordt in Nederland niet gemeten, hiervoor is geen gangbare methode.
Depositie en modelberekening
De minister beweert verder dat het UvA heeft vastgesteld dat het door de overheid gehanteerde depositiemodel klopt. Dat is niet waar stelt Agrifacts. De onderzoekers hebben dit niet gesteld. Minister Van der Wal: ‘Dit onderzoek bevestigt met metingen dat de gehanteerde methodiek van het RIVM deugt en dat de cijfers van de modelbereking kloppen.’ Ook dit is volgens de stichting pertinent onjuist. Voor luchtconcentraties en verspreiding (in percentage) komen de uitkomsten van het UvA-onderzoek en het RIVM-model overeen. Voor de stikstofdepositie – hoeveel kilo stikstof slaat daadwerkelijk neer op bodem en wordt opgenomen door de vegetatie – geldt dit nadrukkelijk niet.
Het is UvA zelfs in het geheel niet gelukt om de depositieberekeningen van het RIVM te valideren. UvA heeft de hoeveelheid stikstof die planten hebben opgenomen (volgens het RIVM-rekenmodel de hoofdmoot van de stikstofdepositie) niet kunnen vaststellen. Hierbij moet worden opgemerkt dat voor het beleid de depositie allesbepalend is (en dus niet de luchtconcentraties of verspreidingspercentages).
Depositie natuurgebieden niet gemeten
In de brief schrijft de minister dat het RIVM de totale depositie van stikstof met ruim 300 meetpunten om Natura 2000-gebieden meet en monitort. Dit is niet juist. Het RIVM meet en monitort de luchtconcentraties en niet de deposities in een groot aantal N2000-gebieden (MAN-meetnet). De deposities worden berekend met een model.
Maar de fouten in de brief gaan volgens Agrifacts nog verder. Van der Wal stelt: ‘Het UvA-onderzoek geeft op het gebied van piekbelasters geen nieuwe inzichten en is daarom ook geen aanleiding om de methodiek of de aanpak van piekeblasting te herzien […]. De aanpak piekbelasting is bedoeld om een forse vermindering van overbelasting op stikstofgevoelige natuur te realiseren.’
Agrifacts reageert: „Het was de onderzoeksopdracht niet om de concentraties en verspreiding (in percentage) vast te stellen. De onderzoeksopdracht was de stikstofdepositie (in kilo’s) te meten, rondom de boerderij en in natuurgebieden. UvA is er niet in geslaagd die stikstofdepositie te meten. Wij weten dus helemaal niet hoeveel stikstofneerslag de boerderijen hebben veroorzaakt en hoeveel er in de natuur terechtkomt. Dat de aanpak van piekbelasting veel verschil gaat maken voor de natuur is niet aannemelijk. Wanneer 3.000 boerderijen die aangemerkt worden als ‘piekbelaster’ worden opgekocht, gaat dit nauwelijks verschil maken. Zie artikel: Kabinet rekent zich onterecht rijk met opkoopregeling.”
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Stichting AgriFacts